RAPPORT GERITSEN
I.D. (Inlichtingen Dienst) onder leiding van H. van Hattem.
Aan deze groep ging vooraf de I.D. van de Orde Dienst. Deze verzamelde gegevens van militaire aard. Deze groep werd in de zomer van 1940 opgerold door de vijand.

Op 28 augustus 1940 kwam Lt. ter Zee Lodo van Hamel met regeringsopdracht uit Engeland, die contact opnam met Johan van Hattem, een der weinigen overgeblevenen van de eerste I.D.groep. Johan van Hattem was technisch leider bij de Orde Dienst. Deze taak werd later overgenomen door Van Abbenbroek
Er werd in Delft, Oostsingel 53, een zender geïnstalleerd met de kristallen van Lodo van Hamel. De telegrafist was Bert Sloth Blaauboer. (
Lambertus Cornelis Sloth Blaauboer probeerde in september 1941 samen met Koos Schouwenaar per kano Engeland te breiken, doch zij zijn nooit aangekomen
Berichten werden dagelijk uitgezonden tussen 18.00 en 19.00 uur, golflengte 45, 5 meter (
6,42 MHz), roepletters waren CBQ/VAL.
De eigenlijke leider van de zender was Mr. B.P.M. ten Bosch. Deze werd in maart 1941 gearresteerd. Jhr. Feith is die in bezit was van het bijbeltje waarin de te gebruiken code was vermeld, verbrandde deze na de arrestatie van Mr. ten Bosch waardoor het niet meer mogelijk was berichten te versturen.
Naast uitgezonden berichten, werden er verder de zogenaamde CQ-rapporten opgesteld. Deze gingen per koerier via Zwitserland, alsmede via België, Frankrijk en Portugal naar Engeland.
Johan van Hattem verstrekte ook gegevens aan Lt. Hans Zomer, die samen met Lt. Wiek Schrage in de zomer van 1941 uit Engeland was gekomen. Ook hij had een zender bij zich, die eerst in Delft en later in Bilthoven in de lucht kwam. In juli 1941 bracht Johan van Hattem Hans Zomer in contact Meyer in Zeist. Deze Meyer stelde de zogenaamde AC-rapporten op. Na de arrestatie van Hans Zomer en Meyer in augustus 1941, ging Johan van Hattem door met het samenstellen van zijn rapporten, de eerder genoemde CQ-rapporten werden nu ook gemerkt als AC rapporten omdat deze term reeds in Engeland bekend was. Voor zover bekend zijn de AC-rapporten met de nummers 1-22 gedeeltelijk en de nummers 23 -48 in zijn geheel in Engeland aangekomen.

(
Noot Somer: ik kan dit bevestigen. Ik heb deze rapoorten met heel veel moeite bij Kol. de Bruyne losgepeuterd.)


Omstreeks dezelfde tijd kwam Johan van Hattem in aanraking met Dr. J.M. Somer te Breda, die reeds een eigen dienst had opgebouwd met medewerking van cadetten van de KMA. Somer beschikte over een goede koerierslijn naar Zwitserland. Van dat moment af aan maakte Johan van Hattem de rapporten in 5-voud. Eén exemplaar voor Somer, de 2e ging naar Van Abbenbroek en vervolgens naar de Orde Dienst, het origineel en één copie werden langs verschillende wegen naar Engeland verzonden. Het 5e exemplaar was voor het archief. Somer voegde bij deze rapporten nog zijn gegevens toe, die hoofdzakelijk van militaire aard waren. Hij (
Jan Somer) was als zodanig te beschouwen als militair bij de samenstelling van de AC-rapporten.

(
Noot Somer: dit is juist. In Breda werden van de Zuidelijke provincies de militaire rapporten samengesteld. deze werden getikt door Mej. André Vermeulen, afgehaald door een koerier van Johan Van Hattem en samengevoegd met de gegevens van Van Hattem. Bij de samenstelling werd in bijzondere mate hulp verkregen van Lt. Brejaart uit Bergen op Zoom. deze bewerkte ook de rapporten die uit Zeeland kwamen.)


Tot de arrestatie van Johan van Hattem op 6 maart 1942 ontwikkelde zich grote bedrijvigheid. Door deze arrestatie werden ruim 50 personen gepakt. Van deze werden er 20 ter dood veroordeeld en één tot tuchthuisstraf van 3 jaar. De overigen werden zogenaamd 'Abgetrennt zweck weitere Untersuchung'. Van de ter dood veroordeelden werden alle 20 gefusilleerd, terwijl van 3 anderen de straf werd gewijzigd in tuchthuisstraf. Drie van de 'Abgetrennten' werden na het proces in vrijheid gesteld, 4 moesten naar concentratiekamp Amersfoort, 1 keerde terug naar krijgsgevangenschap en 1 keerde terug naar een Duitse gevangenis waar hij zich bevonden had. Het resterende deel werd overeenkomstig het zogenaamde 'N.N.-Erlass' (
Nacht und Nebel) naar concentratiekamp Natzweiler overgebracht. In dit kamp en in andere kampen zijn 11 der betrokkenen bezweken. In leven zijn gebleven 10 der gedeporteerden.

