STIRLING LK-209
Bill Horrocks, Flight Engineer. Alan Paton, Mid Upper gunner. Ron Caston, Navigator. Bill Shaw, Bomb Aimer.
                 Reg Swift, WT Operator. Alan Aitken, Captain. Jo White Rear gunner.
Volgens het vliegtuig verlies register van het Ministerie van Defensie gaat het hier om de Sterling IV, LK 209 van het 161 Special Duties Squadron. Het toestel stortte rond 02.00 uur op Vlieland neer. De gezag voerder was Fl/Lt. Alan Aitken.


Dinsdag 27 maart 1945
TO DOCTOR X VIA NIGHT ELAN STOP OUR ONE FIVE (15) STOP THE AIRCRAFT WHICH WENT TO POPEYE TWO MARCH DID NOT RETURN STOP HAVE YOU ANY NEWS STOP

De heer Dick Bruin van Vlieland heeft de geschiedenis van de crash opgetekend:
Op 22 maart 1945, tegen elf uur ’s avonds klommen zeven jongen mannen in hun viermotorige Stirling bommenwerper, de Stirling LK209
Hun missie voor deze nacht was het afwerpen van 25 containers en enige pakketten in de Meindenpolder nabij Breukelen , een wapendropping voor de Nederlandse verzetsbeweging.
Ze stegen op van hun vliegbasis Tempsford nabij Bedford in Zuidoost Engeland.
Het vliegtuig koerste in Noordoostelijke richting.
De route die ze zouden gaan volgen liep over de Noordzee, over de Vliehors richting afsluitdijk, over het IJsselmeer en vervolgens richting Meindenpolder op zoek naar een lichtsignaal vanaf de grond.

Om redenen die vermoedelijk nooit opgehelderd zullen worden vloog het toestel, het was inmiddels 23 maart, omstreeks 01.20 uur, niet over de Vliehors maar langs de oostkant van Vlieland.
De laag vliegende Stirling kwam binnen het schootsbereik van de Oost-Batterij hier op Vlieland en kreeg daar de volle laag van de Duitse luchtafweerkanonnen die daar stonden opgesteld.
Het getroffen toestel keerde in westelijke richting over de lengteas van het eiland en het zal voor piloot Alan Aitken meteen duidelijk geworden zijn dat hij Engeland niet meer zou halen.
De piloot zal naarstig gezocht hebben naar een plek om de grote bommenwerper aan de grond te zetten, er is zelfs gezien dat de landingslichten van het vliegtuig ontstoken waren.
Nu is er geen slechter terrein dan een duinlandschap voor het aan de grond zetten van een vliegtuig.

Of de piloot heeft getracht daar een noodlanding te maken, of dat het toestel gewoonweg niet meer in de lucht te houden was, dat zullen we nooit weten.
Feit is dat het vliegtuig de grond raakte met een snelheid van tegen de 200 kilometer per uur.
De Stirling slaat tegen een duin en vliegt vrijwel meteen in de brand waarbij de cockpit en het gedeelte rond de vleugels veranderd in een vuurzee.
De piloot wordt uit de cockpit geslingerd en de staartschutter weet zich vlak voor de crash met zijn parachute te redden.
De overige bemanningsleden komen om in de vlammen.


Het verhaal over de crash van LK209 verteld door Siep Schuil, door mij opgetekend op in 1985.

“We hoorden het vliegtuig wel aankomen. Vaak hoorden we vliegtuigen overkomen, maar deze keer was het anders. Hij zat duidelijk te laag. Het toestel kwam uit oostelijke richting. Het was omstreeks 2 uur in de nacht toen het neerstortte.
Ik ben er toen onmiddellijk heen gerend. Ik had een schep meegenomen om eventueel wat te blussen. Jan Cupido, Klaas Annema en Piet de Jong kwamen achter mij aan. Zij hadden ook een schep bij zich.
Het was niet moeilijk het vliegtuig te vinden, want het brandde als een fakkel en de exploderende munitie was duidelijk te horen en te zien. Toen we bij het wrak aankwamen, was er nog geen een Duitser aanwezig. Het wrak lag voor een gedeelte in een kuil en brandde verschrikkelijk. De staart was afgebroken en lag iets oostelijker. We stonden met ons vieren op de rand van de kuil en toen hoorden we iemand roepen. Een persoon, wiens kleren in de brand stonden, lag tegen een van de motoren.
We hebben het vuur aan zijn kleren gedoofd en de man daar weggehaald. We droegen hem op twee scheppen bij het wrak weg. Hij was bijna niet te tillen. Het was een hele grote kerel en al die vliegenierskleren maakten hem nog zwaarder. Hij was er ernstig aan toe. Hij had ernstige verwondingen aan zijn hoofd.” (Uit de gegevens blijkt dat het hier gaat over F/Lt. A.K. Aitken; de piloot van het toestel).

De Duitsers waren tegen die tijd ook gearriveerd, maar zij durfden niet in de buurt van het wrak te komen. De vier mannen moesten de piloot op hun geďmproviseerde draagbaar naar een voertuig brengen, dat aan de weg geparkeerd stond. Daar werd hij achter in de bak geladen en afgevoerd naar het dorp.
De Duitsers vermoedden dat er nog een overlevende was, want ze hadden een rode lichtkogel waargenomen op enige afstand van het neergestorte vliegtuig. Ze gingen ervan uit, dat deze zich vanzelf wel zou melden.
Toen werden Siep Schuil, Jan Cupido, Klaas Annema en Piet de Jong weggestuurd door de inmiddels gearriveerde commandant van de West-Batterij.

Er was inderdaad nog een overlevende. Het was de staartschutter Joseph T. White.
Vlak voordat het toestel was neergestort, was hij er uit gesprongen. Het toestel was veel te laag om gebruik te maken van de parachute. Hij kwam dan ook met een half geopende parachute in de jonge dennenboompjes van het Bomenland terecht. Zijn val werd door die boompjes gebroken, maar zijn laars bleef in een van die boompjes hangen.
Hij had wel waargenomen, dat de Duitsers zich rond het wrak en in de omgeving ophielden.
Na wat omzwervingen kwam hij uiteindelijk bij het Posthuis terecht. Op een laars en licht gewond aan zijn hoofd. Hij werd daar door het hele gezelschap ontvangen. De kinderen waren ook nog op. Hij kreeg daar een paar glazen melk. Er werd weinig gepraat, want niemand sprak Engels. Siep Schuil gebaarde hem, dat hij zijn paspoort wilde zien. Uit het paspoort bleek dat het om de 25 jarige Joseph T. White, afkomstig uit Bedford ging.
Men vond het beter melding te doen dat de Engelse vliegenier zich bij hen bevond, mede bevreesd voor Duitse maatregelen, omdat die ernstig vermoedden dat er nog iemand moest zijn. Vrij kort daarna werd hij opgehaald door twee Duitsers van de West-Batterij en afgevoerd naar het dorp.
De beide vliegeniers werden dezelfde morgen met de boot van acht uur afgevoerd naar Harlingen.
De piloot F/Lt. A.H. Aitken overleed onderweg naar Harlingen.

© Dirk Bruin - Vlieland



                                          




                                                                         w.mugge@home.nl