HENDRIK W BLONK.
Hij heette Hendrik Blonk, maar iedereen noemde hem Poppesnor.

Een zeer foute politieagent. Veel joden en verzetsstrijders zijn door hem in handen van de bezetter gevallen.
Uren lang kon hij bij nacht en ontij een huis observeren als één of andere verrader hem had verteld dat er in dat huis joden waren ondergedoken of dat daar verzetsmensen woonden.
Op de hoek van de Lindengracht/Baangracht stond na 17:00 uur altijd de ouderwetse houten bakkerskar van bakker Dunselman.
Het gebeurde ver in de spertijd. Niemand mocht zich ná 20.00 uur, 's-winters ná 18.00 uur, buiten vertonen, Zelfs niet uit het raam hangen.
Toch hadden een paar mannen van de Lindengracht gezien dat poppesnor zich in die bakkerskar had verstopt om een verdacht huis te observeren.
Snel zijn ze naar de bakkerskar gerend en hebben de vergrendeling erop geschoven.
Uren heeft poppesnor in die kar midden in de winter opgesloten gezeten.
Een paar mensen van de luchtbeschermingsdienst (kneuzen, die wél na spertijd op straat mochten om te kijken of de huizen wel goed waren verduisterd) hebben hem uit de kar gehaald.
Gelukkig zijn de opsluiters van poppesnor nooit gepakt. In de Jordaan wisten de meesten hun mond te houden als dat nodig was, hoe loslippig de Jordanees in ’t algemeen ook is.
Het verhaal heb ik ook pas na de oorlog gehoord van één van die mannen. Freek heette hij. Ik ben helaas zijn achternaam vergeten.
Poppesnor is na de oorlog gearresteerd. Ik was erbij als jochie van veertien dat hij op een platte kar was neergepoot en met een stengun van een BS-er in zijn nek werd gedwongen om het Wilhelmus te zingen. (BS – Binnenlandse Strijdkrachten)

Bron: Het geheugen van West.



In de Atlas van een bezette stad. Amsterdam 1940-1945 beschrijft Bianca Stigter honderden bekende en onbekende adressen in Amsterdam, waar tijdens de oorlog iets van betekenis is gebeurd. Personen en gebeurtenissen die te particulier of te weinig betekenisvol zijn om in overzichtswerken genoemd te worden, komen hier aan bod.

Zo is ook politieagent Hendrik Blonk, bijgenaamd Poppensnor, in beeld gekomen. Hij werkte bij het Bureau Joodse Zaken, een politieafdeling die op Joden joeg. Op Jan Hanzenstraat 50 III arresteerde hij op 3 december 1942 Leopold Reens, na een tip dat er een levende geit naar binnen was gebracht. Reens was enkele maanden eerder uit doorgangskamp Westerbork ontsnapt en werd kort na zijn arrestatie vermoord in Auschwitz. Op Dintelstraat 40 arresteerde Blonk in januari 1943 Nout van Dam, die drie maanden later in Sobibor werd vermoord.
Op 15 juli 1943 werd Blonk op Ringweg 41, een adres dat niet meer bestaat, neergeschoten door het verzet. Hij overleefde de aanslag. Na de oorlog kreeg Blonk, bijgenaamd ‘de schrik van donker Amsterdam’, acht jaar gevangenisstraf. Tijdens zijn proces corrigeerde hij de aanklager: hij had niet 52 maar ‘minstens honderd’ ondergedoken Joden gearresteerd. Blonk kwam na vier jaar vrij.
WEGGUM.COM