(
Noot Somer: na de arrestatie van Van Hattem werd ik komende uit Den haag, te Eindhoven, waar ik een afspraak had met Van Hattem had gemaakt om samen naar het noorden van Nederland te reizen, op het perron van het station gewaarschuwd door Cadet-Vaandrig Portier dat Van Hattem gearresteerd was en mijn naam bij de SD was uitgelekt. vermoedelijk is hier verraad in het spel geweest van Cadet-Vaandrig Pasdeloup, die in het Oranje-Hotel zat om een goede beurt te maken mijn naam aan de SD had gegeven. Door Jhr. Six van de Orde Dienst is later, toen Pasdeloup weer vrij kwam, represaille toegepast door Pasdeloup in Amsterdam af te maken. Hij is in een gracht verdronken, maar de ongelukken waren toen al geschied. Zelf kon ik met de hakken over de sloot, dankzij de waarschuwing uit Eindhoven langs een omweg naar Breda komen en vandaar met behulp van de gebroeders Van Nunen uit Ginneke naar Bergen op Zoom komen en vandaar met escorte van Brejaart en met hulp van W. Juten per fiets naar Van Niftrik te Putte komen. De grens was toen al afgesloten door een waarschuwing van de SD te Den Haag. Toch lukte het door een stommiteit van de Duitse grenspatrouilles, die om 12 uur gingen eten en de patrouillering een half uur staakten, de grens te overschrijden en kon ik mij naar Antwerpen begeven naar het huis van Ds. De Haan. Vandaar later door naar Zwitserland met de heer en mevrouw Hertzberger en de Vaandrigs Streef en Klaver van de KMA.)


De gegevens van Johan van Hattem waren economisch en politiek van aard, aangevuld met de militaire gegevens van Jan Somer. Over het algemeen kan worden gezegd, dat het werk van de I.D. aan het gestelde doel heeft beantwoord.

(
Noot Somer: ik kan dit bevestigen, de rapporten heb ik later te London met veel moeite bij Schelp/Lieftinck losgepeuterd om te controleren of ze waren aangekomen. Dit was inderdaad het geval, als koeriers fungeerden onder andere Gijs de Jong en Loe Kist, laatstgenoemde is later gefusilleerd.)


Rapporteur zegt verder: in 1940 en 1941 was medewerking van de bevolking bij spionage activiteiten zeer gering. Van echte illegaliteit was in die tijd nog weinig sprake. Er bestond slechts een zeer beperkte kring van betrouwbare lieden. Groepen stonden wantrouwend tegenover elkaar en aan het nut van vezet door de bevolking zelf werd zeer getwijfeld. Medewerkers misten de nodige ervaring voor spionagewerk, omdat zij alles nog moesten leren. Moeilijkheid was, dat men niet op de hoogte was van de samenstelling van de Duitse Wehrmacht, camouflage en plaats der versterkingen. Grote omzichtigheid was nodig, bovendien wist men in het begin niet welke gegevens voor Engeland de grootste waarde hadden en of deze gegevens langs andere wegen werden verstrekt. Uit Engeland had men in deze periode nog geen instructies gegeven, later werden deze wel verstrekt.

(
Noot Somer: wij gaven aan de agenten de nodige questionnaires mee en verstrekten handleidingen voor het opmaken van rapporten en tekeningen. Vooral Leen Pot heeft zich op dit gebied verdienstelijk gemaakt)

Volgens een verklaring van de Chef Duitse Abwehr, Joseph Schreieder, verslapte de Duitse contra-spionage na juni 1942 en hield deze na de invasie in feite op te bestaan. Lt. Col. Seegmans gaf als zijn mening te kennen, dat de berichten afkomstig van de groep I.D. nuttig materiaal hebben gevormd gedurende de periode 1940-1942.

(Hier zit Somer er goed naast, Schreieder was Chef van de Sicherheitsdienst en niet van de Abwehr, dat was Giskes, die inderdaad na de aanslag op Hitler op een zijspoor is gezet.)


Volgens mij is ook dit rapport door Somer herschreven, of het compleet is weet ik echter niet want er staat geen handtekening onder het laatste blad.

Zie netwerk Lodo van Hamel.

Zie netwerk Hans Zomer.


                                                          
w.mugge@home.nl


                                                                               21-12-2020