PF CARD
FILE:

NAME:
Kragt, Dignus (Dirk)

BORN:
18-07-1917, Datchet, England.

EDUCATION:

OCCUPATION:

ARRIVED IN ENGLAND:

ORGANISATION:
MI-9

TRAINED AS:
agent

TO THE FIELD:
23-06-1943/24-06-1943

MISSION:
LEMONTREE

DROPPED AT:

NEAR:
between Epe and Vaassen, Gelderland.

DROPPED WITH:
NA

OVERRUN:
00-05-1945

PLACE:

RETURNED TO ENGLAND:

AFTER MISSION REPORT:

ARRESTED:
NA

PRISONS:
NA

DIED:
08-07-2008

PLACE:
Oslo, Norway.

ALIAS: CAPTAIN KAY
,
Frans Hals, DICK, BADWORTH

NAMES IN THE FIELD:

RADIOPLANS:

CRYSTALS:

SET:
lost during dropping

PREFIX:
unknown

CUTOUT:

WITH ORGANIZATION:

CONTACTS:

SAFEHOUSES:

TX LOCATIONS:

WT-OPERATOR(S):

SOURCES:
Frans Kluiters

REMARKS:
Dignus (Dick) Kragt had in de Tweede Wereldoorlog in het betrekkelijk veilige Engeland kunnen blijven. Als Brits onderdaan, zoon van een Nederlandse vader en een Engelse moeder, opgevoed in Engeland maakte Kragt echter een andere keuze.
In de oorlog meldde hij zich in Londen voor de opleiding tot geheim agent. Hij werd door MI9 (Military Intelligence 9) naar Nederland gestuurd. Deze dienst organiseerde ontsnappingsroutes voor geallieerde militairen die in bezet gebied waren gestrand. Kragt had als opdracht om een ontsnappingsroute op te zetten voor piloten die boven Nederland waren neergeschoten.
Het begon slecht. Dick Kragt (codenamen ’
Frans Hals’ en ’Captain Kay’) had als voorwaarde gesteld dat hij ’blind’ gedropt zou worden, omdat hij ontvangstcomités te gevaarlijk vond. De eerste pogingen om hem te droppen mislukten omdat de piloot het juiste punt niet kon vinden. Uiteindelijk sprong Kragt in de nacht van 23 op 24 juni 1943 ergens tussen Epe en Vaassen toch nog op de verkeerde plek.
Volgens Kragt had de piloot hem te vroeg het groene licht gegeven om te springen. Zijn bagage met de zender kwam kilometers verder terecht en was in het donker niet te vinden. Dit was een behoorlijke complicatie, waardoor hij lange tijd de zenders van anderen moest gebruiken. Bovendien werden zijn spullen gevonden door een NSB’er die alles direct aan de Duitsers overhandigde. De vijand wist dus dat er een geheim agent in de buurt was. Gelukkig waren hun zoekpogingen tevergeefs.
Dick Kragt zag kans contact te maken met het Nederlandse verzet. Hij ging samenwerken met de groep van Joop Piller. De papieren die hij in Engeland had meegekregen, bleken niet zo best te zijn. De leeuwen op zijn persoonsbewijs keken de verkeerde kant op. Voor Piller was het echter geen probleem om voor een echt persoonsbewijs te zorgen.
Kragt begon met het opzetten van een ontsnappingsroute via Maastricht naar België. Zijn grootste karwei in 1944 was misschien wel het opvangen en naar Engeland laten terugbrengen van de airbornes (luchtlandingstroepen) die na de Slag om Arhem gestrand waren en over de zuidkant van de Veluwe zwierven. In de nacht van 22 op 23 oktober was het 138 airbornes gelukt om de Rijn over te steken. Een poging om deze operatie (genaamd
Pegasus-I) te herhalen liep uit op een desastreuze mislukking.
Dick Kragt was betrokken bij de voorbereidingen van
Pegasus-II, maar tegenstander van het plan, omdat hij het te gevaarlijk vond. De operatie werd toch doorgezet, in de nacht van 17 op 18 november. Slechts zeven mannen bereikten de overkant, een aantal werd gevangengenomen en de rest zwierf rond.
Kragt probeerde hen te vinden, aan papieren te helpen en van burgerkleren te voorzien. Hij vergaderde iedere dag met zijn team in het huis van Evert en Marie Bruinekreeft-van der Wiel. Zij hadden in Kootwijkerbroek een kruidenierswinkel annex postkantoor. Evert was de postbode en kon dus overal zonder dat men argwaan kreeg mededelingen doorgeven. De vader van Marie was de dorpsveldwachter en kon onderduikers over straat begeleiden. Bovendien viel het niet op als er veel mensen aan huis kwamen.
Tot ze weg konden zaten de airbornes in opvanghuizen in onder meer Leersum, Doorn en Maarn. Kragt controleerde of deze adressen veilig waren en zorgde ervoor dat alles zo goed mogelijk verliep. Uiteraard deed hij dit niet alleen. Er was een grote groep van verzetsmensen die de airbornes in hun huis verborgen en anderen die hen op de verschillende etappes van hun reis begeleidden. De airbornes moesten over de Rijn tussen Overlangbroek en Amerongen en dan door de Betuwe, een route die ook al vóór Pegasus-I was gebruikt. Dat ging goed tot er in januari 1945 in de Betuwe zo hevig werd gevochten dat die route onbruikbaar was. Daarom werd begin februari 1945 de route door de Biesbosch in gebruik genomen.
Dick Kragt was erg voorzichtig en hield altijd het hoofd koel. Stoer doen was hem vreemd. Hij had een uitgebreid netwerk opgebouwd van mensen die op de een of andere manier nuttig waren. Zelf fietste ik met hem op 4 februari 1945 van Groot-Ammers naar Maarn. We hadden een strenge winter; overal lagen stukken ijs langs de Lek en ook dreef er ijs in het water. Het was streng verboden om bij Groot-Ammers de Lek over te steken. De Duitsers hadden bij Schoonhoven zoeklichten om de rivier in de gaten te houden. Dick kende echter de schipper van een bootje van Rijkswaterstaat die daar beroepshalve moest varen. We staken veilig met dat bootje over.
Eén keer werd hij bijna gepakt. Hij fietste met een aantal stafkaarten die opgerold in zijn fietstas zaten. De Duitsers die hem aanhielden wilden weten wat die rollen waren. Hij vertelde dat het behang was en hield zo’n roerend verhaal over hoe moeilijk het was om aan behang te komen dat de Duitsers vergaten te kijken of het wel echt behang was. Dick mocht doorfietsen.
Dick Kragt was een van de twee door geheime diensten uitgezonden agenten die bijna twee jaar lang, van juni 1943 tot de bevrijding, hun operaties in bezet gebied konden voltooien. De Nederlandse regering toonde haar erkentelijkheid door hem te decoreren met de Bronzen Leeuw. Van de Amerikanen kreeg hij de Medal of Freedom met gouden palm en ook de Engelsen gaven hem een hoge onderscheiding.
Na de oorlog werkte hij bij Philips en de KLM. Op vakantie in Noorwegen ontmoette hij Karin Rosted. Ze trouwden en kregen een zoon, Eric, en emigreerden medio jaren zeventig naar Karins geboorteland. Karin is in 1995 overleden. Dat was een jaar na Dicks laatste bezoek aan Nederland, bij de vijftigste herdenking van de Slag om Arnhem. Er was toen een reünie van de Arnhem-veteranen met de verzetsmensen die hen destijds geholpen hadden.
Dick Kragt was erg bescheiden en sprak vrijwel nooit over de oorlog. Verschillende kranten hadden als kop boven zijn overlijdensbericht ’Oorlogsheld Dick Kragt overleden’. Hij zou erom geglimlacht hebben.
Dignus (Dick) Kragt werd op 18 juli 1917 geboren in Datchet, Groot-Brittannië. Hij overleed op 8 juli 2008 in Oslo, Noorwegen. Bron: Trouw.

