BEKNOPT VERSLAG VAN DE ACTIVITEITEN VAN DE RADIOGROEP NOORD VAN DE OD.
OORSPRONG. In den nazomer van 1942 werd ik aangezocht door den heer A. van Schendel, ambtenaar bij de Radiocontroledienst van de PTT te Den Haag om mijn medewerking te verleenen bij tot stand koming van een radio-net over ons land. De bedoeling was, in alle groote plaatsen radiostations op te richten, ter beschikking van de Gewestelijke Commandanten, welke in werking zouden treden, nadat de Duitsche bezetting zou zijn verdreven, daar verwacht kon worden, dat de openbare communicatiemiddelen, als telefoon en telegraaf, onbruikbaar zouden worden gemaakt.De functie van der heer van Schendel was daarbij Chef-Marconist. Ik kreeg, bij de nader gehouden besprekingen met het Hoofd van de Radiodienst, de heer Thijssen (schuilnaam KAREL Grootegast) de functie Commandant Radio Noord, (betrof de 4 Noordelijke Provincies). Nederland was ingedeeld in 5 deelen, aangeduid Noord, Oost, Zuid, West en Centrum. Er waren dus 5 Commandanten Radio. Verder waren er nog andere medewerkers voor de verzorging van de materialen, magazijn, enz. Eens per 14 dagen werd vergaderd in Amersfoort, ten huize van de heer Engel (schuilnaam JOHAN). De taak van de Radio Commandanten was het bouwen van zenders, het opleiden van het bedienend personeel en het zoeken van, voor de uitzendingen geschikte, perceelen. De materialen voor de bouw van de zenders werden verstrekt door KAREL, complete zenders werden vervaardigd door OOM BEREND te Amsterdam (1): het material bestond uit een eenvoudige zender met 2 lampen EL51 in balans, geschikt voor een golflengte varieerdend tusschen 95- en 105 meter (3100 - 2800 kHz). Verdere toebehooren waren: een antenne aanpassingskastje, een omvormer met accu als noodstroombron, en een ontvanger met plaatstroom apparatuur. Te Groningen zou de zender door mijzelf bediend worden, in Leeuwarden door G. Werkema (PAØAPX), Torenstraat 1 te Huizum (Fr) In Assen en Hasselt (bij Zwolle) zouden nog zenders worden geplaatst. De zender te Groningen was bedrijfsklaar opgesteld in een verborgen directiewagen van de Afdeling Bestrating van Gemeentewerken, op het terrein van de Gemeenteopslag aan de Wilhelminakade. Hier waren ook steeds geladen acculatoren ter beschikking. Proefuitzendingen met een als telefoonlijn gecamoufleerde antenne, met Den Haag, slaagden voldoende. De zender was bedrijfsklaar doch proefuitzendingen zijn vandaar niet gedaan. Het bedienend personeel van den zender te Groningen bestond uit de volgende personen: Commandant
Ch. J. Tijdgat (PAØTY) Museumstraat 6a Groningen, schuilnaam
FRED; marconist en code-officier C. Rijkeboer, Van Houtenlaan 26a Groningen, schuilnaam KOOS, marconist en Technicus H.J. Beenen (PAØBE) Wassenberghstraat 34 Groningen, schuilnaam HARRY; marconist en koerier R. Bolhuis (PAØBG) IJsselstraat 77 Groningen, schuilnaam BOL. De Gewestelijke Commandant Van Til te Middelstum verzorde de financiële zijde,bijvoorbeeld reis- en verblijfkosten. Het contact tusschen de Gewestelijke Commandant en mij geschiedde door tusschenkomst van D. Rustema (PAØDR) Radiocentrale Middelstum. Tijdens deze werkzaamheden kwam ik in contact met de 'Groep Wim' (Zwaantje) Dr. A. Oosterhuis Delfzijl en Koning diens marconist, ook in Delfzijl woonachtig. (2) Deze groep had de beschikking gekregen over een zender uit Engeland, doch konden geen verbinding tot stand brengen. Toen werd mijn medewerking gevraagd om de verbinding tot stand te brengen. Met een door ons gebouwde zender gelukte het contact te maken. Later werd ook met de originele zender, welke uit Engeland was gekomen gewerkt. Dit was de SOTO zender. (3) Een tweede zender, de WINCHESTER werd door Koning gebruikt. (4) Op een verzoek van de leiding van de OD werd aan ons de beschikking gegeven over twee zenders welke eveneens van de overkant via Zweden en Delfzijl ons bereikten. Deze zenders waren aan de overkant bekend onder de namen ETON-3 en ETON-4. Aanvankelijk werd gebruik gemaakt van de Soto-code, gebaseerd op een rijmpje. Later werd voor de OD de code-101 gebruikt. De eenen zender werd door mij, de andere door A. van Schendel gebruikt. Uitgezonden werd afwisselend in het Noorden en het Westen des lands, in het Noorden door mij, in het Westen door TON (van Schendel). In het Noorden is uitgezondenvanuit Middelstum (Rustema); Hoogezand bij F. Boelens (PAØHF) Zuiderstraat; Groningen H.J. Beenen, Wassenberghstraat;
Z. Havinga, Florisstraat 45a Groningen, vanuit mijn huis, Museumstraat 6a Groningen en vanuit de boerderij van den heer Veldstra te Oldeouwer bij Joure. Het tegen station in Engeland zond elken dag berichten, voor de OD bestemd, uit op een vasten tijd en golf, zonder ontvangst van reçu. Het reçu werd gegeven bij de eerstvolgende uitzendingen welke door ons werden gedaan. Van begin 1943 tot September 1943 hebben wij het contact met de overkant onderhouden. Nadat Dr. Oosterhuis (
ZWAANTJE) en Koning (PRINS) gearresteerd waren, viel ook Rustema uit Middelstum. Met 9 peilwagens werd jacht op ons gemaakt. Tenslotte op den 3e September 1943 werden wij door een onvoorzichtigheid, het zenden van een brief over de post, welke in verkeerde handen is terecht gekomen, opgerold. (5) Mijn echtegenoote werd eveneens gearresteerd.

