D
Doppen, Herman. Geboren 2 december 1914. Opvolger van Albert Ferdinand Lancker, RVV Salland. Hoofdkwartier in Heeten.

DODO, alias van Dominique Baretty. Geboren 1925 Djakarta, overleden 1980.

DUISTERE PIET, alias van Pieter de Vos, 1e marconist van Tobias Biallosterski in Amsterdam.

DRAUGHTS, name for both missions carried out by Tobias Biallosterski.

DRAUGHTS-2, name for mission carried out by Cornelis van Paaschen, alias
PIETER DEKKER.

DROST, alias voor leden missie Fencing. DCE1/KV/5608 van 14 juni 1943.

Danhaive, Francois Xavier Emile, born 19 april 1921. SOE T-Section. HS9/392/1. Used the alias Anthony Butler. Groep "G", "Montano" & S.S.A.  Netwerk-2

Drapier, Jean, born 29-8-1910. (B) alias is Carolus Chardon while travelling on the VIC line. Netwerk-2
Beroep: jurist.

D/CE, SOE's director of counter-espionage.

Dendoncker
, Henri. WT-operator SOE T-Section, aka
YAPOCK. Was dropped in the night of 8th to 9th February 1944. Was arrested mid March 1944 and deported to Germany. As a youngster he posed as Tintin for the author Hergé. Born 9 October 1916. HS9/395/1. Mission YAPOCK HS6/206.
Mission TYBALT, trainingname was Lambert. Fieldname:
SHOELACE. Aliases: Georges Henri Dupont, Jacques-Pierre and Captain Henry Dark.
Parachuted 08.02.1944 near Basècles as W/T Op. & assistant to André J. Wendelen’s successor, Witold Lobet. (Sûreté de l'Etat/Sect. P.I.D.-mission.)
Arrested mid-March 1944 in Brussels under name of Dupont. Deported to Germany.

Dycke, Emile J.A. SOE T-Section. Dropped in the night of 8th to 9th February 1944. Mission to the Mouvement Nationale Belge, a resistance organisation. Mission name
FABIUS.
SRA-agent, Belgian Army, 2nd Dir.MDN attached to Sûreté de l’Etat /Sect. P.I.D. and SOE
Parachuted 08.02.1944 near Basècles for "Fabius".
Mission to develop distribution of propaganda in Flanders.
Left Belgium 12.04.1944. Returned from the field 25.05.1944.
Parachuted in the area of Trotsberg, Bavaria on the night of 20-21.03.1945 for "Painter" Team, which was formed to gather intelligence near Munich, Germany from Belgian workers, ca. December 1944 - May 1945.

DDD code for Perpignan, VIC-Line.

Durieux,  Maurice. Mission 'CARACAL-NOLA'. Operation name: Caracal. Fieldname: NOLA @ Duval. Parachuted in the night of 19/20 december 1942. Returned by Lysander 2 march 1944.

DelvingtAlbert Jules.Mission 'Messala C.N.C.' Operation name: Tamora. Fieldname: KINGSTON @ Albert, Jules Delmotte, Colin, Francine & Lt. Albert Ashley Parachuted: 8-february 1944. WT operator for Ides Floor. Arrested: 15 april 1944. Died: 22 april 1945 in Germany.

DOCTOR X, alias van Dr. Henk Veenklaas missie Draughts.  Netwerk-3

DC, alias van Henri Koot commandant Delta-Centrum in Amsterdam en commandant NBS in bezet gebied.

DICK, alias van ...

Dekker, of Dijkstra. Schuilnamen van Lambertus Neher, Nationaal Comité van Verzet.

Dinkel, van. Alias van Dr. E. Kits van Waveren, Hoofd Sectie III, Staf CBS en AHK-OD.

Dijk, van. Alias van A.P.M. van Riel, Registrator bij Staf NBS.

Dijk, van Richard. Alias van Jacob van der Gaag, lid van de Raad van RVV en lid Delta-Centrum.

Duyn, van Arie. Geboren 27 juli 1916 te Noordwijk, overleden 2 januari 1988 te ... Engeland. Marconist voor Bert de Goede. Gedropt in de nacht van 5 op 6 juli 1944 op veld H-70 bij Epe. SOE missienaam GRIBBAGE, SOE codenaam THEODORE, of NOL. Veldnaam: Duveen. SOE zendschema: TEES.