Dick Kragt werd in de nacht van 23 en 24 juni 1943 gedropt in de omgeving van Epe en Vaassen in Nederland met als opdracht het opzetten van een ontsnappingslijn. Bekend onder de codenamen Lemontree, captain Kay, Frans Hals, Dick en Badsworth.
Tijdens zijn dropping verloor hij zijn apperatuur, inclusief zijn radio en was hij alleen bewapend met zijn Colt 45. Het lukte hem contact te leggen met Joop Piller, een Joodse verzetsstrijder uit Emst, waarmee hij een netwerk opzette om neergeschoten luchtmachtbemanningen te verstoppen, beschermen en uit bezet gebied weg te smokkelen.
Bron: Traces of War.

Het is oorlog. In het slaperige dorpje Elspeet, ingeklemd tussen heide en bossen, weten aanvankelijk maar weinig bewoners wat zich afspeelt in de buitenwereld en in de vernietigingskampen. Toch zitten de Duitsers overal om hen heen: in de Feytahof, het Refugium, het Ronde Huis, de Stakenberg, kasteel Staverden, in de pastorie en in de woonhuizen die de bezetter gevorderd heeft.
Vlak na operatie 'Market Garden', de grootste Geallieerde luchtlandingsoperatie uit de militaire geschiedenis, die op zondag 17 september 1944 begon, werd op de Veluwe een pilotenorganisatie opgericht (PTO) onder leiding van de Britse geheim agent (MI9) Dick Kragt (schuilnaam
Frans Hals) en de Joodse verzetsman Joop Piller (Joop van Amstel) uit Amsterdam. Bij deze pilotenlijn sloten zich jonkheer Dirk van Eysinga (Dirk Bussink) uit Elspeet, dr. Joop Kruimel (Oom Joop) uit Garderen en Huib de Jongh (Lou van Welsum) aan. Samen wisten ze veel gestrande piloten en parachutisten aan schuilplaatsen te helpen en hen via de PTO naar bevrijde gebieden te brengen. Ondergronds gebeurde er veel. Onder leiding van meester van Sloten, zetten dochter Jet van Sloten, Hans Blankenberg en andere dappere verzetsmensen zich in voor Joden en andere onderduikers.

RELEASED:
NA

COMPLETE:
NO



© Weggum

w.mugge@home.nl

Datum: 20-09-2019