RAPPORT OVER HET WERK VAN DE RADIODIENST. OD STATION G-2
De oorsprong ligt in den winter van 1942 op 1943. De latere Commandant Radiodienst 2A, Zuidhof, alias ANTON te Middelstum (Gr.) die sergeant radiotelegrafist bij de genie was geweest, had toen het eerst contact met D.S. Rustema (PAØDR) aldaar en nam bij hem aan huis eenige keeren telegrammen op. Deze stond weer in contact met verschillende radio-amateurs (o.a. Tijdgat, PAØTY) in de stad Groningen, die een radioverbinding met Engeland onderhielden, terwijl tevens het OD-land-net ingericht werd om bij de bevrijding dienst te doen.
Na de arrestatie van deze groep in de zomer van 1943 besloot ANTON samen met zijn vriend M.R.W. Bos, alias
COR, het werk zoo mogelijk voort te zetten. COR stond in verbinding met den toenmaligen Gewestelijken Commandant, de heer van Til, alias NOORDHOF en zoodoende kwam het contact met A.H.K. (Algemeen Hoofdkwartier) van de O.D. (Orde Dienst) tot stand.
COR werd aangesteld tot Code-Officier en ging naar Amsterdam om de codegegevenste halen, terwijl ANTON in contact kwam met Ir. Hoekstra van Blaricum, alias
ARIE van DIJK. Deze stuurde een zender plus voedingsapparaat naar Groningen, terwijl ANTON in samenwerking met L. de Haan te Groningen de ontvanger bouwde.

Gedurende de zomer van 1944 werden eenige proefuitzendingen met Amsterdam gehouden. Hierbij bleek de ontvanger niet te voldoen en daarom trad ANTON in verbinding met zijn vriend Gerrit Bakker, die werkzaam was op het Apparatenlaboratorium van Philips te Eindhoven. Deze bouwde in zijn vrije tijd een nieuwe ontvanger van 'georganiseerd' materiaal, voor accuvoeding, dit met het oog op het mogelijk uitvallen van het lichtnet.
Inmiddels vorderde de Geallieerde opmarsch snel en werden onze Zuidelijke Grenzen overschreden. Gerrit (Bakker) stapte toen 's Maandagsmorgens
4 September in den trein en kwam hier 's avonds in het Noorden aan. Oorspronkelijk was hij van plan naar Eindhoven terug te keeren, maar dit was niet meer mogelijk. Hij bleef toen bij ons als technicus en werd later ingedeeld bij de codedienst. Op 5 September 'Dolle Dinsdag' werd de Radiodienst gemobiliseerd.

Als telegrafisten traden op behalve ANTON (Zuidhof), L de Haan reeds eerder genoemd en C. Pennewaard te Groningen en voor de codedienst COR met A.N. Duursma en Frans Triezenberg, de laatsten resp. wonende te Westeremden en te Stedam. De eerste dagen werd gewerkt bij ANTON thuis te Middelstum, waar de zender enz. steeds verborgen was geweest en ook de proefuitzendingen plaats hadden. Daar echter de verbinding met de Staf in de stad te wenschen overliet en door de oorlogshandelingen mogelijk verbroken kon worden werd de geheele apparatuur per bodewagen naar de stad vervoerd. Na veel moeilijkhedenmet het vinden van een geschikte plaats kwamen wij op 11 September terecht op de zolder van een bijgebouw van de puddingfabriek 'Atlanta' te Groningen.
Door den directeur, de heer N. Nagel te Haren en zijn boekhouder en fabriekschef werden wij vooral met de voeding betreft op uitstekende wijze verzorgd. De heer Nagel heeft zijn ondergronds werk met zijn leven moeten betalen, na de bevrijding is hij gevonden in het massagraf te Norg.
Op 22 September werd voor het eerst een CQ oproep van het Leidens Station in Amsterdam gehoord. Naar ons later bleek was de zender aldaar toen voor het eerst in bedrijf. Wij mochten echter niet zenden, dan na een oproep uit Amsterdam of een opdracht van de Gewestelijke Staf en daar wij geen van beiden kregen kwam er geen contact tot stand.

De volgende dag 23 September kwam de waarschuwing, dat de Chef Staf (Jan Rengenier Dijksterhuis) plus meerdere Stafleden waren gearresteerd, waarop wij onmiddellijk alles afbraken en in een nabij de fabriek gelegen magazijn wegborgen.
Door deze arrestaties waten al onze contacten met de Staf verbroken, behalve met het Hoofd van de Verbindingsdienst. Deze gaf ons opdracht het werk te staken, daar hij zelf ook alle contacten kwijt was. Wij meeden echter, dat dit niet de bedoeling kon zijn en zochten een nieuwe plaats in de provincie, die wij eindelijk na veel moeilijkheden (practisch niemand durfde ons op te nemen) vonden op de boerderij van den heer B.R. Westerdijk te Uithuizermeeden.
Direct na aankomst hier werd weer begonnen met uitluisteren en al gauw hoorden wij zoowel Amsterdam als Eindhoven.