Dijckmeester, Frans Theodoor (Frans). Geboren 23 juni 1917 te Haarlem, overleden 18 februari 2003 te Amersfoort. BI agent en liaison officier bij de Orde Dienst in Amsterdam. Gedropt in de nacht van 5 op 6 juni 1944 noord-westelijk van Deil in de Betuwe, S-Phone operator. Trainingsnaam: Rogers, missienaam WESTMINSTER, Zendschema's ST.OSWALD en ST. GWALIA. Codenaam
SNUITKEVER of COLOMBIA. Naam in het veld C.G. van der Zande, Gijsbert van der Sande. Verzetsnaam OOM GIJS of FRANS-6 of ROGERS. Meldde droppingsveld 'Mandrill' aan bij B.I. in Londen. Had contact met Hil Schipper, in eerste instantie via een contactadres in Utrecht, later direct in Spanbroek.

Dekker, Pieter. Oom van Tobias Biallosterski, woonde in St. Maartensbrug in Noord-Holland. Zijn tuinhuisje was een trefpunt van het verzet. Hier kwamen onder andere Jaap Balder, Sicco Mansholt, Feike de Boer, Gijs van Hall, etc, etc. Wim Biallosterski zat hier ondergedoken. Ook tijdens zijn 2e missie kwam Tobias hier regelmatig.

Dijkstra, Gosse. Verzetstrijder bij de BS in Hoorn. Werd gepakt omdat er een leeg Stengun magazijn in zijn fietstas zat. Terplekke door de Landwacht doodgeschoten. Geboren 2 januari 1924 te Warns, overleden 1 mei 1945 in de buurt van Zwaag.

Dijkstra, Ruurd. Broer van Gosse Dijkstra. Geboren op 2 september 1925 te Hemelumer Oldeferd, overleden op 1 mei 1945 te Zwaag. Hij werd doodgeschoten door Landwachter Willem A. van der Spek samen met Johannes Smink en Jan Kort. Allen waren betrokken bij het verzet. Van der Spek werd ter dood veroordeeld, maar later werd dit omgezet in levenslange gevangenisstraf.

