De geschiedenis van een OD zender

Bron: SOE file HS6/737
Introductie

Dit document gaat over het ontstaan van een Orde Dienst zender die door Bureau Inlichingen gerund werd en via deze zender kwamen signalen in Londen binnen over het Englansspiel en over colloborateurs die of voor de Gestapo, of voor de Abwehr werkten. In feite gaat het hier om een zender van de verzetsgroep Zwaantje, die ook berichten voor de O.D. verstuurde, maar ook voor de Dienst Wim en de Groep Kees. De Orde Dienst beschikte reeds over twee zenders: die van MI-6/SIS agent Niermeijer in Amsterdam en die van Dr. Brouwer in Bilthoven.

Ik heb het document uit het Engels vertaald, maar heb gepoogd niets aan informatie of sfeer verloren te laten gaan.
DE GESCHIEDENIS VAN EEN O.D. ZENDER                                  (The O.D. wireless set.)

Wij zijn er op gebrand om zoveel mogelijk informatie binnen te krijgen over deze zender omdat onze huidige kennis over dit station, gezien de berichten die wij er van ontvangen meer van beschamende aard zijn dan van waarde. Er zijn tal van redenen om de echtheid van deze berichten te wantrouwen, maar tegelijkertijd kunnen deze bericht uit het oogpunt van veiligheid ook niet ter zijde geschoven worden. Deze toestand wordt geillustreerd door twee groepen berichten die gedurende de laatste maanden ontvangen zijn. Beiden zijn van  alarmeerd karakter waarbij de één behoorlijk echts is en de ander twijfelachtig. Deze berichten kunnen verdeeld worden in twee soorten, (a) berichten over DE WILDE
(van der Waals) en (b) berichten aangaande DOULIN (Pieter Dourlein) en DRAKE (Ben Ubbink).
a) op 13 mei (1943) vroeg de O.D. zender "kent u DE WILDE die beweert voor u te werken"?. Op dat moment overwogen wij de evacuatie uit Nederland van Nicolaas DE WILDE, een betrouwbaar contactpersoon van onze agent BILL (Beukema toe Water) om verslag uit te komen brengen over het geheime leger. daarom antwoorden wij dat DE WILDE deel uit maakte van onze zuster organisatie, maar vroegen later of er redenen waren waren om hem te wantrouwen. Op 21 mei antwoorde de O.D. zender met "Wij weten al geruime tijd absoluut zeker dat twee personen met de codenaam DE WILDE voor de vijand werken". Dit bericht veroorzaakte grote opschudding, maar uit andere bronnen wisten wij dat zij niet refereerden aan de geheime afgezant BILL.
Deze andere bronnen waren de koerierslijnen naar Bern en Stockholm. Zij maakten duidelijk dat er een Duitse agent was die zichzelf Anton de Wilde of iets dergelijks noemde. DE WILDE was zeer actief en succesvol op diverse fronten. Ten eerste was hij doorgedrongen tot de kringen waarin KOOS VORRINK zich bewoog. In noverbember 1942 was er door instructies vanuit Engeland met VORRINK contact opgenomen door onze agent PARSNIP (Jan van Rietschoten) en zijn telegrafist SPINACH (Jo Bukkens) en kort daarop verzond SPINACH grote hoeveelheden berichten voor hem naar Engeland. Deze berichten waren veelal van politieke aard, waren bestemd voor de Koningin en werden 'Victoria" boodschappen genoemd.