Na Scheveningen van 3-9-1943 tot 18-10-1943 en Haaren van 18-10-1943 tot 7-6-1944 werden wij dien datum naar Utrecht overgebracht. Aldaar werden wij op 28-6-1944 door het Gericht van het Luftgau veroordeeld wegens spionage en Feindbegunstigung tot de volgende straffen:

A. van Schndel - Doodstraf; Ch.J. Tijgat - Doodstraf; H. Beenen - Tuchthuis; R. Bolhuis - Tuchthuis; Veldstra - Tuchthuis

Van Utrecht werden wij met nog een circa 120-tal andere Nederlanders voor het groostste gedeelte ter dood veroordeelden, naar Anrath in Duitsland vervoerd. Hier verbleven wij van 29 Juli 1944 tot 4 September 1944 op welke datum wij naar Luttringhausen Rd. vervoerd werden. Hier vernamen wij officieus dat onze straffen niet zouden worden voltrokken en dat men ons had bestemd als uitwisselmateriaal. Op 15 April 1945 werden wij door de Amerikanen bevrijd, nadat kort tevoren nog een tachtigtal gevangen uit het Tuchthuis waren terechtgesteld. Allen zijn behouden teruggekeerd, behalve Veldstra, van wien tot op heden nog geen bericht is ontvangen.

Nadat mijn echtgenoote op 22 October in vrijheid was gesteld heeft zij weer contact gezocht via Dr. v.d. Swam met Boelens in Hoogezand. Zij was namenlijk in het bezit van de code van de SOTO-zender. Deze code is toen aan den heer Boelens overhandigd, mijn echtegenoote heeft toen verder gewerkt met de andere zendgroepen, die mijn werkzaamheden hebben voortgezet. (
6)



                                                                                                                                 Groningen 7 Juli 1945
                                                                                                                         
                                                                                                                          w.g. Ch.J. Tijdgat
                                                                                                                                 Museumstraat 6a
                                                                                                                                 Groningen








                   Commentaar van Dr. J.M. Somer betreffende activiteit van de Radiogroep Noord van de Orde Dienst.



1. Weet Van Borssum-Buisman wie OOM BEREND is? (Frans Dijckmeester, zeer waarschijnlijk)

2. Ook hier dus weer de dikwijls noodlottige contact met andere groepen dat aanleiding gaf tot arrestaties in meerdere groepen tegelijk. En hier liefst
    contact met drie instanties!
(Wanneer Tijdgat geen contact met de Groep Zwaantje had gemaakt had de OD niet over een verbinding met Engeland
    kunnen beschikken.)


3. Dus toch verbinding. Waar zat de oorspronkelijke fout?

4. Is het nu bepaald nodig dat de OD wist hoe die zenders heette en wie deze bedienden? het is inderdaad vragen om prenetratie en arrestatie.

5. Dit is mij niet duidelijk. Wat hield die brief in en aan wie was deze gericht? Er moeten dan wel compromiterende dingen in vervat geweest zijn. En hoe
    kwam die brief in Duitse handen? Nadere opheldering was hier wel wenselijk geweest.

6. Had men toen dan nog zenders over na de arrestaties? En welke zenders waren dat dan wel?






                                                                                                              Bron: NIMH

                                                                                                        w.mugge@home.nl