Dubois, Theodorus. Geboren te Groningen, 9 april 1907, overleden te Voorschoten, 13 januari 1996, was een Nederlandse verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij werkte tijdens de Duitse bezetting voor de groep Packard.   Netwerk-Packard
Voor het uitbreken van de oorlog was Dubois radiotelegrafist-observator, later luchtverkeersleider, in dienst van het Bureau Luchtverkeersbeveiliging (LVB) van de Rijksluchtvaartdienst. Na de Duitse inval op 10 mei 1940 was het uitoefenen van zijn beroep niet meer mogelijk. Hij werd, met zijn collega's van de LVB, te werk gesteld bij andere rijksinstellingen. Dubois werd in 1942 geplaatst bij het Bureau Bijzondere Transportvergunningen van de Rijksverkeersinspectie te Utrecht.
Via LVB-collega A.A. de Roode, die in Den Haag reeds actief was met een geheime zender, werd Dubois aangezocht door Henk Deinum, om een zendpost op te zetten voor het doorgeven van weerberichten en andere voor de oorlogvoering belangrijke informatie. Deze zendpost werd operationeel in oktober 1943 onder de naam 'Irene-Met'. Dubois bemiddelde via zijn zwager Caspar Naber in de totstandkoming van een zendstation in Groningen, dat 'Beatrix-Met' werd genoemd. Gedurende een jaar wist Irene-Met berichten uit te zenden vanuit een woning aan de Boothstraat in Utrecht naar het Bureau Inlichtingen te Londen.
Zijn dagelijkse werk bij het Bureau Bijzondere Transportvergunningen vereiste nauwe samenwerking met de Wehrmacht en de technische verbindingsdienst van de (Staats)politie. Om meer informatie over de vijand te verkrijgen werd besloten te infiltreren bij deze verbindingsdienst. Dubois solliciteerde op de vacature van inspecteur en onderging een politiek onderzoek. Dit onderzoek werd verricht door de majoor van de staatspolitie, A. Harrebomée (deze werd in 1947 wegens oorlogsmisdaden terechtgesteld). Dit onderzoek was nodig om vast te stellen of de Duitse bezetter hem kon vertrouwen. Dubois maakte de juiste indruk en werd aangenomen. Eind juli 1944 begon hij zijn werk bij de politie. Op 9 oktober 1944 bereikten de peilwagens van de Sicherheitsdienst (SD) de Boothstraat. Dubois was daar aanwezig en had zijn uitzending naar Londen net voltooid. De SD zette de straat af en viel het 'zendhuis' binnen. Dubois wist zich te verbergen in het huis en de zender werd ontdekt. Gedurende zeven uur lag Dubois op een divanbed, tegen de muur geklemd, door beddengoed aan het oog onttrokken. Op het bed zaten SD-ers die de eigenaresse van het pand, de arts Ada van Rossem, ondervroegen. Tijdens het aflossen van de wacht door de SD wist hij, duizelig en wankelend op de benen, in het donker over het dak te ontsnappen. Zijn identiteit werd bij de Duitsers pas na drie weken bekend, omdat Van Rossem gedurende lange tijd volhield zelf de telegrafist te zijn en zij aanvankelijk de verhoren kon doorstaan. De meeste mensen rond Irene-Met konden daardoor op tijd wegkomen.
Voorzien van valse papieren bereikte Dubois fietsend de frontlinie bij Vught. Op 23 oktober 1944 werd Vught bevrijd tijdens het offensief van de 51st Highland Division en kon Dubois zich bij de Britse troepen voegen. Deze laatsten vermoedden in hem een spion of provocateur van de Duitsers en namen hem gevangen. Na enige dagen gevangenschap werd in opdracht van BI zijn juiste identiteit vastgesteld door Karel Nort van Radio Herrijzend Nederland. Als Philips-medewerker namelijk, had Nort Dubois enige malen in Utrecht ontmoet. Dubois werd door het Militair Gezag ondergebracht bij het Corps Regeeringsberichtendienst en belast met herstellen van de telefoon-en telexverbindingen van de politie in de bevrijde gebieden. Na de capitulatie van de Duitsers in het Westen van Nederland, keerde hij terug als inspecteur bij de technische verbindingsdienst van de (Rijks)politie te Utrecht.

Dijkstra, medisch student en medewerker BIET organisatie.

