Tweede missie van Tobias Biallosterski uitgevoerd samen met de marconisten Pieter de Vos en Paul Polak.
ARRESTATIE II
Arrested part II
"In Obdam werd een grote zoekactie op touw gezet en de Duitsers arresteerden alle mannen van het dorp, omdat zij ervan werden dacht aan een schietpartij te hebben deelgenomen. Er waren namelijk 20 à 30 Duitsers als versterking vanuit Alkmaar aangevoerd. Ook het huis van de familie Mulder waar Jard ondertussen binnen was gelaten werd niet overgeslagen, een Duitser trapte toen niet snel genoeg werd opengedaan de deur in en Jard kon vanuit zijn schuiplaats alles horen. De Duitsers vermoeden dat Jard zich in het kippenhok had verstopt en gooiden daar een handgranaat naar binnen. Hij zat echter in een aardappelkelder onder de vloer van de woning waar een kleed overheen lag en een bed bovenop stond. Om de druipsporen van de natte kleren van Jard weg te werken had mevrouw Mulder nog gauw de vloer helemaal gedweild. Vader Mulder werd net als de andere mannen in linie voor het gemeentehuis opgesteld met de handen omhoog. Na een paar uur werden de mannen, nadat de zoekactie niets had opgeleverd, weer vrijgelaten.
Na schone en droge kleren te hebben gekregen van de familie Mulder vertrok Jard in het donker richting Spanbroek. Hier nam hij direct contact met Hil Schipper op en deze informeerde meteen Amsterdam over de arrestatie van Tobias. Jard bleef tot 18 februari ergens in Spanbroek waar hij een nieuw persoonsbewijs kreeg op de naam van Jard van Ginneke. Vanuit Spanbroek vertrok hij naar Amsterdam omdat de Grüne Polizei nu wist wie hij was, was zijn positie in Amsterdam onmogelijk geworden en dus vertrok hij op 12 maart richting het bevrijde Zuiden, waar hij op 14 maart aankwam".
Het hele voorval in Obdam werd ook beschreven in het boek 'De oorlog maakte alles anders' uitgegeven door de gemeente Obdam in mei 1995.
In Obdam, the Germans arrested all the men of the village, because they were suspected in having participated in the shootings. These Germans, about 20 or 30 of them, had been brought in from Alkmaar. The house of the mason was not missed and a a German soldier kicked the frontdoor in because it was not opened quickly enough and Yard could hear all this from his hiding place. The Germans expected Jard to be hiding in the hen house and threw in a handgrenade killing all the chickens. Jard however was safely hidden in a potato storage cellar under the floor of the house. The shutter which gave excess to the cellar was covered by a rug and a bed was placed on top of it. To cover the wet tracks of Jard when he came in Mrs. Mulder had quickly moped the floor completely. Mr. Mulder was lined up in front of the townhall with the rest of the men of Obdam with their hands in the air. After a few hours when the search of the Germans had no result at all they were released. After Jard had received dry and clean clothes from the Mulder family he left in the dark night in the direction of Spanbroek looking for Hil Schipper. There he learned that most of his comrades were wounded and then arrested. Hil immediately informed Tobias' office in Amsterdam and told them about Tobias' arrest. Jard stayed somewhere in Spanbroek till February 18th then Hil gave him a new identity card on the name of Jard van Ginneke. From Spanbroek he travelled back to Amsterdam, however the Germans now knew who he was and he had to leave the occupied part of Holland. He left Amsterdam March 12th 1945 and arrived in the liberated southern part of the country on March 14th.
As a result of Tobias' arrest, his illegal employee, W.H. Pommerel was arrested. Mr. Pommerel was employed by the Provincial Electricity Network Company in Hoorn (Provinciale Electriciteits Maatschappij te Hoorn) and had a large share in the construction of illegal telephone connections in Noord-Holland. When Tobias was arrested he had a list of illegal phone numbers on which Pommerel's name appeared. On April 6th, 1945, Mr. Pommerel was executed in Limmen.