Om zijn betrouwbaarheid bij VORRINK te laten blijken vroeg SPINACH om een bepaalde boodschap door Radio Oranje uit te laten zenden en dit vond begin december (1942) plaats. Ongeveer midden maart (1943) vroeg SPINACH om de boodschap "De papieren van Jacob zijn binnen" via Radio Oranje uit te laten zenden om daarmee aan te geven dat zijn ''Victoria" berichten nummers 21 en 22 ontvangen waren. Dit is gebeurd.
In mei kwam er vanuit Bern een bericht binnen met de mededeling dat, volgens DE WILDE, SPINACH en VORRINK begin april gearresteerd waren. Er stond ook in dat hij
(de Wilde) de persoon was die de eerste  boodschap via Radio Oranje had laten uitzenden om daarmee het vertrouwn van VORRINK te winnen.
Op 6 juni kwam er een bericht vanuit Stockholm binnen waaruit bleek dat DE Wilde de tussenpersoon was geweest waarmee VORRINK met Londen had gecommuniceerd en dat hij ook degene was geweest die de tweede boodschap "De papieren van Jacob zijn binnen" door Radio Oranje uit had laten zenden. Dit bericht uit Stockhom bevatte ook de mededeling dat "Anton goochelt met Radio Oranje". Andere berichten uit Stockholm bevatte een rapport van een man genaamd VAN HOUTEN waarin beschreven stond dat een andere agent genaamd DUTILH
(Kees Dutihl van Groep E en Groep Kees) was verraden doordat hij contact had met DE WILDE. Vanaf dat moment stond Anton DE WILDE algemeen bekend als een Duitse agent en op 30 juni (1943) rapporteerde Stockholm: "Nederland wil Anton elimineren. Voorkom a.u.b. dat de contacten van Anton hem hierover op de hoogte stellen".
Hieruit bleek wel dat de eerdere berichten over DE WILDE, ontvangen van de O.D. zender wel degelijk op waarheid leken te berusten
b) Op 23 juni (1943) werd het volgende bericht van de O.D. zender opgevangen: "150 van de tiende. Voor Kolonel DE BRUYNE. Acht parachutisten waaronder DOULIN en DRAKE werden weken geleden gearresteerd. Het wachtwoord 'Vriend Marius' is bekend." Een verzoek voor meer informatie bracht snel daarna het volgende aan het licht: "Informatie ontvangen uit Haaren. Dit moet voor Kol. De BRUYNE voldoende zijn. Helaas niet meer informatie beschikbaar". Ook in dit geval werd bevestiging van dit bericht uit Bern ontvangen, maar deze keer niet van uit Stockholm.
Bern rapporteerde op 21 juli: Een betrouwbare bron die onlangs uit Nederland arriveerde beweert dat op 9 maart acht parachutisten waaronder een vrouw in Nederland landen, maar dat zij onmiddelijk door de vijand waren gearresteerd en in de gevangenis van Haaren werden opgesloten. Een van hen gaf de bron en het wachtwoord weg dat luidde: "Ik ben een vriend van Marius".