Deinum, Henk. Geboren te Friesland, op 8 oktober 1915, overleden te Wassenaar op 21 maart 1992.
In 1941 bedacht Deinum al dat een radiotelegrafische verbinding tussen bezet Nederland en de regering in Londen van groot belang zou zijn. Nadat hij dit besproken had met studie- en jaargenoot Marinus Vader, werd aan adelborst Hans van der Stok een bericht meegegeven toen deze via "route Zwaantje" (Delfzijl-Zweden) naar Londen ging.
Omdat ze niet wisten of dat bericht zijn doel zou bereiken, wilde Deinum samen met zijn studiegenoot Thys Risselada met een kano naar Engeland varen. Ter oefening werd in 1942 al een zeilvakantie gehouden, waarbij ook zijn zuster Line aanwezig was. De overtocht werd geannuleerd omdat Risselada een ontstoken pols had en niet kon peddelen. Risselada zond via Aad de Roode een bericht naar de Centrale Inlichtingendienst (CID) in Engeland dat ze niet zouden komen.
In augustus 1942 ontving Deinum bericht dat Londen hun boodschap had ontvangen. Londen liet hen weten, dat ze een zender voor de 40 en 80 meterband moesten gebruiken, en die zelf moesten maken. Hiervoor kreeg Deinum hulp van Philips. In deze periode ontmoette Deinum Aad de Roode, een voormalige radiotelegrafist-observator, die ook tot mei 1940 verkeersleider was geweest bij de Rijksluchtvaartdienst op Luchthaven Schiphol.
Marinus Vader ontving inmiddels een zend-ontvanger via "route Zwaantje". Hierbij zat een zendplan met de naam Packard. Dit plan voorzag in het gebruik van twee golflengten, een kortere in de 43 meterband voor overdag en een langere in de 80 meterband. De Roode probeerde hiermee vanaf begin 1943 contact te maken met Engeland, maar dit lukte niet. Bericht hierover zond Deinum via een koerier naar Londen, samen met het voorstel van De Roode voor het inrichten van meteoposten, die informatie aan de geallieerde luchtmacht zou kunnen verstrekken. Deze berichten werden door tussenkomst van Risselada meegegeven aan Henning Meijer en Bartlema, die eind april 1943 naar Engeland overstaken en op 2 mei Engeland bereikten.
Londen zond Louis d'Aulnis de Bourouill naar Nederland om daar contact te zoeken met Deinum en Vader om hen te instrueren voor de opbouw van een inlichtingen- en meteodienst en het overbrengen van berichten. D'Aulnis was als Leids student via Spanje en Gibraltar in januari in Londen 1942 aangekomen. Een op 10/11 juni ondernomen tweede poging om d'Aulnis te droppen, slaagde, hoewel hij enige kilometers van zijn geplande landingsplaats neerkwam. D'Aulnis ontmoette Deinum en Vader in Den Haag. Daarbij was aanvankelijk ook De Roode aanwezig.
Niet lang hierna ontmoette Deinum bij toeval zijn oud-klasgenoot J.M.W.C. Iansen, in 1942 mede-oprichter van de Geheime Dienst Nederland (GDN). Het Englandspiel was in volle gang, en een arrestatiegolf voltrok zich in Eindhoven begin 1943. De contacten van de GDN met Engeland waren verbroken. Deinum nam weer contact op met Louis d'Aulnis, die Engeland hiervan op de hoogte stelde. In de nacht van 8-9 oktober werd Wim Schreinemachers gedropt, maar hij verloor daarbij zijn apparatuur en kon hen niet helpen.
De Roode werd aangesteld als leider van de meteodienst. Als afwerpplaats voor het droppen van zendmaterieel ten behoeve van een meteo- en een inlichtingendienst werd een locatie in de Wieringermeer aangewezen. Deze keuze werd naar Londen doorgeseind door middel van de zendontvanger die d'Aulnis bij zijn dropping had meegenomen. De verzamelde meteorologische instrumenten werden geijkt door een medewerker van het KNMI.
Na de dropping van de meteorologische apparatuur werd de meteopost Irene-Met ingericht die vanaf 11 oktober 1943 operationeel was. Hij was ten huize van een in Utrecht wonende vrouwelijke arts en werd bediend door een Utrechtse politieinspecteur als operator. Op 9 oktober 1944 kwam hieraan een einde met een inval van de Sicherheitspolizei und SD.
Ook in Groningen werd een meteopost ingericht, genaamd Beatrix-Met. De Roode had daarvoor de nodige medewerkers gevonden. Deze post werd in december 1943 operationeel. Aan de uitzendingen kwam een einde toen de bezetter de zender op 9 november 1944 ontdekte. Ten slotte werd in Maastricht in februari 1944 de meteopost Margriet-Met ingericht. Deze bleef tot de bevrijding van Maastricht op 17 september 1944 werkzaam. Deze derde meteopost werd niet door de bezetter opgerold.
In juni 1944 meldde Deinum aan Londen, dat Packard op dat ogenblik twee inlichtingencentrales omvatte, een in Den Haag en de andere in Amsterdam. Deze zouden binnen enkele uren naar Arnhem resp. Twente kunnen worden overgebracht. Verder had Deinum maatregelen genomen om de meteozenders ook voor inlichtingen of instructies te gebruiken. Hij stelde Londen voor Irene-Met en Beatrix-Met voor dit extra doel te gaan gebruiken nadat 24 uur waren verstreken sinds de komst van de geallieerden in Nederland. Voor Margriet-Met wilde hij dit aanvangstijdstip stellen op 24 uur na intocht van de geallieerden op Nederlands of Belgisch gebied. Londen verklaarde zich met dit voorstel akkoord zodat de Packardgroep haar activiteiten ook buiten weerkundig gebied uitbreidde.
Begin september 1944 verhuisde de Amsterdamse centrale van Packard, zeven personen sterk, naar Hengelo. Onder deze zeven ook de door Deinum als militair adviseur aangestelde Eduard van der Noordaa die Deinum in Maastricht had leren kennen bij de oprichting van de meteopost Margriet-Met. Na interne strubbelingen bij de naar Twente verhuisde Packardgroep, stelde Deinum in december 1944 Eduard van der Noordaa als groepshoofd voor Oost-Nederland aan. Toen de naar Hengelo verhuisde Packardleden vernamen dat de SD kennis had van hun activiteiten, gingen enkele leden, waaronder de leider Hugenholtz en zijn medewerker Van der Noordaa, op woensdag 22 nov. 1944 naar Amsterdam. Het was hun bedoeling de werkzaamheden veiligheidshalve enige tijd te onderbreken en tevens in het westen de mannelijke leden van hun groep te voorzien van betrouwbaarder papieren. De in Twente blijvende andere leden kregen opdracht de nog lopende berichten af te handelen, voor het overige het zenden op te schorten en zich te beperken tot afluisteren van binnenkomende berichten en het vergaren van nieuwe die op een later tijdstip zouden worden uitgezonden. Op zondag 26 november 1944, dus enkele dagen na het vertrek van Hugenholtz c.s., overviel de SD de woning vanwaar de marconist van de groep, Anton Kattouw, bezig was met zenden. Deze werd gearresteerd evenals een medewerkster. Ook in hun handen viel een andere medewerker die de woning was binnengegaan om hen te waarschuwen. Na deze gebeurtenis werd Packard Oost-Nederland verdeeld in vier gebieden, Zwolle, Twente, de Achterhoek en Zuidwest-Twente waar ze tot de bevrijding actief bleef. Deinum kwam zonder kleerscheuren de verdere bezettingstijd door.