So far the story of Eddy de Roever, a few years ago I interviewed Cor Wijnker, who was accidently picked up by the Germans in Obdam. His story is in some aspects quite different from that of Eddy de Roever. Cor was the only one alive who witnessed it all.
"Ik moest die ochtend van mijn moeder naar de kerk, zij was nogal gelovig en het was noveen van Maria Lichtmis.
Ik ging dus naar de kerk en mijn broer Piet ook. Na afloop van de mis liep ik naar huis en onderweg was een mannetje van een jaar of zestig die met zijn fiets en een zak aardappels aan het modderen was. Hij probeerde op te stappen, maar met die zak aardappels ging dat niet. Ik dacht, ik help die man even en terwijl ik daar mee bezig was werd ik door een Landwacht op mijn schouder getikt en die zei: "Meelopen"! Dat mannetje moest ook mee en samen zijn wij naar het raadhuis gelopen. Daar mocht dat mannetje verder gaan, maar ik moest daar blijven staan. Even later, zeker binnen een kwartier, komt de vrachtauto van Roemer eraan en die werd ook aangehouden. Er zaten mannen achterop in de bak. De vrachtauto van Roemer werd doorzocht, de mannen bleken EHBO trommels bij zich te hebben en dat was verdacht. Wij moesten vervolgens met z'n allen het gemeentehuis in. Men had mij aangehouden omdat ik stuk verderop ten opzichte van de vrachtwagen met dat mannetje bezig was had men het idee dat ik op de uitkijk stond of er geen Moffen of Landwachters stonden, maar ik was mij van geen kwaad bewust. In het gemeentehuis zijn de ondervragingen begonnen, de Landwachters ondervroegen alle inzittende van de vrachtwagen en er was er één die pittig mishandeld werd. Hij (dr. Frederik Haverkamp) had een tamelijk groot hoofd maar na een kwartier was dat een keer zo groot. Zij namen hem flink te grazen en hij sloeg door en vertelde dat hij bij dr. Lohman uit Obdam vandaan kwam.
Het gemeentehuis had een gang met een soort werkkamer voor het personeel en daar moest ik naar binnen, samen met nog iemand (Jard). Wij werden bewaakt door een Landwachter die op een gegeven moment zag dat deze persoon papieren verscheurde en achter de verwarmingsradiator verstopte. In het gemeentehuis waren alleen Landwachters, er waren geen Duitsers bij. Die Landwachters waren Willem A. van der Spek en consorten. Ik was niet zo bang voor hen want zij reden hier vaak dagelijks voorbij en kwamen uit Hoorn".
My mother had told me to go to church, because she was very religious and it was novena of Maria Candlemas. So I went to church and so did my brother Piet. After mass I walked home and en route I noticed an old man who was struggling with his bicycle and a sack potatoes. He tried to get onto the bike, but the sack potatoes got in the way and he did not manage to get onto his bike. So I decided to help him and while I was doing so a Militia man touched my shoulder and said: "Come with me"! The old fellow had to come along too and we walked to the townhall. There the old man was allowed to continue his way, but I had to stay there. After a while, it must have been at least a quarter of a hour, the truck of Roemer arrived and it was stopped as well. There were men sitting in the bucket. The truck was searched and the men appeared to have First Aid drums with them. This was very suspicious and all of us had to go into the townhall. They had arrested me because they thought I was a lookout to watch if no Germans, or Militia were approaching, but I knew nothing about it. In the townhall the questioning had started, the Militia men question everybody who had been on the truck, one of them was severely beaten up. He (Dr. Haverkamp) had quite a large head but after they were finished with him, after 15 minutes, it was twice as big. The Militia beated the shit out of him and after a while he broke and told them he had been with dr. Lohman in Obdam. The townhall had a corridor with a kind of an office for the people who worked there and I had to stay there with someone else (Jard du Celliee-Muller). We were guarded by a Militia man who noticed that this man was tarring up papers and stuck them behind a heating radiator. In the townhall were only Militia men present, there were no Germans there. The Militia men came from Hoorn under command of Van der Spek. I was not afraid of them because they passed through the town practically every day.