Dit was alarmerende informatie omdat zes van onze agenten in het veld (allen lid van het Geheime Leger) het wachtwoord "Ik ben een vriend van Marius" hadden meegekregen om in Zwitzerland te kunnen gebruiken indien zijn via die route zouden moeten ontsnappen. De betreffende agenten waren LOUIS (Ubbink), HERMAN (Boogaard), PAUL (Dourlein). KEUR (Overes), OTTEN (van Hulsteijn) en ELST (de Kruijff); van deze zes was KEUR volgens onze telegrafist KALE (Beukema toe Water) op 4 april (1943) gearresteerd. De enige identificatie van de namen DOULIN en DRAKE was dat de eerste mogelijk PAUL was, wiens echte naam ( die natuurlijk niet in het veld gebruikt werd) Dourlein was en dat de laatste HERMAN was, wiens opleidingsnaam BLEEKER was. Wij hebben echter sindsdien van enkele bronnen gehoord, waarover geen enkele reden bestaat hen te wantrouwen, dat beide mannen in orde zijn.
Bovendien blijken de in het bericht van Bern genoemde feiten niet correct te zijn. Op 9 maart werden slechts drie parachutisten gedropt, namelijk HERMAN, PAUL en een andere organisator voor het Geheime Leger genaamd
DIRK (Arendse). Geen van drieen is bij wij weten gearresteerd en er is geen vrouw gedropt.
KEUR zou de enige gearresteerde agent kunnen zijn die het wachtwoord "Ik ben een vriend van Marius" weggegeven zou kunnen hebben, maar hij was tot 4 april in vrijheid. (Zijn echte naam is H.J. OVERES en zijn veldnaam is H.J. OUD)
Hoewel dit bericht van van de O.D. zender en kern van waarheid lijkt te bevatten, bezitten wij bewijzen dat het bericht over het algemeen onjuist is; het lijkt erop dat dit noopt tot het stellen van vragen wat kan leiden tot het verstrekken van informatie aan de vijand. 
De geschiedenis van de O.D. zender.
Overes
Dourlein
Ubbink
van Rietschoten
van Hulsteijn
Beukema thoe Water
Arendse
de Kruijff
Boogaard
van der Waals
In de herfst van 1942 kon een oude man, genaamd COSMAN (Sieds van Straten), die een gepensioneerde Nederlandse officier was aan militaire inlichtingen komen waarvan hij de waarde hoog inschatte en hij probeerde op een bijzondere manier met de Nederlandse Regering in Londen in conact te komen door zijn berichten in flessen te doen en deze vervolgens in zee te gooien. Toen hij er achter kwam dat dit niet werkte legde hij contact met iemand in Delfzijl die in staat was zijn berichtenan aan twee coasters mee te geven die vanuit die haven op de Oostzee voeren en op die manier bereikten zijn rapporten uiteindelijk Stockholm. Het is niet bekend of deze contactpersoon van meet af aan Dr. ZWAANTJE (Dr. A.L. Oosterhuis) is geweest, maar hij was zeker reeds van af november 1942 de tussenpersoon. Het materiaal dat op deze manier Stockholm bereikte werd via de Nederlandse Consul-Generaal DE JONG naar de Nederlandse Regering in Engeland doorgestuurd. Het bericht werd aan deze kant ontvangen door Majoor SOMER van het Nederlanse Bureau Inlichtingen. In maart 1943 begon een telegrafist van ZWAANTJE berichten met behulp van een zender direct naar SIS (MI-6) te sturen. De zender had Nederland op de volgende manier bereikt: enige maanden eerder had SIS via Zweden twee zenders naar Nederland gestuurd. Wat er met een van deze zenders (PACKARD) gebeurd is weten wij niet, maar de ander (WOLSELEY) heeft uiteindelijk 'de technische man van de OD' (A.S.M. van Schendel) bereikt. Deze heeft de zender aan de praat gekregen en leverde tevens een telegrafist die de zender namens ZWAANTJE kon bedienen. Netwerk Zwaantje