Doorn, Dr. Arts uit Den Haag, Anna Powlonastraat, tussenpersoon van SOE/BBO agent/marconist Jan Steman en SOE organisator Cock van Paaschen.  Netwerk van Paaschen

Driessen, Roosje. Koerierster van Cock van Paaschen.  Netwerk van Paaschen

Dam, van Ir. Alias Verduyn, CID.  Netwerk van Paaschen

Duin, Joop. Terrein commandant veld 'Winnipeg' gelegen achter de boerderij 'De bruine hengst' in de Hout ten noorden van Venhuizen.  Netwerk Schipper

DIKKE DICK, alias van Dick Laan. Terrein commandant veld Laloe.  Netwerk Schipper

Dezitter, Prospeer Valeer (B). V-Mann, geboren 1893 in Passendale, West-Vlaanderen. Alias The Captain, of
Le Capitain in Parijs.

DAAN. Alias van ... secretaris van Majoor Henk Bringreve.

Dobbe, A.A. Deserteerde samen met Sjoerd Sjoerdsma in Zweden. Kwam mogelijk op 29 Mei 1947 bij een vliegtuig ongeluk op de luchtmachtbasis Gilze-Rijen om het leven.

Dijk, van, Piet. Leerling marconist van de Orde Dienst radiogroep Gewest-2.

Dieleman, Johan. Medewerker van de Inlichtingendienst van de Orde Dienst. Alias
JO.

Diesfeldt, Jan Hendrik. MI-6/BI agent/marconist voor de groep Barbara (OD). Geboren 29 november te Den Haag, overleden 5 september 1944 te Vught. Gedropt in de nacht van 5 november 1943 in de buurt van Grave-Reek. Gearresteerd op 7 december 1944. SIS zendschema St. Henry. BI codenaam
JAN, of HARRY. Alias Jan van den Heuvel, Jan van Akkeren. Naam in het veld W.G. van den Heuvel.

Dekkers, Cornelis Martinus. SOE/BBO agent saboteur van spoorweg netwerken. Verongelukt in de nacht van 1 juni 1944 tijdens een vliegtuigcrash bij Gilze-Rijen. Missie: POKER, alias
DUIKER. Veldnaam: Kees van Duin. Geboren op 26 januari 1919 te Breda, overleden 1 juni 1944 te Gilze-Rijen.

