JAN VAN DEN HOUT.
Verhoor van Johannes Cornelis Adrianus van den Hout,
oud 33 jaar, wonende te Empel, onderwijzer.
Vraag: Wij hebben een rapport, waarin melding wordt gemaakt van het feit, dat u in 1940 contact zoudt gehad hebben met luitenant van Hamel, toen hij in Nederland vertoefd heeft, nadat hij uit Engeland komende, hier gedropt was.
Is dat juist?
Antwoord: Jawel.
Vraag: Kunt u ons mededelen, hoe dat contact ontstaan is en wat het heeft ingehouden?
Antwoord: Het contact is ontstaan via mijn schoonvader. Toen Van Hamel gedropt was, had hij verschillende adressen gekregen, waar de zendinstallatie zou kunnen worden geïnstalleerd, maar die mensen hebben daarvan afgezien. Zodoende is hij via de heer van Gruting in contact gekomen met mijn zwager Van Vliet, en die heeft mijn schoonvader ingeschakeld. Zo kwam Van Hamel in het huis van mijn schoonvader met zijn zendinstallatie om de verbinding met Engeland op te nemen.
Vraag: Was hij er niet in geslaagd een adres te vinden, waar hij zijn zender kon gebruiken?
Antwoord: Neen.
Vraag: Ook niet bij de heer Van Gruting?
Antwoord: Neen.
Vraag: Die wilde hem toch wel helpen?
Antwoord: Inderdaad, die is ook zijn assistent en later zijn opvolger geworden, maar welke oorzaken daarvoor zijn opgegeven, weet ik niet.
Vraag: heeft dat contact ook gevolgen gehad in die zin, dat Van Hamel er in geslaagd is daar te zenden?
Antwoord: Hij persoonlijk is daar niet in geslaagd. Ik werd aanvankelijk overal buiten gehouden, maar toen het contact met Engeland niet tot stand kwam, heeft mijn schoonvader aan Van Hamel gevraagd, of hij mij daarover zou mogen inlichten, omdat ik in het leger radio-telegrafist was geweest.
Vraag: Heeft u toen voor hem gezonden?
Antwoord: Ja.
Vraag: Had hij één zender bij zich?
Antwoord: Ja.
Vraag: Hoelang heeft dat contact (met Engeland) geduurd?
Antwoord: Hoelang het uiteindelijk geduurd heeft weet ik niet. Tot onze arrestatie is het in Den Haag gebeurd.
Vraag: Hoelang is dat bij elkaar geweest?
Antwoord: Tot 21 October 1940.
Vraag: U was er zich van bewust, dat u uitgepeild kon worden?
Antwoord: Ja. Er is zelfs een stoorzender in de lucht geweest. Die kleine Engelse zenders zijn erg moeilijk te peilen. Zij hebben een gerichte straal. Wanneer je met je peiler niet precies in de zendlijn staat, vis je achter het net. Zij zijn er niet in geslaagd ons uit te peilen. De Duitsers hebben wel een stoorzender in de lucht gehad. Toen hebben wij onze zendtijden veranderd. Na een week wisten zij die ook. Maar uitgepeild hebben zij ons nooit.
Is het verhaal dat men niet uitgepeild kon worden aan Lodo van Hamel verteld door de Engelse geheime dienst? Iedereen die maar iets van zenders en frequenties wist kon weten dat dit een onzin verhaal is.
Vraag: Wist u ook, wat voor code Van Hamel had?
Antwoord: Jawel.
Vraag: Wat had hij dan voor code?
Antwoord: Het was een uitgave van een Nederlandse vertaling van de Bijbel in zakformaat, van het Nieuwe Testament. Dat was in Holland niet te verkrijgen. Hij had een exemplaar daarvan meegebracht. Met die bijbelcode werd de tekst van de sleutel gegeven.
Vraag: Was het een systeem van 'double transposition'?
Antwoord: Ja.
Vraag: Hoe moest u zich bekendmaken? Hoe wist men in Engeland, dat de telegrammen van Van Hamel kwamen?
Antwoord: Men had de roepletters.
Vraag: Wat hebt u gedaan met de zender (na de arrestatie van Lodo van Hamel)?
Antwoord: Niets.
Vraag: Hebt u die laten staan?
Antwoord: Ja.
Vraag: En bent u blijven doorzenden?
Antwoord: Ja, gewoon.
Vraag: Wie volgde Van Hamel op?
Antwoord: Van Gruting.
Vraag: Had het bericht uit Engeland over de beschieting van het watervliegtuig voor u niet een reden moeten zijn om hetzij de zender ergens anders heen te brengen, hetzij een tijdlang met zenden te stoppen, omdat u vermoeden kon, dat er iets gebeurd was?
Antwoord: Wij hadden ook onze veiligheidsmaatregelen genomen. De zender was ingebouwd tussen de vloer. Toen de Duitsers later een inval deden bij ons, hebben zij niets gevonden.
Vraag: Wanneer is de inval van de Duitsers gekomen?
Antwoord: Een dag of 10 later (na de arrestatie van Lodo van Hamel) in elk geval na 21 October, ik meen een week later, 28 October.
Vraag: Bent u toen ook gearresteerd?
Antwoord: Neen, de Duitsers hadden geen verdenking tegen mij. Mijn schoonvader en mijn vrouw zijn gearresteerd door een toevallige oorzaak. Wij werkten in de regel 's nachts nogal laat en zo had mijn vrouw eens gezegd: Ik zou het wel op prijs stellen dat Morseschrift te leren, dan kan ik je taak eens overnemen. Zij heeft toen mijn Morse Alphabet overgenomen. Zij was typiste bij Rijkswaterstaat en was op kantoor bezig, dat alphabet in haar hoofd te pompen. Toen de Duitsers bij ons kwamen hebben zij in haar tasje dat Morse alphabet gevonden. Zij dachten toen: dat is de telegrafiste. Mijn vrouw is gearresteerd, maar mij hebben zij laten lopen, tenminste 2 dagen. In die tijd heb ik de antenne, de aardleiding en wat er verder bij hoorde afgebroken en heb de zender gebracht naar een vriend,
A.J.J. Buijs in Amsterdam, die er mee doorgegaan is. De volgende morgen zou ik bij mijn ouders in Brabant onderduiken, maar 's nachts kwamen de Duitsers mij halen. Ik was 6 uur te laat.
weggum.com