MAURITS FRENKEL.
Het neutrale Zwitserland werd tijdens de Tweede Wereldoorlog toevluchtsoord voor menig vluchteling. Naar schatting 2500 Nederlanders zouden voor kortere of langere tijd hun heil zoeken in Zwitserland, zoals Joden die de vernietiging wilden ontlopen, Engelandvaarders, die zich in Londen wilden aansluiten bij de Prinses Irenebrigade, en koeriers, die met waardevolle inlichtingen in Zwitserland aankwamen voor de Nederlandse regering in Londen.
De Nederlandse regering in ballingschap werd in Zwitserland vertegenwoordigd door gezant Bosch Ridder van Rosenthal, vice-consul van der Elst en militair attaché generaal van Tricht. Ook konden vluchtelingen een beroep doen op dr. Visser 't Hooft, voorzitter van de Wereldraad van Kerken, en op voormalig verzetsman van Nifterik.
- de Joodse arts Maurits Frenkel, die na zijn vlucht in Zwitserland in werkkamp Cossonay drainagesystemen moet aanleggen;
- verzetsman Henk Pelser, die samen met journalist Andries Ekker naar Zwitserland vlucht, die ook een tijdje in Cossonay verblijft;
- verzetsstrijdster Hannie Meyler, die uiteindelijk met haar man Sam Ritmeester naar Engeland vlucht om zich aan te sluiten bij de Prinses
Irenebrigade;
- officier Ynze Beek, kampcommandant van Cossonay.

WEGGUM.COM