Das, Henk. Alias
RUURD. Geboren op 18 maart 1916 te Helevoetsluis, overleden 1 april 2008 te Driebergen. Provinciaal leider LO in Utrecht, tevens districtsleider van de CID. Overzicht Verzet

DICK, alias van ?? Zou oprichter van de PBC geweest zijn. Overzicht Verzet

Dijk, van. Alias van ?? Medewerker van het blad De Waarheid. Overzicht Verzet

Dongen, van. Alias van ?? Bezocht de vergaderingen van de LO. Overzicht Verzet

Dekker, den Cornelis. Geboren 5 juni 1921. BBO/SOE agent/marconiist van Christiaansen in Overijssel.Gedropt in de nacht van 3 op 4 april 1945 op veld Evert bij Ommen. Codenaam van de missie: RAP. SOE file HS9/417.

DENISE, Mme. Therese Mitrani, Lyon. Medewerkster van de VIC-LINE.

Dobbinga, Christiaan Wilhelmus. Geboren 2 oktober 1898 te Amsterdam, overleden 14 april 1945 te Amsterdam. Chris/Kik was sergeant-telegrafist bij de Koninklijke Marine. Na de capitulatie in mei 1940 werd hij in augustus gedemobiliseerd en gelijktijdig - na een diensttijd van bijna 28 jaar (waarvan ruim zestien in Nederlands-Indië) - gepensioneerd. In september 1940 trouwde hij een ruim acht jaar jongere weduwe (werkzaam als verloskundige) met een vijfjarig dochtertje en ging met hen in Amsterdam-Noord aan Distelweg 3 (en later Kamperfoelieweg 67-hs) wonen. Eind april 1943 dook hij onder na een oproep voor terugkeer in Duitse krijgsgevangenschap te hebben ontvangen. Vanaf mei 1944 was hij - samen met enkele andere oud-marinemannen - ten behoeve van het AHK-OD en de illegale Groep 2000 als marconist verbonden aan Leidend Station-II van de OD-Radiodienst, welke radio-, zend- en ontvangpost was geïnstalleerd in een gehuurd gedeelte van het Oudeliedentehuis aan Nieuwe Herengracht 2 in Amsterdam. Van mei tot september 1944 werkte Dobbinga wekelijks mee aan het illegaal verzenden van gecodeerde telegrammen; na Dolle Dinsdag was hij dagelijks betrokken bij de activiteiten van LS-II. Na een inval in het pand op dinsdagavond 30 januari 1945 werd Dobbinga daar de volgende dag door postende Sipo-medewerkers gearresteerd. Op 14 april 1945 werd hij, na gevangenschap in het Oranjehotel in Scheveningen en het HvB-Weteringschans in Amsterdam, op de Amsteldijk gefusilleerd.