De tweede dag na onzen aankomst kregen wij al een overval van de SD, maar gelukkig was het niet om ons te doen maar om koolzaad. Westerdijk redde de situatie door direct de aanwezige olie af te geven, waarop beide SD-ers spoedig weer vertrokken. Dit was echter voor ons een reden om te trachten wapens te krijgen. Deze werden ons geleverd door de heer S.H.W. Bergsma, ambtenaar ter secretarie te Uithuizermeeden die tevens ons corrspondentieadres was. Hij hielp ons waar hij kon en zorgde later met groot risico voor zichzelf dat Westerdijk geen evacuees kreeg.

Intussen had de organisatie van de Radiodienst een belangrijke wijziging ondergaan. Voorloopig nam alleen ANTON als telegrafist de dienst waar, terwijl Gerrit Bakker hem technisch hielp en tevens de codedienst op zich nam, daar wij met het oog op ontdekking het liefst met zoo weinig mogelijk mensen waren, zoolang er toch geen contact met Amsterdam was.

COR stelde alle mogelijke pogingen in het werk om weer contact met de Staf te krijgen, wat ook eindelijk gelukte via den heer van Til voormalig Gewestelijk Commandant. De Gewestelijke Staf bleek verplaatst te zijn naar Hoogkerk en COR verdeelde toen zijn tijd tusschen de Radiodienst en de Staf daar hij ook het contact met verschillende Districts Commandanten moest onderhouden, resp. weer opnemen.
Voorloopig hadden wij echter nog geen contact met de Staf en daardoor deden zich verschillende moeilijkheden voor, omdat wij schriftelijke orders van het AHK niet doorkregen. Wij wisten in het begin zelfs niet eens dat het sterke station, dat de leiding overgenomen scheen te hebben Eindhoven was. (
1)Door verschillende opgenomen berichten te ontcijferen kwamen wij langzamerhand op de hoogte. (2) Vooral Gerrit was in dir speurderswerk onvermoeid en rustte meestal niet, voor wij tot een resultaat gekomen waren. Toen ook later de codegetallen veranderden kostte ons dit heel wat combinatiewerk om de goede getallen te krijgen, maar ook dit lukte ons tenslotte. In het begin verrichten wij echter alleen luisterdienst en zaten hiervoor in een onderduikershol in het hooi, waar wij evenwel niet konden zenden. Toen wij dan ook opgeroepen werden door Eindhoven gingen wij het hol verlaten. Een zendantenne werd gespannen en de zender werd en passant omgebouwd voor 3000 kHz, waarna op 4 November om 17.25 uur het eerste contact met Eindhoven tot stand kwam.Het was echter een lijdensgeschiedenis. Wij kwamen maar heel zwak door en berichten van onze kant waren bijna niet over te krijgen. Van alles werd geprobeerd, andere antennes gespannen enz, maar niets hielp, het bleef modderen.
Als redder in de nood verscheen toen Jaap van der Hul, alias
RADIO KEES uit Hilversum, die ons vanwege het AHK kwam zoeken. Na eenig experimenteren bleek de antennekoppeling niet te deugen en toen dit voldoende hersteld was, hadden wij steeds een vlotte verbinding en konden de berichten snel doorgegeven worden.

Intusschen was Gerrit door ANTON opgeleid tot marconist; er werd soms van 's morgens tot 's avonds geteld en gesounderd, alleen onderbroken door de maaltijden en het werken met Eindhoven. (
3) Door zijn groote muzikaliteit en taaie vasthoudendheid werkte Gerrit in minder dan twee maanden vlot als een telegrafist. Dit kwam ons later in de wintermaanden zeer van pas toen COR door ziekte niet kon reizen en ANTON zelf het contact moest onderhouden met de Staf te Hoogkerk. Gerrit kon toen de dienst geheel zelfstandig waarnemen. (4) De oorspronkelijke telegrafisten waren namelijk niet te achterhalen, doordat zij ondergedoken waren. (5)

Door Bureau Inlichtingen werd steeds aangedrongen op het doorgeven van militaire inlichtingen. Deze kwamen echter zeer schaars of heelemaal niet bij de Staf binnen. Met toestemming van den Chef Staf namen wij toen zelf de Inlichtingendienst ter hand. ANTON nam contact op met Boelens (PAØBF) te Hoogezand, wat direct een stroom inlichtingen opleverde. Contact werd onderhouden via mevrouw Tijdgat, die ondanks dat haat man voor dit zelfde werk gearresteerd was, ons zooveel mogelijk hielp. COR kwam ook in Delfzijl tot resultaten via den Districts Commandant, terwijl wij ook de inlichtingen van de KP toegezonden zouden krijgen.