Cor Wijnker vertelt verder: " De rode vrachtwagen van de melkfabriek werd bestuurd door Markus Brouwer en hij was bang in een hinderlaag van het verzet terecht tekomen en nam daarom de nieuwe weg via Opmeer naar Obdam. De knokploeg van Hil Schipper was al in Wognum aangekomen, maar fietste nu binnendoor naar Obdam. Toen wij in Obdam aankwamen begon men meteen te schieten, de knokploegleden zaten verscholen in huizen tegenover het gemeentehuis. De kogels vlogen ons om de oren terwijl wij van de vrachtwagen afkwamen. Wij vlogen het portiek van het gemeentehuis in waarbij een Landwachter door zijn achterwerk werd geschoten. Eenmaal binnen moesten wij naar boven naar een kamer aan de voorkant".
De groep bestond nu uit de volgende personen: Tobias, Jard, Hellema, Smoorenburg, Haverkamp, Wijnker, dr. Lohman, zijn zoon, een onbekende onderduiker en de bejaarde tuinman van Lohman.
Cor Wijnker continues:" The red truck of the diary factory was driven by Markus Brouwer, he was afraid to end up in an ambush of a resistance fighting unit so he took the long way via Opmeer to Obdam. The fighting unit of Hil Schipper had already arrived in Wognum by bicycle and now the took the short way to Obdam. When we arrived in Obdam the shooting started immediately, the resistance fighting unit had hidden between the houses opposite of the townhall. Bullets were flying around us while we got of the truck. We stormed into the porch of the townhall and a Militia man was hit in his lower back. Once inside we had to go to a room on the first floor at the front. The group consisted of the following men: Tobias, Jard, Hellema, Smoorenburg, Haverkamp, Wijnker, dr. Lohman, his son, a unknown man who was in hiding with Lohman and the old gardener of Lohman.
Na de schietpartij aan de achterzijde van het stadhuis gaat het verhaal van Cor verder. Hij was door een kogel in zijn been geraakt: "Ik kon nog wel lopen en van een Landwachter moest ik opnieuw door een sloot waden om een schuit die aan de overkant aangemeerd lag op te halen. Vervolgens moest ik samen met die Landwachter diegene die was overleden over het land slepen en in die schuit gooien. Daarna moest ik weer naar het gemeentehuis. Na de vluchtpoging werden de twee andere gewonden ook naar het gemeentehuis teruggebracht waarbij zij meteen geboeid werden. Met z'n drieën werden wij weer achterop de vrachtwagen van de melkfabriek gezet, Tobias lag volgens mij niet op deze wagen. Ik wist niet wie er bij mij in de vrachtwagen lagen, ik kende deze mannen niet. Ik kende geen van allen. Zij waren artsen, dat vertelde één van hen mij. De vrachtwagen heeft nog een tijd op de Waardijk gestaan omdat zij bang waren daar overvallen te worden, men was daar met lampen aan het seinen. Later is men toch maar doorgereden naar Alkmaar".
After the shooting behind the townhall Cor' story continues after he was hit by a bullet in his leg while trying to escape too: "I was still able to walk and a Militia man told me to wade through the ditch again to fetch a barge that was moored on the other side of the ditch. Then I was ordered to drag the body of the man who had died together the same Militia man over the field and dump it into the barge. After doing so I had to return to the townhall. After the attempted escape the two men who were wounded were also brought back to the townhall and immediately handcuffed. The three of were put on the bucket of the truck of the diary factory again and I do not believe Tobias was on there as well. I did not know who the two others were, I had never seen them before. they were doctors, one of them told me. The truck stood on the Waardijk for a while, because the Militia men were after of a raid by the resistance. They were signalling with lights there (who was signalling is not clear). After a while they drove on and took us to Alkmaar".
