CEES HAECK.
Oom Kees, Zijn achternaam komt nauwelijks voor in de literatuur over de Tweede Wereldoorlog. In 'Het grote gebod', het lijvige gedenkboek van het verzet in LO en LKP, wordt hij aangeduid als Cees'. Als 'Oom Kees' wordt hij met een tekening afgebeeld in 'De mannen van overste Wastenecker'. Dit boek handelt over de geschiedenis van de Binnenlandse Strijdkrachten in Noord-Hollands Noorderkwartier. Gewestelijk commandant van de BS was J.G.M. Wastenecker, opererend vanuit Alkmaar.'Cees' en 'Oom Kees' zijn Cees Haeck, hoofd van de christelijke school aan de Basserweg (Stationsweg).

Cees Haeck was provinciaal leider van de LO-LKP. Korte tijd, na 23 juni 1944, was hij districtsleider van de LO-Haarlem. Hij werd echter gepakt en gevangen gezet. Na één dag is hij uit de Haarlemse gevangenis bevrijd door een Haarlemse rechercheur en keerde hij terug naar zijn oude standplaats: Noord-Holland-noord. Na augustus 1944 was hij gewestelijk LO-leider. Na de oprichting van de Binnenlandse Strijdkrachten in september 1944 maakte de Heerhugowaarder als voedselofficier in algemene dienst deel uit van de gewestelijke staf van de BS. Cees Haeck was uiterst actief in het verzet. Hij werd geboren te Bruinisse in 1907 Najaar 1939 verhuisde hij met zijn vrouw Maria Anna Zoeter vanuit Alphen aan den Rijn naar Heerhugowaard. Hij werd hier hoofd van de christelijke school. Vijf van de zes kinderen zijn gebo­ren in Heerhugowaard.

Al heel vroeg was Haeck betrokken bij het verzet, reeds vanaf medio 1942 vermoedt zijn in Bruinisse wonende zuster Carla Meeuwsen-Haeck (1918). Zij denkt dat Cees al snel nauw samenwerkte met mannen als Sicco Mansholt en Adrie de Graaf. Sicco Mansholt, later minister van Landbouw, was één van de mensen in de Wieringermeer die voor voedsel en transport van wapens zorgden. Adriaan Cornelis de Graaf was gewestelijk voedselofficier en laadmeester van de BS. De Graaf, wonend in de Wieringermeer onder de rook van Opperdoes, werd op 17 april 1945 op 42-jarige leeftijd dood­geschoten door een landwacht. Nabij de plek waar hij werd omgebracht, staat in de berm van de provinciale weg Wognum-Verlaat te zijner nagedachtenis een monument. Deze weg is ook naar de Wieringermeerse verzetsstrijder genoemd. Het noordelijk deel van de A.C. de Graafweg loopt over grondgebied van Heerhugowaard. Samen met schoolinspecteur J.J. Feringa uit Alkmaar nam Cees Haeck zeer actief deel aan illegaal werk van allerlei aard. Als leider van de verzetsorganisatie LO in Noord-Holland werd Haeck wapeninstructeur. Hij nam deze taak over van Leo Verschoor uit Sint-Pancras, de ondergedoken gereformeerde predikant van Heerhugowaard/ Sint-Pancras. De wapeninstructies begonnen in oktober 1944. Onderduikers die ingedeeld waren bij formaties van de Binnenlandse Strijdkrachten moesten die wapens leren hanteren. De centrale oefen- en instructieplaats was in een boerderij in de Wieringermeer. Als voedselofficier, na september 1944, werd Cees Haeck de 'ongekroonde koning' van de voedselvoorziening van de BS in Noord-Holland benoorden Alkmaar genoemd. Mede door zijn inspanningen zijn flinke hoeveelheden voedsel en andere benodigdheden uit Noord-Holland-noord getransporteerd naar Amsterdam, Haarlem en 't Gooi. De Wieringermeer leverde 2000 ton tarwe, de kop van de provincie 2200 ton groente en 1500 liter olie. Uit West-Friesland kwam onder meer 340 ton aardappelen, 14 ton kaas en 3 ton vlees. Nadat "Oom Kees' in het verzet terecht kwam, werd zijn taak als schoolhoofd van de tweemans-school in Heerhugowaard overgenomen. Geruime tijd was hij ondergedoken nabij het droppingsterrein Mandrill aan de Zomerdijk tussen Spanbroek en Wognum. Daar zijn vele tonnen wapens en levensmiddelen gedropt.

Cees Haeck was begin februari 1944 ondergedoken toen zijn moeder, zus Carla, een broer en nog een andere zus in zijn huis aan de Stationsweg kwamen wonen. De familie Haeck ontvluchtte Bruinisse, dat de Duitsers onder water hadden gezet. Carla Meeuwsen-Haeck is tot de bevrijding in Heerhugowaard gebleven. Haar broer Rinus raakte in Heerhugowaard betrokken bij het verzet. Nadat Cees in Haarlem was gepakt, dook zijn vrouw Mies een poosje onder. Zij hield zich schuil op diverse plaatsen, onder andere in Aalsmeer, Wieringermeer en Andijk. Zij had een kind bij zich. Van de andere kinderen werd de tweeling Jacobus en Marinus (op 23 september 1939 geboren in Heerhugowaard) enige tijd verzorgd door dominee W.C. Huismans, van 1944 tot 1949 predikant van de Gereformeerde Kerk in Heerhugowaard. De Duitsers hebben in 1944 het huis van de familie Haeck leeggehaald, herinnert Carla Meeuwsen-Haeck zich. "Alles werd meegenomen. We kregen toen meubels van dominee Verschoor uit Sint-Pancras, die was zelf ondergedoken." Mies Haeck-Zoeter werd op 28 april 1945 gearresteerd. Samen met onder anderen Pieter de Graaf en Truus Zandbergen, leden van de KP-Heerhugowaard, moest zij naar Alkmaar. Cees Haeck verhuisde na de bevrijding naar Heiloo. Het schoolhoofd keerde in 1954 terug naar Heerhugowaard. In 1958 verhuisde de familie Haeck naar Ridderkerk. "Mijn vader praatte in de klas heel vaak over de oorlog. Hij liet bij voorbeeld een parachute zien waarmee wapens waren gedropt," zegt zijn dochter Heleen de Jong-Haeck uit Hellevoetsluis. Zij, geboren in 1944 te Heerhugowaard, zat drie jaar bij haar vader in de klas. Ze bewaart de parachute als tastbaar aanden­ken aan zijn verzetsactiviteiten. 'Oom Kees' stierf in 1989 op 82-jarige leeftijd in Ridderkerk.

Source: https://www.historischheerhugowaard.nl/361050801


                                                                     




                                                                                          w.mugge@home.nl