Jan (Johannes Cornelius Adrianus) van den Hout werd op 19 december 1915 geboren in Tilburg als
zoon van Maria van Dooren en Kees (Cornelis) van den Hout. Hij werd opgeleid als onderwijzer, maar
vervulde zijn militaire dienstplicht als marconist/radiotelegrafist. Tijdens het bombardement in mei 1940
was hij gelegerd in Rotterdam en hielp daar met branden blussen en gewonden naar ziekenhuizen
vervoeren.
Na de capitulatie en ontbinding van het Nederlandse leger logeerde hij bij zijn verloofde Emmy Alders en
schoonouders in de Perponcherstraat 94 in Den Haag.
Toen Lodo van Hamel, de eerste geheim agent die vanuit Engeland in Nederland gedropt werd, eind
augustus 1940 bij Jan’s schoonvader Jo Allers terecht kwam heeft Jan van den Hout zich aangeboden als
marconist. Hij heeft gedurende een aantal maanden dag en nacht de verbindingen met Londen verzorgd
en berichten doorgeseind en ontvangen vanuit de Perponcherstraat 94 in Den Haag. Lodo van Hamel
werd in oktober 1940 gearresteerd op het Tjeukemeer, toen hij volgens plan probeerde terug te keren
naar Engeland, en later (16 juni 1941) gefusilleerd.
Na Van Hamel’s arrestatie werden ook Jo Allers en Jan’s verloofde Emmy Allers gearresteerd. Jan van den
Hout heeft samen met zijn schoonzuster Ida Allers de zender per trein naar zijn dienstvriend Ton Buys in
Amsterdam gebracht. De volgende dag werd hij ook opgepakt en vastgezet in het Oranjehotel. Ook Ida
Allers werd gearresteerd en naar het Oranjehotel gebracht. Jan van den Hout werd in mei 1941
eroordeeld tot levenslang tuchthuisstraf wegens Feindbegünstigung in Tateinheit mit verbotenem
Funkbetrieb.
Hij werd overgebracht naar achtereenvolgens Zuchthaus Münster, concentratiekamp Brual Rhede en
Zuchthaus Waldheim (bij Dresden), waar hij in mei 1945 door de Russen werd bevrijd.
Na een half jaar sanatorium in Oschatz keerde hij op eigen kracht naar Nederland terug.
Vanuit het Oranjehotel wist Jan van den Hout een aantal papiertjes met korte boodschappen naar buiten
te laten smokkelen, b.v. in de zomen van overhemden. De papiertjes bevatten korte krabbels, zoals “Het
wordt er niet beter op. Alle lees- en studieboeken zelfs de bijbels zijn opgehaald: Böse Menschen
brauchen keine Bücher. Ik heb een klein gebedenboek achtergehouden maar mijn wiskunde is weg, dat is
erg.”; “Mijn sokken kan ik ‘s avonds rechtop tegen de muur zetten”; “Het Persbureau M.P.T.: met
Paaschen thuis” en “De nieuwe redactie van M.P.T.: met Pinksteren thuis”. Na de oorlog werkte hij in
Kamp Vught als administrateur, als onderwijzer in Empel en Druten en als leraar aardrijkskunde en
conrector aan het St. Maartenscollege in Voorburg. Na zijn pensioen heeft hij Russisch gestudeerd en
Nederlandse les gegeven aan asielzoekers in Den Haag.
Jan van den Hout is op 22 februari 2009 overleden