PF CARD
FILE: HS9/713

NAME:
Hinderink, Jacob Roelof (Jaap).

BORN:
08-11-1923,

EDUCATION:

OCCUPATION:

ARRIVED IN ENGLAND:

ORGANISATION:
SOE/BBO

TRAINED AS:
agent, weaponinstructor.

TO THE FIELD:
28-08-1944/29-08-1944

MISSION:
HUNTING

DROPPED AT:

NEAR:
Voorthuizen, Gelderland.

DROPPED WITH:
Beekman & Luykenaar

OVERRUN:
15-04-1945

PLACE: Twente

RETURNED TO ENGLAND:

AFTER MISSION REPORT:

ARRESTED: NA

PRISONS: NA

DIED:

PLACE:

ALIAS:
CHRIS

NAMES IN THE FIELD:
HARRY, Mulders.

RADIOPLANS:

CRYSTALS:

SET:

PREFIX:
unknown

CUTOUT:

WITH ORGANIZATION:

CONTACTS:
see network

SAFEHOUSES:

TX LOCATIONS:
NA

WT-OPERATOR(S):
Beekman

SOURCES:
Frans Kluiters & own research.

REMARKS: INTERVIEW.
Hoe een van huis weggelopen Zwolse tiener uitgroeide tot een oorlogsheld
Zit heldendom in ’t bloed? Je zou het haast denken, als je het oorlogsverhaal hoort over de familie Hinderink uit Zwolle. Vader zat tot over zijn oren in het verzet. Moeder hielp onderduikers en verstopte wapens. Zoon Jaap was geheim agent en leidde de ondergrondse in Twente. Dochter Ans deed gevaarlijk koerierswerk. Dit is het verhaal van een moedige familie.
Gebakje bij de koffie? Ans (90) laat de verslaggever kiezen vanaf een schaal. ,,Ik heb alleen Senseo. Vindt u niet erg?’’ Ondertussen bladert Jan (85) door een stapeltje paperassen. Hij zucht. Waar heeft hij dat verslag nou gelaten? ,,Daar staan ook data en jaartallen in. Dan weet je exact welke wereldreis Jaap heeft afgelegd vanuit Zwolle. En dat in oorlogstijd. Een trip hoor.’’ Ah. Daar heeft hij het papier gevonden. ,,Mag je meenemen. Dat is alvast het skelet voor je verhaal.’’
Aarzeling richting de verslaggever. Hoe gaan ze ’t allemaal vertellen? Wat wil hij horen? Het idee voor dit interview komt van Ans. Ze wil haar broer Jaap (95) memoreren: de laatste geheim agent uit de oorlogsjaren die nog in leven is. Ze schuift de foto naar voren. Daar zit hij, in een rolstoel. Bij prinses Beatrix op het bordes. Een hele trits medailles opgespeld. Het was een bijeenkomst voor Engelandvaarders, twee jaar geleden.

Ans: ,,Toen merkte je al dat hij veranderde. Hij riep steeds ‘hoppa!’ en zei ‘leuk hè’, tegen Beatrix. Een beetje ongepast.’’ Twee herseninfarcten heeft hij gehad. Het gaat rap achteruit. Ontluisterend bijna voor de gentleman Jaap, die na de oorlog carrière maakte bij de NAM. Een pijproker met een prachtige villa in Blaricum. Nu woont hij op een gesloten afdeling van een zorginstelling in Laren. Niet meer de oude. Kan zijn heroïsche verhaal ook niet langer zelf vertellen. Jongere broer Jan is vandaag vanuit Zeist naar Zwolle gekomen om zijn zus te helpen bij het reconstrueren van hun oorlogsgeschiedenis. Met de fotoalbums op schoot. Het gaat niet alleen om Jaap. Dit is een verhaal over een bijzonder moedige familie.
Ans: ,,Jaap en ik ontbijten altijd samen. Hij moet dan naar kantoor en ik naar school. Dan zitten we tegenover elkaar. Die morgen, 27 oktober 1941, kijkt hij heel ernstig. Ik ben twaalf, hij zeventien. Hij smeert twee beschuiten op een bordje, kopjes thee erbij en zet het op een dienblad. Ik zeg: ‘Wat doe jij nou?’ Hij: ‘Ik breng vader en moeder ontbijt op bed’. Dat had hij nog nooit gedaan. Beneden kijkt hij weer zo ernstig. Daarna gaat hij het huis uit. Pakt zijn fiets uit de schuur en blijft stilstaan bij de tuindeuren. Kijkt omhoog naar het huis. Neemt alles in zich op. En vertrekt. Maar een minuut later is hij er weer. Ik wuif naar hem. Hij gaat weg. Even later is-ie er wéér. Tot drie keer toe komt hij terug. ‘Rare man’, denk ik. ‘Ga toch weg’. Daarna is hij echt vertrokken en zie ik ’m zeker drie jaar niet meer.’’