Ondertussen nam het materiaal dat ons land bereikte via de Zwwedse weg voortdurend toe, omdat DE JONG blijkbaar meerdere bronen had die hem van informatie voorzagen dan alleen COSMAN en/of ZWAANTJE. Een wijdverspreiding inlichtingen organisatie in Nederland werd gerund door een man genaamd WIM (echte naam is onbekend) Deze organisatie verstrekte ook militaire inlichtingen die op film waren vastgelegd en een deel van deze inlichtingen leek uit Belgie te komen waarna het aan de Dienst WIM werd overgedragen. Ander inlichtingen die Stockholm bereikten werden in de vorm van films of microfotos verstopt in boekenkaften en naar Zwitserland gesmokkeld. Daar vandaan werden ze per pakket post via Duitsland naar Zweden gestuurd. Willekeurige reizers bereikten Zweden ook vanuit Nederland, zoals de eerder genoemde VAN HOUTEN die materiaal aan DE JONG overdroegen en deze had de inlichtingen zeer waarschijnlijk van de O.D. gekregen. (Op verzoek van de Nederlanders hebben wij in juni een bericht naar een techinicus in Bergen op Zoom gestuurd die A.J. L. JUTEN heet en die bij ons bekend stond als de plaatselijk O.D. leider om hem te waarschuwen geen berichten meer via de Zweedse weg te versturen - wat inhield dat hij deze vice versa gebruikt had).
Op 30 july 1943 liet Majoor SOMER weten dat hij van DE JONG gehoord had dat WIM zelf in Stockholm was en dat zijn organisatie afgezien van het feit dat het zonder leiding zat, niet actief meer was en opgehouden had te bestaan. dat ZWAANTJE en zijn marconist waren gearresteerd en dat alle details over de Zweedse weg aan de Duiters bekend waren gemaakt.
Redenen om de O.D. zender te wantrouwen.
a) Het feit (als het al een feit is) dat deze zender verbonden is aan de O.D. valt niet in zijn voordeel uit, het doel van de O.D. is bepaald geen reden tot vertrouwen. Het is een organisatie waar wij niet veel over weten maar zij schijnt te zijn opgericht om na een geallieerde militaire invasie het burgerlijk bestuur in Nederland over te nemen. Daarom heeft het zonder daarbij erg succesvol te zijn getracht erkenning van de Nederlandse Regering in ballingschap in Londen te krijgen om als enige dit uit te mogen voeren. Hoewel het schijnt dat het ook een militaire tak heeft lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat men er op uit is aan zijn leden een baantje als ambtenaar te verschaffen zodra de Duitsers er uit geschopt zijn. ( zie hiervoor hun berichten met de nummers 186 en 196 van de 4e juli en van 3 september). Veel van onze agenten hadden missies die hen met de O.D. in contact brachten en hun rapporten vallen steeds negatief uit. Al het bewijs dat wij in handen hebben wijst dezelfde kant uit, dat wil zeggen: dat de organisatie van de O.D. zwaar geinfiltreerd is door de Duitsers, zeker in de hogere rangen en de best manier om hier mee om te gaan is om er niet mee om te gaan.
b) Het feit dat de zenders berichten blijft sturen in tegenstelling tot het feit dat zowel ZWAANTJE als zijn telegrafist gearresteerd zijn.
c) De schijnbare verstrengeling tussen de O.D. zender en de Zweedse en Zwiterse weg als informatie bronnen. Niet alleen is er , volgens onze informatie, intens contact tussen de O.D. zender en de Zweedse weg met ZWAANTJE als middelpunt, ook bestaat er een opvallende gelijkheid in de berichtgeving over DE WILDE en de berichten over DOULIN en DRAKE van alle drie de bronnen. Als er daarom reden bestaat om aan te nemen dat de Zwedse en Zwitserse weg besmet zijn gezien hun berichtgeving over Nederland, dan is er ook reden aan te nemen dat de oprechtheid van de O.D. zender ook twijfelachtig is. helaas bestaat er reden voor dit wantrouwen. In een van de berichten over DE WILDE verwijst Bern naar de uitzendingen van Radio Oranje waarin  gezegd werd dat 'Jacob's papieren binnengekomen zijn'. Zolas wij weten is deze uitzending eind maart gedaan om SPINACH te laten weten dat zijn 'Victoria' berichten ontvangen waren. Het lijkt er ook op dat DE WILDE op de een of andere manier op de hoogt was van het feit dat deze uitzending plaats zou vinden - als hij het inderdaad niet zelf voorgesteld heeft. Volgens Bern wist DE WILDE kort van te voren dat de uitzending plaats zou vinden a) dat zo'n bericht ontvangen zou worden en b) dat het de ontvangst van een zilveren lepel bevestigde, gezonden door de loyale bevolking van Nederland, als cadeau voor de in het begin van dit jaar geboren baby Prinses Margriet. De zilveren lepel is inderdaad aangekomen en het verhaal met een foto zijn opgenomen in het april nummer van  de Wervelwind (een pamflet dat maandelijks door de RAF boven Nederland wordt uitgestrooid). Deze lepel kon alleen in Engeland aankomen doordat zij vanuit Nederland of via de Zwitserse -, of via de Zweedse weg verstuurd werd. Dat DE WILDE op de hoogte was dat het onderweg was doet vermoeden dat hij in een van de twee routes geinfiltreerd is.
Anton DE WILDE.
Wel dient aangtekend te worden, voor wat het waard is, dat DE WILDE onder zeer mysterieuze omstandigheden omgegebracht is. Op 21 juli verscheen er in de 'Haagse Courant een artikel onder de kop "Politieke moordaansalg in Rotterdam" over de aanslag op Antonius van der WAALS die op de 19 juli op straat werd neergeschoten. In het artikel werd beschreven dat hij papieren bij zich droeg op de naam van Anton DE WILDE, verder werd beschreven dat hij meteen door een ambulace werd opgehaald die hem direct naar het ziekenhuis bracht waar hij korte tijd later zou zijn overleden. Een beloning van 10.000 Gulden werd uitgeloofd voor informatie die zou leiden tot de arrestatie van de moordenaar. Dit artikel was ondertekend door W.G. WOLK, Sturmbahnfuhrer van de Sicherheits Polizei.