Cor Wijnker: "Wij kwamen in Alkmaar aan en dat was op de Kennermersingel daar stond een huis van de Landwacht. Daar binnen wij eerst naar binnen en hebben daar een paar uur doorgebracht. Vervolgens gingen wij naar Heiloo naar het St. Willibrord met een soort grote jeep. Ik was nat en smerig en daar heb ik een hele tijd in een kamer gezeten met een Landwacht en wat er met de twee andere gewonden gebeurde weet ik niet, ik denk niet dat zij daar verpleegd zijn. De Landwachter zag wel hoe ik er aan toe was en hij zei: "Ik zal je wat asperines geven en een schone onderbroek", mijn kleren werden over de verwarming te drogen gehangen. Deze Landwachter was een boerenzoon uit de Haarlemmermeer en ik vond hem ergens wel een sympatieke man. Van Heiloo werd ik geboeid naar Amsterdam gebracht (de Weteringschans gevangenis) en ik zag ik beide andere gewonden weer, hier werden wij ondervraagd. Wij moesten op onze knieën zitten met onze handen omhoog, de andere twee ook, maar dat houd je niet lang vol en dan kreeg je een mep of een trap. Tijdens dit verhoor is één van de twee overleden, wat er met die ander gebeurd is weet ik niet want ik kwam in een cel terecht".
Cor Wijnker: "We arrived in Alkmaar and were taken to a house of the Militia on the Kennermersingel. We had to in there and spent a few hours there and then we were taken by a kind of a large jeep to Heiloo to the St. Willibord hospital. I was wet and dirty and spent a lot of time in a room with a Militia guard. What happened to the two other wounded men I do not know, I do not think they were nursed there. The Militia guard noticed in what kind of state I was and he said: "I will give you some aspirins and clean underwear", my clothes were hanged over a heating radiator to dry. This Militia guard was a famer' son from the Haarlemmermeer and some how I found him a rather sympatric man. From Heiloo I was transported, handcuffed, to Amsterdam (Weteringschans prison) and there I saw the other two wounded men again. We were interrogated there, had to sit on our knees with our hands in the air. The other had to do the same, but one can not sit this long and when one fell over he was kicked or received a blow. During this interrogation one of the two doctors passed away, what happened to the other one I do not know, I was locked up in a prison cell.
One of the doctors did not die there, both of them were executed while laying on stretchers. The execution took place in Limmen, North-Holland. Executed were:
M.J. Bultema.
J.P. Coté.
D. de Geus.
N. Godijn.
J. van Hunxleden-Houwert
F.F. Haverkamp.
H. Heerschop.
J.L. Hordijk.
P.G. Koning.
D.M.R.H. Kroon.
M. van Marle.
S. Middelhof.
W. Pommerel.
A. Prins.
H. Prins.
A.J. de Rooij.
J.H. Smoorenburg.
O.P. Vrolijk.
E.E. Woutman.
"Ik heb niet gezien dat Tobias met een ambulance naar Alkmaar is vervoerd, wij werden op die melkwagen naar Alkmaar gebracht. Ook heb ik niet gezien dat er aandacht aan de laarzen van Tobias werd besteed, hij hoefde in ieder geval zijn laarzen niet uit te trekken".
I did not see that Tobias was transported by ambulance to Alkmaar, we were transported on the truck of the diary company. I did not see either that there was special attention for the boots Tobias was wearing, he certainly did not have to take them off.
Cor besluit met: "Ik vond het erg roekeloos om met vier man op zo'n auto te zitten met van die Engelse verbandtrommels en dan overdag naar Amsterdam, terwijl er vrijwel geen auto's meer reden en zeker geen vrachtwagen, die waren allemaal gevorderd. Men heeft bewust een enorm risico genomen, terwijl dat eigenlijk helemaal niet nodig was".
Cor concludes: It was reckless to travel with four men in the back of such a vehicle, carrying these English First Aid drums with them during daytime. There were no longer cars or trucks on the road, they all had been confiscated by the Germans. They took a huge risk, which was completely unnecessary.
Het hele voorval in Obdam werd ook beschreven in het boek 'De oorlog maakte alles anders' uitgegeven door de gemeente Obdam in mei 1995.
The whole affair was also written down in a book called 'The war changed everything' published by the township of Obdam in May 1995. This is the third version of what happened in Wognum and Obdam.
Deel III 'Arrestatie'
WEGGUM.COM