Ik zie nog zo mijn ouders zitten; die krijgen geen hap door hun keel. Jaap blijft weg
Jan: ,,Ik hoor het pas een paar dagen later. Ik ben dan acht jaar oud en kom thuis van een korte vakantie. Ik tref vader en moeder in diepe treurnis. Dan wordt het 8 november, zijn verjaardag. Als je jarig bent in ons gezin, dan mag je je lievelingskostje vragen. Bij Jaap is dat: boerenkool met worst en brokpap na. Ik zie nog zo mijn ouders zitten; die krijgen geen hap door hun keel. Een gedrukte stemming. Want Jaap blijft weg.’’
Ans: ,,Het gezin telt vier kinderen. Onze oudste broer is Sjors (in 1990 op 71-jarige leeftijd overleden, red.), dan heb je dus Jaap, daarna ik en Jan is de jongste. Vader heeft een hoge functie bij de belastingdienst in Zwolle. Heeft zich opgewerkt door zelfstudie. Een intelligente man. Krachtig, plichtbewust. Ook moeder verzaakt geen moment. Maakt het altijd gezellig. Zaterdagavond spelletjes, warme chocomelk en pinda’s. We luisteren samen naar de radio.’’

Jan: ,,Een echt protestants gezin. Mijn vader is in die jaren nog streng in de leer. Zijn vader was trouwens nog veel en veel strenger. Die kwam uit Duitsland en heeft een tante ooit een tik gegeven omdat ze lipstick droeg.’’
Ans: ,,Onze ouders zorgen goed voor ons. Dat dat duidelijk is. Waarom is Jaap dan zomaar vertrokken? Het is een enorme schok. Een ouder iemand op kantoor, die weleens met hem praat, vertelt dat Jaap naar Engeland is. Samen met twee vrienden. Ze willen vechten tegen de Duitsers.’’

Jan: ,,Jaap is dat jaar ervoor met die vrienden in Zuid-Limburg geweest. Dat is een spoor.’’
Bij een vergade­ring van de NSB hebben ze eens alle ventielen uit de fietsban­den gehaald