Wij beschikken niet over onafhankelijke informatie dat De WILDE daadwerkelijk is vermoord. Met andere woorden wij beschikken alleen over de informatie die afkomstig is van de Duitsers.
Nu het relaas van Lou de Jong uit deel 6 van de serie 'Het Koninkrijk der Nederlanden in de tweede wereldoorlog over de O.D. zender.
Bukkens
Dutilh
Einde document HS6 737.
 
 
Blz. 142 - Het lag voor de hand dat SIS/MI-6 de zo actief werkende groep van Oosterhuis-Boerema, de beschikking zou geven over een eigen zender. Die zender, WOLSELEY (de naam van een Engels automerk) arriveerde in Delfzijl terzelfdertijd als de PACKARD zender; beide apparaten niet veel groter van een sigaren kistje, waren door kapitein Harrie Roossien, de Jong's beste verbindingsman meegesmokkeld. Oosterhuis kon zelf niet seinen. Hij trok een kracht aan die dat wel kon: Harm Koning leraar op de Zeevaartschool te Groningen. Maar hoe Koning ook zijn best deed, op de morsetekens die de WOLSELEY uitzond, werd door Engeland niet gereageerd. Er ging een klacht naar Sctockholm en er arriveerde in februari 1943 een tweede zender bij Oosterhuis, voor de naamgeving had men opnieuw een beroep gedaan op de Amerikaanse autoindustrie: DE SOTO.
Uit 'Wireless for the Warrior' door Louis Meulstee & Rudolf F. Staritz.
Ondertussen had Oosterhuis, zeer gefrusteerd door het falen van de WOLSELEY zender, contact opgenomen met de O.D. Op ruim 20 km van Delfzijl, in Middelstum, woonde een zendamateur, Dick Rustema (PAØ..), die niet alleen een uitstekend technicus was maar waarover Oosterhuis via O.D. relaties in Delfzijl had gehoord dat hij de verbindingsofficier was van de O.D-leiding in Noord-Groningen. Rustema vond de zaak belangrijk genoeg om de chef-staf van de O.D., Six te waarschuwen.
Van die waarschuwing nam Six met gemengde gevoelens kennis. Acht maanden lang was hij nu bezig de OD opnieuw op te bouwen, de spionageafdeling werkte goed, hij had een enkel bericht ontvangn via de zender van dr. Brouwer, maar terwijl hij zich tot taak gesteld had, namens de regering op het moment van de bevrijding de ordehandhaving in het hele land ter hand te nemen, bezat hij nog steeds geen eigen zendverbinding met Londen. Hij had wel een net van zenders in Nederland laten opbouwen die bij de bevrijding contact met het algemeen hoofdkwartier van de OD mogelijk zouden maken. maar die hele opzet hing in de lucht zolang er geen snelwerkend radiocontact met de regering bestond. en nu bleek dat een in dit verband nogal willekeurige particulier in Delfzijl een zender ontvangen had! Het apparaat scheen niet te werken. Six pleegde overleg met het hoofd van zijn Radiodienst, Jan Thijssen (de man die het binnenlandse net opgebouwd had) en zond de chef-marconinst van de OD, A.S.M. van Schendel, naar het Noorden.
Van Schendel bouwde de WOLSELEY zender volledig om - het hielp niet: Londen zweeg. Intussen arriveerde de tweede zender, de DE SOTO. En waarlijk, 'de eerste uitzending naar Engeland', aldus van Schndel, 'slaagde volkomen. Wij kwamen in Engeland keihard door'. Dit betekende overigens dat niet de OD nu de beschikking had over een eigen zender: DE SOTO werd door Oosterhuis in gebruik genomen met  Koning als marconist en in de maanden waarin de groep Oosterhuis-Boerema nog functioneerde, gaf zij via de zender berichten door waar de Engelse strijdkrachten onmiddelijk op konden reageren. deze en dergelijke berichten waren SIS/MI-6 zeer welkom en het feit dat zij ze konden doorgeven versterkte Oosterhuis en zijn marconist Koning in hun overtuiging dat zij van DE SOTO zender gepast gebruik maakten.
Trouwens, de OD mocht op de verbinding aanhaken: Oosterhuis en Koning namen graag spoedeisende berichten in ontvangst; die werden dan door Koning gecodeerd en uitgezonden. Voor Six was dit een hoogst onbevredigende situatie: hij wenste met de regering in een strikt geheim radiocontact te treden ter voorbereiding van de gezagsuitoefening door de OD - en Koning weigerde, zijn code af te staan! Het zendschema kon de OD krijgen (het was van belang dat men daar wist wanneer de zender weer in de lucht zou komen_ - maar de code niet!
Six brandde van verlangen, de OD weer bij de regering present te melden - er restte niets anders: hij moest het via Koning doen. Geantwoord werd: "Hare Majesteit en de Geallieerden stellen uw getrouw en gewaagde diensten zeer op prijs". 'Het dwaze was' aldus van Schendel, 'dat Koning geheel buiten de OD stond (evenals Oosterhuis) op deze wijze kennis nam van de inhoud van berichten gewisseld tussen de chef-staf en de Nederlandse regering in Londen'.
Van Schendel liet het er niet bij zitten. Koning kreeg zoveel berichten te coderen en te decoderen dat hij soms de hulp van Rustema uit Middelstum inriep; op aansporing van Van Schendel slaagde deze er in, terluiks alle codegegevens te bemachtigen. Wat dat betrof, kon van Schendel dus zelfstandig gaan zenden. Nu nog een zender! Waarom niet de WOLSELEY? Die was misschien toch te repareren. De volgende stap lag voor de hand. Vermoedelijk na overleg met Thijssen eigende van Schendel zich de WOLSELEY toe - de OD, beter gezegd: Thijssen kon nu hopen contact met Engeland te kunnen opnemen. Via de 'Zweedse Weg' en Oosterhuis werden de OD overigens spoedig, vermoedelijk in april 1943, twee nieuwe Engelse zenders toegezonden, ETON III en ETON IV.
Samenvatting.

