RAAD VAN VERZET.
(Amsterdam)
De Raad van Verzet (RvV) was een Nederlandse verzetsorganisatie met plaatselijke afdelingen en commandanten. De RvV is opgericht in 1943 en zetelde in Amersfoort, maar het hart van het verzet opereerde vanuit Amsterdam. Toch werden daar zelden grote beslissingen genomen omdat de leiders ondergedoken zaten in andere delen van het land. Als centraal hoofdkwartier werd Maarn gekozen in de provincie Utrecht. Onderdeel van de RvV was het Amsterdams Kunstenaarsverzet rond Gerrit van der Veen. De Raad wilde het verzet in Nederland coördineren, maar de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) gingen hun eigen weg, die moesten niet veel van de communisten hebben. De BS werden vanuit Londen door Prins Bernhard aangestuurd. Uiteindelijk gingen beide kampen uit elkaar, de RvV was beter georganiseerd dan de BS, toch zouden laatstgenoemden na de oorlog met de eer gaan strijken, van de communisten wilde men nog altijd niets meer weten, dat duurde bij mijn weten voort tot in de tachtiger jaren.
Jacobus (Ko) Stevense, was een Zeeuw, hij is 20 als hij naar Amsterdam verhuisd en wordt typograaf, de Duitsers verplichten hem om in Duitsland te gaan werken maar tijdens een verlof duikt hij onder, hij wil niet langer voor de nazi's werken. Hij gaat vrijwel onmiddellijk het verzet in en sluit zich in de zomer van 1944 aan bij de RvV. Ko verblijft vaak bij Durk op de zolderverdieping van Bloemgracht 82.
Johannes (Jan) Keune, een geboren Amsterdammer, was labiel, dat blijkt uit alles, maar heldhaftigheid kwam daarbij mee. Hij had tijdens de oorlogsjaren geen werk waarop hij zich als 29-jarige in 1943 aansloot bij de RvV die hem financieel hielpen. Vanaf juli 1944 nam hij deel aan gewapende acties. Regelmatig verblijft ook Keune aan de Bloemgracht 82-III, de woning van Durk.
Durk (Dick) Wolters, was een Groningse vrachtwagenchauffeur en overtuigd communist. Hij werd meerdere malen opgepakt, maar ontsnapte even zo vaak en dook onder in Amsterdam. Op de Bloemgracht 82 huurde hij een kamer op zolder, zo leerde hij Ko en Jan kennen. Vanaf 1943 werd hij leider van een groep binnen de RvV. Hij was toen 32 jaar.
Ko en Jan hadden de opdracht om een wapendepot van de NSB te vernietigen, het wapendepot was net verplaatst van elders naar de De Clercqstraat. Hiertoe braken zij de woning van de NSB'er in. Terwijl zij bezig waren met de wapens kwam de NSB'er thuis. Deze werd gekneveld en in een kast gestopt. Ze moesten in de woning blijven tot na spertijd. Daarna spoedden zij zich naar de Bloemgracht.
Kort nadat zij op de Bloemgracht aankwamen om Dick Wolters verslag te doen werden zij vrijwel direct door de Sipo overvallen en alle drie ter plekke doodgeschoten. Zij liggen begraven op de Eerebegraafplaats te Bloemendaal. Over hoe het kon dat de drie zo snel na hun daad gepakt werden doen meerdere lezingen de ronde. Een daarvan is dat er verraad in het spel zou zijn omdat de Sipo aan had gebeld en aan de bewoonster die opendeed gevraagd zou hebben of de huurders thuis waren. Een andere versie is dat Ko en Jan direct na de aanslag gevolgd werden. Uit deze lezing kwam ook naar voren dat de drie mannen op straat zouden zijn neergeschoten. Dick was thuis en Ko en Jan kwamen na de gelukte aanslag verslag uitbrengen, feitelijk kan het dus niet dat ze alle drie op straat stonden.
Omdat de huidige eigenaar mij vertelde dat hij kogels in de vloer had aangetroffen klopt dit ook met de versie dat de drie op drie hoog aan de Bloemgracht 82 door de Sipo zijn doodgeschoten. Twee weken later was de oorlog afgelopen en de Duitsers verdreven.

