DAVID WIJNKOOP.
David Joseph Wijnkoop (Amsterdam, 11 maart 1876 - aldaar, 7 mei 1941) was een Nederlandse communistische voorman in de eerste helft van de twintigste eeuw. Hij was de oudste zoon van (opper)rabbijn Joseph Wijnkoop.
Op het Barlaeus Gymnasium werd hij statutair niet toegelaten als lid van de schoolvereniging Disciplina Vitae Scipio, omdat hij Jood was. Hij brak in 1909 met de SDAP en was met Jan Ceton medeoprichter van de Sociaal-Democratische Partij (SDP), waaruit de Communistische Partij Holland (CPH) ontstond. Wijnkoop was leider van de communisten in de jaren rond de Eerste Wereldoorlog. Hij agiteerde fel tegen de sociaaldemocraten en organiseerde in Amsterdam demonstraties tegen de Amsterdamse SDAP-wethouder Wibaut. Op 13 november 1918 probeerde hij in Amsterdam een revolutie te ontketenen. Tijdens een bijeenkomst in de Diamantbeurs riep Wijnkoop op tot de oprichting van arbeiders- en soldatenraden om de macht over te nemen. Een optocht van enkele duizenden trok naar kazernes in de stad, in de hoop dat de soldaten zich bij hen zouden aansluiten. Bij de kazernes werden de betogers echter met geweld teruggedrongen door het leger, waarbij uiteindelijk vier doden vielen. De paniek en het geweld maakten een einde aan de revolutionaire poging. Wijnkoop trad in 1925 uit de CPH, maar keerde daarin later terug.
In 1931 diende Wijnkoop een initiatiefvoorstel in over bestrijding van de nadelige gevolgen voor arbeiders van de economische crisis; het voorstel werd in 1932 ingetrokken.
Wijnkoop richtte in 1907 met Jan Ceton en Van Ravesteyn het tijdschrift De Tribune op. Met de Tribune-groep trad hij uit de SDAP en richtte de Sociaal-Democratische Partij (SDP) op, die in 1919 haar naam veranderde in Communistische Partij Holland (CPH). Wijnkoop trad met een aantal aanhangers in 1925 uit de CPH. Het conflict hing onder andere samen met de wens om in plaats van Van Ravesteyn een 'arbeidersafgevaardigde' in de Tweede Kamer te krijgen. Hij koos de zijde van Van Ravesteyn. Dankzij de steun van de Communistische Internationale wist de minderheid de strijd met Wijnkoop c.s. te winnen.
Op Prinsjesdag 1932 verstoorde hij met zijn fractiegenoot De Visser in de Ridderzaal de orde door na het uitspreken van de Troonrede te schreeuwen. De overige Kamerleden overstemden hen door luidkeels het Wilhelmus aan te heffen. In 1934 gebeurde hetzelfde waarna hij met zijn partijgenoot hardhandig uit de Ridderzaal werd verwijderd.
Als onderduiker leefde Wijnkoop onder de naam De Vries. Na zijn begrafenis stonden rechercheurs van politie de persoonsbewijzen van de bezoekers te controleren. Zij zeiden "een zekere De Vries" te zoeken. Die was evenwel zojuist begraven.
Bron Wikipedia.

WEGGUM.COM