Special Operations Executive zit er in rapport HS6-737 behoorlijk naast. Ten eerste werden alle in het rapport genoemde agenten direct na landing gearresteerd. Ook Overes en Beukema toe Water. Er was wel een vrouw gedropt, Trix Terwindt, maar deze dropping had reeds in februari 1943 plaats gevonden en ook zij was direct na landing gearresteerd.

De andere bronnen waar dit rapport het over heeft zijn mogelijk agenten met radioverbindingen die door de Abwehr gerund werden.

Oosterhuis en Koning werden op 12 juli 1943 opgepakt, mij is op dit moment niet bekend of deze radioverbinding ook door de Abwehr in het kader van het Englandspiel is gebruikt. Een opmerking waarom deze zender niet meer te vertrouwen was, omdat zij nog steeds na de arrestatie van Oosterhuis en Koning berichten verzond, doet dat wel vermoeden. Tenzij Jan Thijssen ondertussen de WOLSELEY zender aan de praat had kunnen krijgen en met de verkregen informatie van Rustema nu zelf berichten naar Londen verzond.

Waar beide ETON zenders terecht gekomen zijn weet ik ook nog niet. Mogelijk heeft agent Grün een van deze zenders gebruikt om een eerder door Ridderhof verzonden bericht te laten verifieren. De OD beschikte namelijk eind 1943 over een zender die in Alkmaar stond.

Het lijkt erop dat SOE het bericht over de arrestatie van Dourlein en Ubbink niet wilde geloven omdat hierover geen bericht uit Stockholm werd ontvangen, terwijl zowel Zwaanje als Bern met een bericht van gelijke strekking kwamen.
w.mugge@home.nl
Thijssen
Six
Later heeft Harm Koning nog beschikking over een tweede zender gekregen: zender WINCHESTER. Deze moet na de beide ETON zenders aan land gebracht zijn.


Volgens Lou de Jong had de OD ook een zendlijn via SIS/MI-6 agent Niermeijer, maar na de arrestatie van Niermeijer was alleen de AC zender van dr. Brouwer nog beschikbaar voor Six.

Oosterhuis
Niermeijer © TNA