Dobbe, Theodorus (Theo). Geboren te Amsterdam op 19 maart 1901, overleden te Dieren op 5 september 1944 (executie). Was een leidende Nederlandse verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog. In 1943 werd hij hoofd van de zogenaamde 'opruimingsdienst' van de Landelijke Knokploegen. Dobbe was vóór de oorlog hoofdvertegenwoordiger van een linoleumfabriek en gelovig katholiek, en ontpopte zich na de capitulatie tot een van de meest rusteloze en veelzijdige mensen in het verzet. Reeds in de zomer van 1940 pleegde hij zijn eerste verzetsdaad, door met enkele makkers, onder wie de Bussumse drogist Reeskamp, die in Friesland vanaf 1941 vooral gebruik maakte van de alias 'Harry' of 'dokter Rienstra', zijn zoon Gerard A. Reeskamp, Henry Vroom en Jan van Straelen uit de vesting Naarden wapens, munitie en explosieven te smokkelen. Uit de actiegroep Reeskamp is de Groep-Dobbe voortgekomen. Deze verzetsgroep (in overigens wisselende samenstelling) pleegde spionage, sabotage, hielp Joodse onderduikers en werkte mee aan de verspreiding van het illegale blad Vrij Nederland.
Op 14 mei 1941 werd Amsterdam-Zuid opgeschrikt door een explosie: de groep-Dobbe had aan de Bernard Zweerskade een villa opgeblazen waarin Duitse officieren waren gehuisvest. Vermoedelijk vielen er geen slachtoffers, maar de schade was groot. Enkele dagen later (op 3 juni) werd echter een tweede aanslag gepleegd, ditmaal op de telefooncentrale van de Luftwaffe op Schiphol; hierbij viel een zwaargewonde. Of Dobbe hierbij was betrokken is niet bekend. Wellicht zijdelings. De represaille van de Duitsers voor beide aanslagen was echter verschrikkelijk.
Bij een razzia werden driehonderd Joden opgepakt en rechtstreeks naar het concentratiekamp Mauthausen gestuurd, waar zij spoedig omkwamen. Dergelijke represailles in de vorm van vervolging van onschuldige burgers waren bijna een vaste reactie van de bezetters op verzetsdaden en zorgden voor enorme gewetenswroeging voor de illegaliteit; het weerhield de meesten er echter niet van hun strijd voort te zetten. Zo ook Dobbe en zijn makkers.
Dobbe werd uiteindelijk door toedoen van Anton van der Waals in de val gelokt. Hij werd opgesloten in Scheveningen en later overgebracht naar een gevangenis in Utrecht, waaruit hij wist te ontsnappen. Hij moest onderduiken en vond in Friesland onderdak in een verlaten jachthuis bij Oranjewoud, niet ver van Heerenveen. Anderen voegden zich daar spoedig bij hem, zoals Gerrit Kleinveld, bekend van zijn ontsnapping uit de bunker van Kamp Amersfoort. De groep ontwikkelde er een nieuw plan: een overval op het distributiekantoor te Joure, waar bonkaarten voor de regio werden uitgegeven. Gebruik makend van de wetenschap dat zich op het kantoor onregelmatigheden hadden voorgedaan, staken Dobbe en twee medewerkers op 14 oktober 1942 zich in marechaussee-uniform en eisten de gehele bonnenvoorraad plus de bijbehorende administratie op. De 'kraak' gelukte wonderwel, de bonnen (die overigens slechts vier weken geldig waren) werden uitgezet in Amsterdam. Uiteindelijk werd een premie van 10.000 gulden uitgeloofd, voor degene die de tip kon geven die zou leiden tot de daders. Bij de voorbereiding waren echter te veel mensen betrokken geweest, waardoor de Sicherheitspolizei op het spoor gezet werd en de meesten werden opgepakt. Merkwaardig genoeg werden zij vrijwel ongemoeid gelaten, daar het de politie uitsluitend om Dobbe was te doen. Dobbe dook ditmaal onder bij de familie Burgers aan de Waschweg in Velp en werd niet gevonden.
Na een aantal maanden begaf hij zich opnieuw in het illegale werk. Begin 1944 werd hij benaderd door de leiding van de Landelijke Knokploegen om een deel van de organisatie op zich te nemen, waarvoor hij Zuid-Nederland bereisde. Met zijn eigen knokploeg hield hij zich met name bezig met de liquidatie van verraders. Zijn laatste actie op 5 september (Dolle Dinsdag) kostte hem echter in 1944 het leven. Hij probeerde een collaborateur (J. de Droog) te liquideren in opdracht van zijn omgekomen vriend Jan van Straelen en werd opgepakt. Uiteindelijk werd hij door de Duitse Sicherheitsdienst diezelfde dag op landgoed 't Hof bij Dieren (Gelderland) doodgeschoten. Daarmee was de hele groep uit Bussum uitgeschakeld.
Bij Koninklijk Besluit nr. 21 van 11 september 1951 werd hij postuum bijgeschreven in het register van de Militaire Willems-Orde, en werd hem het Ridderkruis 4e klasse toegekend voor zijn daden tijdens de Tweede Wereldoorlog. In Amsterdam is de Theodorus Dobbestraat naar hem vernoemd.
Bron: Wikipedia.

