Parlementaire Enquete Commissie 40-45. Zitting van 29 April 1950.
Willem Johan Marie Joseph d' Aquin, oud 46 jaar, wonende te Parijs, eerste kanselier aan de consulaire afdeling van
Hr. Ms. Ambassade te Parijs.


De Voorzitter: Bij het onderzoek naar de verbindingen tussen Engeland en het bezette Nederlandse gebied heeft de commissie veel moeilijkheden ondervonden, in het bijzonder met de betrekking tot de periode van de eerste jaren van de oorlog. Er zijn in die tijd betrekkelijk weinig mogelijkheden tot zulke verbindingen geweest, maar bovendien zijn de personen, die daaraan hebben meegewerkt, voor het grootste deel omgekomen, waardoor het buitengewoonmoeilijk is een goed en duidelijk beeld te krijgen van hetgeen zich in die eerste tijd op dat dat gebied heeft afgespeeld.
Eén van de belangrijkste figuren toen is geweest de luitenant-ter-zee Van Hamel, die einde Augustus 1940 in Nederland is gedropt en hier, voor zover de commissie het kan beoordelen en bezien in het licht van die tijd, zeer verdienstelijk werk heeft verricht. Het is ons duidelijk geworden, dat hij mee dan één groep heeft gesticht, welke groepen ook na zijn arrestatie nog voor langere of kortere tijd hebben gewerkt. Uit enige rapporten, die u indertijd hebt opgesteld en welke ons zijn overhandigd, hebben wij begrepen, dat u gedurende bepaalde tijd in een van deze groepen hebt gewerkt. Zoudt u ons een chronologisch inzicht kunnen geven van de wijze, waarop u met dit werk in aanraking bent gekomen en hoe het verloop van zaken is geweest bij de groep, waarin u hebt gewerkt.

Antwoord: Het is begonnen met de heer Van Grunting. Deze was burgerambtenaar bij GS III B, Generale Staf derde afdeling, de afdeling welke wij de contra-spionage zouden kunnen noemen. Ongeveer half Augustus 1940 heeft hij mij, toen hij mij op de straat ontmoette, medegedeeld, dat bij hem een agent uit Engeland was aangekomen, die was gedropt op het waterleidingterrein in de buurt tussen Haarlem en Amsterdam. Op dat moment was ik lijdende aan een maagzweer, en toen hij mij vroeg of ik wilde meewerken, heb ik gezegd, dat ik zou gauw ik beter zou zijn, dit onmiddellijk zou doen. Ik kende de heer Van Grunting van de staf, waar ik met hem had samengewerkt, zodat ik er dus onmiddellijk toe bereid was. Ik heb hem gewaarschuwd uiterst voorzichtig te zijn voor provocateurs, etc, wat hij in eerste instantie ook is geweest. Achteraf bleek deze agent, waarover Van Gruting sprak, luitenant-ter-zee Van Hamel te zijn.

Vraag: Is u dat reeds toen gebleken of pas na de oorlog?

Antwoord: Van Hamel is bij mij geweest en toen bleek mij ook wel dat hij werkelijk een agent uit Engeland was. Ik heb met de heer Van Grunting dus voorzichtigheid op het hart gedrukt en hij is met Van Hamel in zee gegaan, in samenwerking met de heer Huusen, zijn rechterhand. Wij kenden Huusen ook van GS III B, hij knapte zo nu en dan kleine werkjes voor ons op, zoals inlichtingen inwinnen; verschillende bladen die niet rechtstreeks op naam konden komen van mensen, die werkten bij de generale staf, werden bij hem bezorgd. Met deze Huusen, die eigenlijk tot de arrestatie van Van Hamel het leeuwendeel van het practische werk heeft verricht, is een groep gevormd. Van Hamel had een seintoestel bij zich dat intact was gebleven en samen met hem heeft Huusen het opgegraven op het terrein van de waterleiding en dan is het naar Den Haag gebracht. Er is hoofdzakelijk geseind vanuit de Perponcherstraat in Den Haag.

Voorzitter: Dat was dus bij de familie Allers en voor een groot gedeelte is het gedaan door de schoonzoon, de heer Van den Hout.

Antwoord: Persoonlijk heb ik hem nooit gekend, dus ik weet het niet. Van Grunting heeft met Van Hamel dus deze groep opgezet en de andere groep is naderhand gebleken die van student Van Hattem te zijn, die naderhand ook is omgekomen.

Voorzitter: U hebt dus uitsluitend gewerkt in de groep van Van Grunting?

Antwoord: Ja, wanneer ik het zo mag uitdrukken, dan was in eerste instantie Chef Van Hamel, voor wie ik het grootste respect heb, daarna Van Grunting en dan mijn persoon. Naderhand werd Van Grunting, volgens onze inlichtingen, gezocht door de Gestapo en kon hij zich niet meer vertonen.

Voorzitter: U zegt dus, dat Van Grunting korte tijd na de arrestatie van Van Hamel zelf al niet meer actief heeft kunnen werken?

Antwoord: Neen. De juiste datum kan ik niet meer noemen, maar op een gegeven moment is Hussen, de rechterhand van Van Grunting, bij mij gekomen aan mijn toenmalige adres op de Prinsengracht (
Den Haag) bij Navis, die naderhand ook een rol heeft gespeeld. Het moet medio of einde September zijn geweest. Huusen zei toen, dat wij eigenlijk aan de grond zaten, omdat het seintoestel weg was en Van Hamel was gearresteerd.

Voorzitter: Van Hamel is 14 October 1940 gearresteerd en het oprollen in de Perponcherstraat is vlak daarna geschied. Die mededeling van Huussen moet dan eind October begin November zijn gedaan.

Antwoord: Het zal wel zo zijn. Toen Van Grunting, dus de eerste maal bij mij kwam om te vragen of ik wilde meewerken, heb ik gezegd, dat ik het niet kon doen in verband met mijn maagkwaal, maar ik heb wel toegezegd, dat ik, zodra ik beter zou zijn, direct zou meedoen. Mijn kwaal was bijna over, toen Hussen bij mij kwam en vertelde, dat Van Grunting was ondergedoken. Hij zei, dat men op mij rekende. Toen is het eigenlijke werk van de groep 'Van Hamel-Van Grunting-d' Aquin', gesticht door Van Hamel begonnen. Van het begin af aan, en dat is de grootste draw-back, die een dergelijke groep kan overkomen, hebben wij het gemis gehad van een eigen seintoestel. Alle inlichtingen, en voor zo ver ik kan beoordelen, waren de inlichtingen, die wij verzamelden van grote waarde, konden wij niet kwijt. Wij waren dus gehouden deze inlichtingen op alle mogelijke manieren, voor zover wij konden beoordelen, langst de secuurste weg naar Engeland te zenden. Dit is gedeeltelijk gebeurd door relaties van de heer Dommering te Arnhem en door relaties van mij met jhr. Bas Backer en andere mensen. In ieder geval waren het relaties, waarvan wij 100% zeker waren. Wat betreft bombardementen op Rotterdam, kunnen wij wel nagaan, dat de berichten in vertrouwde handen zijn gekomen.





                                                                      
weggum.com