Eind Januari 1945 was alles in kannen en kruiken en toen ... toen wij dachten eindelijk de zaak voor elkaar te hebben kwam op dinsdag 6 Februari de overval door de SD op het radiostation. ANTON was des vrijdags hieraan voorafgaande met berichten naar de Staf in Hoogkerk vertrokken maar bleef met zware griep in de stad liggen. Des dinsdags voelde hij zich in zooverre beter, dat hij naar zijn ouderlijk huis in Middelstum kon gaan. Zijn vader (de heer H.J. Zuidhof) is toen des middags met een aantal berichten en een brief van hem voor Gerrit naar Uithuizermeeden gegaan en was daar toen de overval plaats had. De avond tevoren 's maandags 5 Februari was Jaap van der Hul alias RADIO KEES weer bij ons gekomen en den heelen dag werd er door dezen zoowel als door Gerrit druk gewerkt. Verder was op de boerderij nog aanwezig Piet van Dijk uit Hilversum, die vroeger bij Westerdijk ondergedoken was geweest en pas veertien dagen terug was. Hij was begonnen met het leeren seinen en opnemen en hielp ons met de Orde Dienst. Ook was  Westerdijk zelf aanwezig evenals de dienstbode Alsje van Dijken, terwijl de huishoudster Betsy Winter afwezig was. Deze beide vrouwen hebben gedurende de tijd dat wij bij Westerdijk waren als moeders voor ons gezorgd. (
6)
De overval had plaats met twee overvalwagens met ongeveer dertig a veertig Duitsche soldaten en een gewone personenauto. Direct ontstond er een vuurgevecht, waarbij Piet van Dijk sneuvelde, Gerrit Bakker en Westerdijk werden zwaar gewond, terwijl ook eenige Moffen gewond werden. Jaap van der Hul en de vader van ANTON (H.J. Zuidhof te Middelstum) werden gearresteerd. Ook de toestellen vielen in handen van de Duitschers. Allen werden des nachts en den volgende morgen naar het Huis van Bewaring te Groningen vervoerd. Alleen de dienstbode werd niet gearresteerd, bij verhoor hield zij zich kranig en ondanks dat zij geslagen werd beweerde zij nergens iets van af te weten.

Bij ANTON thuis was reeds eenige ongerustheid ontstaan, doordat zijn vader niet terug kwam, maar dit werd geweten aan de slechte fietsbanden. Den volgende morgen verscheen echter al vroeg een overvalwagen. Gelukkig werd deze echter nog op tijd gezien door de moeder van ANTON, die hem onmiddellijk waarschuwde. Hij lag nog in bed, maar kon zich tijdig in de schuurverbergen, waar hij niet werd gevonden. Wel werd zijn broer E.H. Zuidhof gearresteerd. ANTON liet direct de Staf in Hoogkerk waarschuwen, maar dit mocht niet meer baten, practisch de geheele staf werd nog denzelfden dag opgerold.

De SD schijnt uitgebreide gegevens in handen gehad te hebben. COR kon echter nog op tijd gewaarschuwd worden, toen de SD bij hem aan huis verscheen, was hij reeds verdwenen. Ook de heer Bergsma reeds eerder genoemd werd later gearresteerd. Westerdijk, Gerrit Bakker, Bergsma en ook de heer Nagel, directeur van de pudddingfabriek 'Atlanta', onze vorige standplaats, hebben hun werk voor het Vaderland met hun leven moeten betalen. Zij werden na de bevrijding gevonden in het massagraf te Norg. Jaap van der Hul, H.J. Zuidhof en E.H. Zuidhof werden met het grote transport van
17 Maart naar Duitschland gevoerd. De beide eerst genoemden kwamen als 'Torsperres' dat wil zeggen als ter dood veroordeelden in Neuen gamme terecht en werden later aan boord van de 'Athene' in de haven van Neustadt op wonderbaarlijke wijze van de dood gered, terwijl duizenden medegevangenen de dood in de golven of in de vlammen vonden. (
8) Zij zijn voor kort in het Vaderland teruggekeerd.
E.H. Zuidhof werd naar een lager bij Halberstadt gebracht en keerde al spoedig na de algeheele capitulatie naar huis terug.