Dudok van Heel, Harald Frederik. Geboren te Amsterdam op 9 januari 1893, overlden te Naarden op 22 augustus 1967 was een Nederlands ondernemer, kolonel en Nederlandse verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Hij was de zoon van Abraham Everardus Dudok van Heel en Catharina Maria Louwerse. Hij trouwde op 22 mei 1918 met Henriette Césarine (Babs) Brandt (overleden te Naarden, 29 mei 1972), dochter van de burgemeester van Rheden, Mr. Andreas Hegelund Brandt.
Dudok van Heel volgde de Bijzondere Handelsschool te Amsterdam en slaagde in juli 1910 voor het eindexamen; naast zijn werkzaamheden, samen met zijn broer, als directeur van L. Wurfbain & Co. N.V., commissionairs in rubber en oliehoudende zaden en grondstoffen zoals coprah en palmolie te Amsterdam, was hij reserve-officier. Hij werd als zodanig per 9 februari 1928 bevorderd tot kapitein bij het vierde regiment veldartillerie. Dudok van Heel speelde in deze tijd in zijn vrije tijd golf bij de Hilversumsche Golf Club, ook op landelijk wedstrijdniveau. Gedurende de jaren voor de Tweede Wereldoorlog was hij verder vooral actief in zijn eigen bedrijf. In 1941 werd hij herkozen tot commissaris van Houwelings Mineraalwaterfabriek
Tijdens de oorlog was hij als reserve-kapitein bd werkzaam als gewestelijk commandant van de OD in 't Gooi (gewest 9); de BS waren eind 1944 gesplitst in een Strijdend Gedeelte en de Bewakingstroepen. In de meeste districten ressorteerden beide formaties onder één commandant. Johannes Borghouts bepaalde nu dat er in ieder gewest twee commandanten dienden te komen. Dit besluit leidde tot grote controverses en werd deels niet opgevolgd. Henri Koot vond het redelijk dat de gewestelijke commandanten die in functie waren zelf zouden kiezen of zij commandant van het Strijdend Gedeelte of van de Bewakingstroepen zouden worden. Alle commandanten kozen ervoor commandant van het Strijdend Gedeelte te worden maar Borghouts zei dat hij Dudok van Heel ('t Gooi), Sikkel (Noord-Hollands Zuiderkwartier) en Leopold (Zuid-Holland Noord) niet wenste te aanvaarden. Hij ging er wel mee akkoord dat Wastenecker in het Noord-Hollandse Noorderkwartier zowel het Strijdend Gedeelte als de Bewakingstroepen bleef commanderen. Met deze beslissing gaf Borghouts te kennen dat zijn besluit gericht was tegen bepaalde functionarissen, die hem misschien persoonlijk en in hun werk onbekend waren, die kennelijk niet in goede aarde vielen bij zijn adviseurs achter de schermen (de KP-leiders). Er ontstond vervolgens grote verwarring; in 't Gooi weigerde de gehele staf van Dudok van Heel het aan deze door Borghouts aangezegde ontslag te aanvaarden. Het ontslag werd uiteindelijk opgeheven door kolonel Koot. Dudok van Heel werd uiteindelijk toch aangesteld als commandant van het Strijdend Gedeelte en ir. W.F. Westenenk werd benoemd tot commandant van de Bewakingstroepen; op 8 mei 1945 maakten zij namens het stafkwartier van het Gewest Gooi de dan algemeen geldende regels voor de bevolking bekend, waarin onder meer stond dat men zich tussen 21.00-5.00 uur niet op straat diende te bevinden, dat het verboden was op militaire voertuigen te rijden en dat wrijving en incidenten met de Duitse Wehrmacht vermeden dienden te worden.
Na de oorlog ontving Dudok van Heel op 7 mei 1953 te Amsterdam van de Amerikaanse regering voor zijn verzetswerkzaamheden de Medal of Freedom. Dat was voor zijn: outstanding services in underground activities connected with the organized civil and Armed Forces resistance movement in Holland during the period of occupation of that country by the Germans from 7 december 1941 to include various dates of such meritorious service leading to the liberation in May 1945. Daarnaast was hij drager van het Verzetsherdenkingskruis. In augustus 1945 opende Dudok van Heel, dan inmiddels bevorderd tot luitenant-kolonel, in het Amsterdamse Apollo Paviljoen de een maand durende tentoonstelling Neprova (Nederlandse producten en fabricaten); Dudok van Heel was gevraagd de officiële opening te doen omdat deze expositie mede bedoeld was als cultureel ontwikkelingsinstituut voor militairen. Hij werd datzelfde jaar bevorderd tot kolonel en was als zodanig aanwezig bij de plechtige installatie van de nieuwe burgemeester van Amsterdam A.J. d'Ailly. Bron: Wikipedia.