Ans: ,,De drie vaders gaan hen achterna, met de trein. Richting Belgische grens. In de hoop ze te vinden. Ze zijn te laat. Mijn ouders zijn radeloos. Jaap is bijna achttien, die andere jongens zestien en zeventien jaar. Ze hebben een grote hekel aan Duitsers. Bij een vergadering van de NSB hebben ze eens alle ventielen uit de fietsbanden gehaald. Maar dat je van huis wegloopt om te vechten...’’
Jan: ,,Jaap was een fel ventje hoor.
Ans: ,,Maar ook altijd een beetje stil. Meer gesloten.’’
Jan: ,,Hij liep gewoon niet in de lijn. Een ondernemend jochie.’’
Ans: ,,Ja, hij was anders dan andere kinderen. Als er iets grappigs was, dan lachte Jaap niet veel.’’
Jan: ,,Mijn vader rolt tijdens de oorlog in het verzet. Het begint met een eenvoudig verzoekje. Iemand een nachtje onderdak bieden. Vervolgens staan er dikwijls mannen aan de achterdeur. Moeder zorgt dat er altijd eten in huis is. De onderduikers slapen op zolder, daar liggen dekens en matrassen. We hebben ook een joods meisje in huis. Hilda Boekbinder. Ze huilt veel. Ans gaat nog een keer met haar door de Diezerstraat paraderen. Met haar blond geverfde haar. Je ziet het gevaar niet altijd.’’
Ans: ,,Lange tijd horen we niets van Jaap, maar het leven gaat door. De bezetters vallen overal binnen. Ook bij ons. In de voorkamer staat een tafel, met daaronder een kleed en een stuk tapijt. Daaronder zit een luik met een verstopplek. Op een dag is er weer een inval. Iedereen is net onder de grond, maar de onderduikers praten gewoon door. Je hoort het in de kamer. Dan staan opeens de Duitsers binnen. Via de achterdeur. Moeder laat mij en Jan in polonaise een dansje rond de tafel doen. Stampend op de grond. ‘Hum-pum-pum-de-pum’, zingen we. Zodat de moffen niets horen.’’
Jan: ,,In de buurt weten ze dat we een joods meisje in huis hebben. Godzijdank verraadt niemand ons.’’
Ans: ,,We helpen een leraar van de mulo. Die klopt aan. Vlak voor een huiszoeking. Hij wil in de onderduikplek kruipen, maar door zijn bochel blijft hij steken in het gat. Moeder bedenkt zich niet. Legt hem boven in bed. Doet een briefje op de deur met de tekst: roodvonk. De Duitsers die even later alle vertrekken controleren, lezen dat en laten hem met rust.’’
Jan: ,,Moeder is koelbloedig. Ook als ons huis wordt gevorderd door de Duitsers. Een boer met platte wagen helpt met verhuizen van spullen. Ik loop met moeder naar boven. Ze trekt een la van de kast open. Die heeft een dubbele bodem. De la ligt vol wapenonderdelen. Stenguns enzo. Moeder wikkelt alles in een moltondeken en loopt kalm naar buiten. Legt alles op de kar. De Duitsers kijken toe. Ze is zo beheerst. Niemand merkt iets.’’
Ans: ,,Ongeveer een half jaar na het vertrek van Jaap horen wij voor het eerst over hem. Hij is opgepakt in de trein naar Lyon en zit in een politiecel. Het Rode Kruis vraagt of wij snoep willen opsturen. Moeder is verbouwereerd en stuurt een pakketje, maar dat bereikt hem niet.’’
Jan: ,,Een Nederlandse jood doet zich voor als consul en weet hen met veel bluffen te bevrijden. Ze stappen zo weer in de trein. Willen naar Spanje of Engeland. Zich bij de geallieerden aansluiten. De drie hebben zelfs ’t idiote plan om terug te gaan naar Nederland en via Duitsland en Scandinavië de boot te pakken. Volslagen naïef. In Frankrijk worden ze opnieuw gepakt en vastgezet in een concentratiekamp. Dat verhuist naar Perpignan, bij de Spaanse grens. Daar ontsnappen ze. Iemand in Madrid verstrekt blanco paspoorten, zodat ze op de boot kunnen. Ze mogen van hem niet naar Engeland. Het wordt Curaçao. Nederlands grondgebied.’’
Jan vervolgt: ,,Via Curaçao belanden ze in de Verenigde Staten. Daar gaan de drie kameraden uit elkaar. Jaap volgt een parachutistenopleiding en gaat naar Engeland. Daar meldt hij zich begin 1943. Via het oorlogsministerie krijgt hij een opleiding bij de Special Operations Executive. Maar ja, de Duitsers nemen een marconist gevangen en krijgen informatie over alle droppings. Het bekende Englandspiel. Veel geheim agenten sneuvelen. De Royal Air Force verliest steeds vliegtuigen boven Nederland. Pas als de hele sectie is vernieuwd, springt Jaap in het voorjaar van 1944 uit het vliegtuig. Hij komt terecht in Voorthuizen en reist door naar Twente. Vanuit Nijverdal traint hij de ondergrondse en helpt hij bij het plegen van aanslagen. Er zitten ook liquidaties tussen. Dat weet ik zeker. Jaap vertelt er niet over. Slechts twintig jaar is hij. Moet hij aan die rauwdouwers van het verzet, mannen van veertig, uitleggen hoe ze een pistool vasthouden. Ik heb er bewondering voor.’’