Henk en Jeanette ten Have woonden in de oorlog als kind ook aan de Bloemgracht 82. Henk: "Wij woonden tijdens de oorlog met ons gezin bestaande uit moeder en drie kinderen op de Bloemgracht 82' in Amsterdam. Mijn vader was in Duitsland tewerkgesteld en is pas na de oorlog weer teruggekeerd naar Nederland, voor een groot gedeelte lopend. Om het gezin toch te kunnen onderhouden en - zo goed en zo kwaad zoiets in die tijd kon - van voedsel te voorzien, is mijn moeder in het verzet terechtgekomen."
Henk en Jeanette weten nog goed dat op 25 april 1945 bij hen op de deur werd gebonsd. De Duitsers vroegen hun moeder of ze mensen in huis had waarop zij ontkennend antwoorde waarop ze haar vroegen of er iemand op zolder zat, blijkbaar hadden zij daar al informatie over. Mevrouw Ten Have wachtte wellicht iets te lang met een antwoord waarop de Sipo gelijk naar boven stormde, even later hoorden de kinderen schieten. Omdat er wapens voor het verzet in het huis van Ten Have lagen vreesde zij voor haar eigen leven. Jeanette vertelt: "Op dat moment heeft mijn moeder afscheid van ons genomen. Ze was ervan overtuigd dat zij ook zou worden gedood, omdat de verborgen wapens gevonden zouden worden. We moesten van haar naar de buurvrouw. Er is echter niet naar de wapens gezocht. Na het vermoorden van de drie mannen zijn de Duitsers meteen weggegaan. Nadat het in huis weer stil was, is mijn moeder boven gaan kijken. Daar vond ze de drie dode mannen, ze waren getroffen door kogels en ze waren ook met bajonetten gestoken. Mijn moeder heeft toen iemand gewaarschuwd en even later werden de mannen opgehaald. Later hoorden we dat de hele gracht vol met Duitse auto's had gestaan." Dat er sprake is geweest van verraad staat vrijwel vast.
Ruud, huidig eigenaar van het pand en kleinzoon van de toenmalige eigenaresse: "Op 25 april 1945 zijn Durk, Ko en Jan doodgeschoten door de SIPO. Onder andere de SD'ers Viebahn, Ruhl en Kuiper, bekent van "Aktion Silbertanne", vielen het pand binnen. Hoewel een buurtbewoner van verraad werd beschuldigd is deze zaak nooit opgelost. Volgens een beschrijving van het gebeurde riepen de moorden, tien dagen voor het einde van de oorlog, veel vragen op. Stevense en Keune kwamen verslag uitbrengen van hun overval op een NSB'er in De Clercqstraat.
Zijn zij geschaduwd, hoe kwam de SIPO het pand binnen, werden zij verraden door een buurtbewoner of was het een afrekening met het Communistisch verzet? Henk ten Have, zoon van onderduikgeefster Mevrouw ten Have-van den Berg, heeft altijd gezegd dat de verrader de NSB'er van één hoog was. Het pand is al heel lang in de familie en ik weet van mijn vader dat de woning op de bewuste dag leeg stond. De bewoner was net een paar dagen eerder vertrokken, mijn vader moest die nacht in de woning slapen omdat leegstaande huizen vaak werden leeg gesloopt voor het hout om mee te stoken.
Ik heb in het Gemeente-archief gekeken wie daar rond die tijd gewoond heeft. Het bleek dat Hendricus Kouw daar van 28 augutsus 1943 tot 9 mei 1945 ingeschreven heeft gestaan, zijn adres daarna was Wagenaarstraat 113-1. Of Kouw een NSB'er was weet ik niet, maar op zijn naam heb ik het stadsarchief gezocht bij de politierapporten uit die jaren. Het blijkt dat hij twee dagen voor de moorden vast zat op het hoofdbureau van politie aan de Elandsgracht. Kouw gaf als woonadres zijn nieuwe adres op, dus niet de Bloemgracht. Als bewoner van Bloemgracht 82-1 moet Kouw hebben gemerkt dat er veel onbekende mensen over de trap kwamen. Misschien had hij ook nog sleutels van het pand, wie zal het zeggen. Maar het wordt nog vreemder als Kouw en zijn zonen worden genoemd in berichten in twee kranten als slachtoffers van de SD:

Woensdagmorgen inval Bloemgracht 82
Waar de illegale werkers H.J. en G.H. Kouw ter plaatse werden neergeschoten
Een eerbiedig saluut voor deze medestrijdere



Bij de familie Kouw, wonende Bloemgracht 82
De vader en zijn twee zoons werkten illegaal voor 'De Waarheid'.
worden ter plaatse doodgeschoten. De namen vaar de slachtoffers zijn
N.J. Kouw geboren 1895, E.E. Kouw geboren 1923 en C.I . Kouw geboren 1925
Ook deze medestrijders een eerbiedige groet

Hoe komt men hier zo snel aan? De informatie klopt uiteraard niet want we weten inmiddels wie de drie doden zijn en bovendien is mij gebleken dat Kouw in 1973 is overleden en zijn zoons respectievelijk in 2001 en 2009. Dit alles levert veel vermoedens op maar geen bewijs

De Dokwerker heeft gehoord dat er NSB'ers zouden hebben gewoond op nummer 80, wellicht is daar meer over te vinden. Maar dan nog, hoe kom je er dan met zekerheid achter dat er sprake is geweest van verraad? Later is dus gebleken dat de door de twee mannen van de RvV aan de Bloemrgacht gepleegde daad een aanslag was op een NSB'er in de Clercqstraat 85. Ook Melis woonde daar. Kan het zijn dat zij hem op het oog hadden en dat, toen hij er niet bleek te zijn, Joost Sterkenburg hebben vermoord? Of was het wellicht een vergissing en zochten ze Melis en dachten ze dat hij degene was die open deed?
Bron: De Dokwerker; http://www.dedokwerker.nl/bloemgracht82.html.