Na de ramp van 6 Februari waren zoowel COR als ANTON ondergedoken. COR kon zich vanwege zijn lichaamsgebrek niet meer vertoonen (de SD heeft zelfs een dag in de stad Groningen alle personen met hetzelfde gebrek op hun papieren laten controleren) maar ANTON had al spoedig weer nieuwe papieren en begon weet te werken. (
9) In de werkplaats van v.d. Pijl aan het gedempte Boterdiep te Groningen werd met medewerking van Jan Woortmeier, een employé van de Philips Technische Dienst Groningen, een nieuwe ontvanger gebouwd. Mevrouw Beenen vier man met de vorige Radiogroep (Tijdgat) samengewerkt had en daarbij was gearresteerd hielp zooveel zij kon met onderdelen van de Technische Dienst Philips. Ook aan de GEMA, Groningse Electriciteits Maatschappij, hebben wij wat materiaal leveringen veel te danken.

Door den heer Boelens (PAØHF) te Hoogezand zou een zender gebouwd worden, maar door moeilijk contact ging dit niet door en werd de zender gebouwd door een vriend van ANTON, Klaas Berghuis (PAØAK) te Bedum. Ook werd weer contact verkregen met het AHK en werden nieuwe gegevens voor code- en Radiodienst ontvangen. Als marconist trad nu op behalve ANTON, Auke Kappenburg alias
WIM te Groningen.

Oorspronkelijk zou de zender in de stad Groningen geplaatst worden, maar daar de SD nog zeer actief was en eenige menschen geschaduwd meenden te worden, werd een plaats gevonden op de boerderij van den heer Dam te Garrelsweer in het inundatiegebied.
Voor de Code traden op Bertus Duursema alias
NICO te Westerremden en Frans Triesenberg te Stedum, die beiden in de Septemberdagen 1944 reeds ala zoodanig dienst gedaan hadden. Zij logeerden bij de familie Groendijk te Garrelsweer. Bertus Duursema deed sinds 6 Februari tevens dienst als koerier en heeft heel wat afgepeddeld op zijn fiets.

Daar er op accu's gewerkt moest worden ging het niet zoo vlot en wij hebben dan ook geen veerbinding met Amsterdam gehad, evenmin met Eindhoven. Later bleek ons dat de nieuwe codes in Eindhoven pas na de algeheele bevrijding van het land ontvangen waren.
Na ongeveer veertien dagen in Garrelsweer gezeten te hebben werden wij bevrijd en daarmede waren onze werkzaamheden afgeloopen.  


                                                                                                                                      Groningen 12 Juli 1945

                                                                                                                               w.g. A. Zuidhof Commandant Radiodienst
                                                                                                                                      Oppenheimstraat 15b, Groningen

                                                                                                                                      M.R.W. Bos, Code-officier


Natuurlijk kan Jan Somer, voormalig hoofd van Bureau Inlichtingen, het weer niet laten commentaar op dit rapport te leveren. De man had blijkbaar geen idee onder welke omstandigheden men Orde Dienst Station G2 in de lucht moest houden en hoe moeilijk het was om met elkaar, op welke wijze dan ook, in contact te komen.




                               Commentaar van Dr. J.M. Somer betreffende rapport over het werk van de Radiodienst OD Station G2.

1. Het lijkt mij wel vreemd, dat men niet wist dat het 'leading station' te Eindhoven was. er mankeerde toch blijkbaar iets aan de leiding.
    (
Nee, Leidend Station 1 & 2 waren gevestigd te Amsterdam en Blaricum)

2. Opmerking als voren. Slechte leiding!

3. Wat wordt hiermee bedoeld? (De man weet niet eens hoe men tot marconist opgeleid wordt!)

4. Dat is een prestatie! Wij konden bij de agentenopleiding te Londen bepaald niet zo vlug werken. Het is de vraag overigens, of Gerrit voldoende
    seinsnelheid bezat, zodat de SD hem niet spoedig kon identificeren.
(Ook al had Gerrit 40 woorden per minuut kunnen seinen dan was hij so wie so het
    haasje geweest. Zenden op 1 frequentie is vragen om problemen, maar men had de middelen niet om op meedere frequenties uit te kunnen zenden.)

5. Dit was dan wel een goede organisatie!

6. Het lijkt mij buitengewoon riskant, dat Piet van Dijk "was begonnen met het leren van seinen en opnemen". Door het vanzelfsprekende lage tempo van
   dat seinen kon de afluisterdienst van de SD bemerken dat er een beginneling aan het werk was en konden zij gemakkelijk de zendpost door middel van
   peildienst localiseren.
(Natuurlijk leerde Piet van Dijk niet seinen en opnemen op de zender zelf, dat gebeurde met een 'sounder', een toongenerator,
   maar Somer begrijpt dit niet gezien opmerking 3.)

7. Waarom is deze heer (Bergsma) na wat er was voorgevallen niet onmiddellijk ondergedoken? (Wist Bergsma wat er was voorgevallen?)

8. Bij deze ramp kwam ook onze agent De Brauw om het leven.

9. Dat lijkt mij een gevaarlijk en roekeloos werk! (Wie moest het dan doen?)









                                                                                           
Bron: NIMH

                                                                                       w.mugge@home.nl