Jan: ,,In november 1944 krijgt vader een bericht uit Nijverdal. De boodschap is: ‘We hebben hier een geheim agent. Die heeft tijdelijk een safe house nodig.’ Vader gaat er heen. Staat hij opeens oog in oog met Jaap. Kan je je dat voorstellen? Die ontmoeting. Zo emotioneel. Jaap komt bij ons in huis. Zijn schuilnaam is Indische Chris, vanwege het donkere uiterlijk. Ik weet nog dat ik thuiskom van school. Twaalf jaar oud. Moeder zegt: ‘Jaap is terug’. In de keuken zit een volwassen man die ik niet meer ken. Ik vraag: ‘Laat me je been eens zien’. Ik weet, daar zit een groot litteken van een brandwond. En het zit er nog. Het is Jaap... Als ik er nu over praat, kan mijn stem zo breken.’’
Ans: ,,Ik ben koerier tijdens de oorlog. Bezorg illegale kranten, maar breng ook afgesprongen piloten naar veilige adressen. Ik moet vaak op de fiets naar Nijverdal. Dan ga ik bij een huis achterom. Ze nemen mijn fiets mee in de schuur. Later hoor ik dat er microfilmpjes onder mijn zadelpen verstopt zitten. Filmpjes van spoorlijnen die ze willen opblazen. Als Jaap terugkeert naar Nijverdal, blijf ik weleens logeren. Ik weet nog dat hij via de radiozender een bericht krijgt: ‘De melk kookt over’. Hij vliegt overeind. Het startsein voor een geheime opdracht. Een brug opblazen. Mensen bevrijden.’’

Jan: ,,Vader heeft een onderscheiding gehad voor verzetswerk. Moeder had die ook moeten krijgen. En Jaap is natuurlijk een held. Absoluut.’’
Ans: ,,Hij heeft een hele balk vol decoraties, maar spreekt er bijna nooit over. Ik vind dat Zwolle hem niet mag vergeten. Daarom vertel ik nu graag zijn verhaal.’’

Jan: ,,Hij vindt alles rondom Soldaat van Oranje verschrikkelijk. Borstklopperij. Een boek over hemzelf zou hij subiet afwijzen. Ik heb hem wel gezegd: ‘Je had een enorme schop onder je kont moeten hebben. Als een onverantwoordelijke doldrieste 17-jarige ga je het huis uit. Dat had slecht kunnen aflopen’. Maar goed, hij speelde het wel klaar.’’
Ans: ,,Onze ouders waren trots op Jaap. Dat weet ik zeker. Zelf waren ze uiterst bescheiden. Ik heb ook nare dingen meegemaakt in de oorlog, maar die wuif ik weg. Ik was jong en je wordt snel wijs in die jaren. Na die tijd is traumaverwerking aangeboden. Maar ik verwerk het zelf wel.’’
Jan: ,,Jaap toonde moed. Het weglopen was kwajongensachtig. Maar hij heeft doorgezet. De tanden op elkaar. Ik neem daar mijn pet diep voor af.’’ Bron: De Stentor.

Voor de 94-jarige voormalig geheim agent Jaap Hinderink uit Laren was het vandaag 27-11-2017 een bijzondere dag. Na 67 jaar heeft hij eindelijk zijn oorlogsherinneringskruis mogen ontvangen.  Ondanks zijn heldhaftige daden tijdens De Tweede Wereldoorlog bleef zijn verleden langere tijd verborgen.
Dat hij vandaag het erekruis in ontvangst mocht nemen heeft zijn partner pas vandaag aan hem verteld. ,,Vanmiddag heb ik het hem pas gezegd, omdat het anders niet lang zou blijven hangen”, zegt Trudy van der Schoot. ,,Zijn geheugen is al enige tijd niet meer zo goed, maar het verleden van De Tweede Wereldoorlog herinnert hij zich nog heel goed.”
Volgens zijn partner was de uitreiking van het kruisje en de oorkonde dan ook een hele emotionele gebeurtenis. ,,Het onderwerp van de oorlog is nog steeds een heel precair onderwerp voor hem”, zegt ze. ,,Hij vindt het heel moeilijk om erover te praten, omdat dan al gauw de tranen komen.”
Volgens Van der Schoot heeft hij anderen niet met zijn verhalen lastig willen vallen. ,,Ook zijn kinderen niet”, zegt ze. Toen hij vanmiddag het kruis in ontvangst mocht nemen had hij wel in de gaten dat het met de oorlog te maken had. ,,En dan zegt hij opeens ,,nu niet meer hè’’ en dan komt er ook niks meer uit en wil hij er niet meer over praten.”
Volgens zijn broer Jan Hinderink heeft hij de verhalen eruit moeten trekken. ,,Op een gegeven moment ben ik hem gaan pushen om het verhaal te vertellen’’, zegt hij. ,,Ik zei hem: Als je er niet meer bent wil ik het verhaal nog aan je kinderen kunnen vertellen. Ik heb de kleine hoeveelheid informatie die ik van hem kreeg samengevoegd met informatie die ik zelf gezocht heb. Ik heb hiervan een kopie aan zijn kinderen en zijn partner gegeven, want die wisten heel veel niet.”
Het is niet de eerste onderscheiding voor zijn broer. In 1946 gaf Wilhelmina hem al de Bronzen Leeuw, de Koninklijke dapperheidsonderscheiding. En door de Britse Koning George werd hij onderscheiden met King’s Medal for Courage in the Cause of Freedom. ,,Maar mijn broer sprak hier nooit over. Hij was heel bescheiden. Pas op een 4 mei-herdenking zag ik hem met al zijn onderscheidingen zitten.”
In het najaar van 1941 vertrok Jaap Hinderink op 17-jarige leeftijd van huis om met twee vrienden van hem tegen de bezetters te gaan vechten. De drie jongens werden meermaals opgepakt en verbleven enkele maanden in een concentratiekamp. Uiteindelijk wisten ze vanuit Madrid met de boot naar de Verenigde Staten te reizen.
Van hieruit vervolgden ze hun reis met de trein richting een militaire basis in Canada. Daar volgde Hinderink een parachutistenopleiding waarna hij zich in 1943 in Engeland meldde bij de Britse geheime dienst. In 1944 werd hij met zijn parachute boven Voorthuizen gedropt, waarna hij zich in Twente op het coördineren van de verzetsbeweging ging richten. ,,Het was zijn bedoeling om de weg voor operatie Market Garden vrij te maken," aldus zijn broer.
Hinderink is een van de laatste drie levende geheim agenten. Het kruis met gesp 'Oorlogsvluchten 1940-1945' werd op 28 augustus 1951 door de minister van Oorlog toegekend en werd begin 1952 aan de burgemeester van zijn woonplaats Schoonebeek gestuurd. In die periode vertrok Hinderink naar Nieuw-Guinea, waardoor hij de onderscheiding niet in ontvangst kon nemen. Het ereteken werd bewaard met de bedoeling het uit te reiken wanneer hij zou terugkeren naar Nederland. Het kruis belandde echter in een archief en raakte in de vergetelheid.
Na een gemeentelijke herindeling kwam het archief bij de gemeente Emmen terecht. Daar ontdekte een medewerker het ereteken. Hinderink ontving de onderscheiding maandag uit handen van de burgemeester van Laren, Rinske Kruisinga. Bron: Algemeen Dagblad.



RELEASED:
NA

COMPLETE:
NO



© Weggum

w.mugge@home.nl

Datum: 02-09-2019