A
APOLLO, SOE agent Jan David Anton van Schelle.

Amsterdam, Amsteldijk 115A Woning waar Guurtje Biallosterski-de Graaf na de oorlog woonde. Eva Biallosterski, de weduwe van Tobias, heeft hier na de oorlog ook enige tijd gewoond. Mogelijk woonde mevrouw Biallosterski-de Graaf hier al tijdens de oorlog omdat Santpoort tot "Sperrgebiet" was verklaard,
hoewel ook bekend is dat zij bij haar broer, rijwielhandelaar, in Haarlem was ingetrokken.

Arons, Bob. Was gehuwd met een half-zus van Tobias Biallosterski, Elisabeth (Liesje) Biallosterski. Adres Lekstraat 23, Amsterdam, Huize Rijnstroom. Waren samen ondergedoken in Vollenhove en waar beiden meewerkten aan de samenstelling van de illegale krant "Strijdend Nederland". Plaatselijke verzetsleider was Piet IJspeert, andere direct betrokkene was dominee F.W. Tjadens uit Vollenhove.

ASPASIA, SOE codenaam van "Anita", koerierster van Paul Peters, 2e marconist van Tobias Biallosterski in Amsterdam. Kwam ook uit het Amsterdamse studentenverzet. Werkelijke naam  is waarschijnlijk Anita Gijsen. Netwerk-3

AAA code for Paris, VIC-Line.

Andere Tijden: redactie.anderetijd@ntr.nl


ALEX, alias van Dr. Dirk Eskes, RVV.

AREND, alias van Dr. Henk Veeneklaas.

Amstel, van. Alias van Mr. C.J.F. Caljé, officier bij het AHK-OD, later bij staf NBS.

Austin, John Patrick Standidge. Geboren 27 augustus 1918, geëxecuteerd op 4 april 1945 op de Gelderse Dijk, bij Hattem. Jedburgh agent, marconist voor Henk Brinkgreve en Olmsted. Gedropt in de nacht van 11 op 12 september 1944 in de buurt van De Piksen bij Almelo. Gearresteerd in november 1944. Codenaam missie POACHING, codenaam van het Jedburgh team DUDLEY. Alias
BUNNY. Schuilnaam Bunny Wyatt, SOE zendschema: DUDLEY. Netwerk-3

Aulnis de Bourouill, d' Baron, Pierre Louis (Louis). Geboren 26 december 1918 te Delft, overleden .. te Den Haag. SIS/BI agent en marconist. Gedropt in de nacht van 10 op 11 juni 1943 in de buurt van De Wijk. SIS zendschema St.Louis, missie codenaam GENERAL, RAF codenaam GREENFISH. BI codenaam ANTON. Codenaam SPIJKER, Kees Verwey, Leo Berger, Rijkshoorn en Piet van Ingen. Naam in het veld P.L. (Pieter) de Boer. Agent met de langste staat van dienst in het veld. Netwerk Dijckmeester

Admiraal, Jan. Lid grondploeg veld Lobster.  Netwerk Schipper

Aarts, Annemarie. Willemstraat 90, Den Haag. Koerierster van Cock van Paaschen.   Netwerk van Paaschen

Appel, Nicolaas. Lid grondploeg droppingsveld Mandrill.  Netwerk Schipper. Geboren 11 oktober 1920, gefusillerd 8 maart 1945 te Rozenoord, Amsterdam.

Appel, Henk. Medewerker van Hil Schipper. Verschafte Hil toegang tot een PEN huisje in De Weere waarin een illegale telefoonverbinding met onder andere het kantoor van Tobias Biallosterski in Amsterdam was aangebracht.

ADMIRAL, missienaam van Henk de Jonge, MI-6/BI agent. Oprichter van spionage groep Albrecht.

ADAM, alias van MI-6/BI agent/marconist Jacques van Loon.

Adriaansen, Josephus (Sjef). MI-6/BI agent marconist. Geboren op 9 juni 1919 te Woensdrecht, overleden 8 augustus1944 te Vught. Gedropt in de nacht van 10 op 11 november 1994 in de buurt van Princenhage, bij Breda als marconist voor Harm Steen. Uitgepeild en gearresteerd 14 juli 1944. Trainingsnaam Willem Bogers. Missie
SEDBURGH, zendplan St. David. BI codenaam LEONARDS, WITTE BEEREN. Naam in het veld J. Bastiaanse.

Ausems, Andreas Wilhelmus. SIS/BI agent voor de RVV. Geboren 25 december 1904 te Utrecht, overleden 31 mei 1955 te Zaandam.

Andel, van. Alias van Johan van Lom, jurist. Was betrokken bij het blad Trouw en bij de Stichting 40-45. Pleegde verraad en werd door het verzet na door hen te zijn verhoord doodgeschoten. Overzicht Verzet

ALBERT, alias van ?? Gaf leiding aan het studenten verzet. Overzicht Verzet

ARNAUD, alias van Abwehr V-Mann Richard Ludwig Wilhelm Christmann, gebuikt tijdens infiltratie poging van de VIC-Line in Parijs. KV2/946.

ANDRE, alias van Henri Levin van de VIC-Line. Standplaats Lyon.

Allers, Johannes Hendricus Karel (Jo). Geboren 18 december 1877 te Amsterdam, overleden 12 oktober 1943 concentratiekamp Hameln. Verschafte onderdak voor de zender van Lodo van Hamel,
WINDMILL.
Adres Perpocherstaat 94, Den Haag. Zijn dochters Emmy en Ida werden ook na arrestatie naar een concentratiekamp gestuurd.

AMSTEL, VAN. Alias JOOP. JOOP PILLER. In een ziekenhuis op Mallorca is de afgelopen week (Januari 1998) in de leeftijd van 83 jaar de oud-ondernemer Joop Piller overleden, een mannetjesputter uit de Nederlandse illegaliteit tijdens de Duitse bezetting en een van de schilderachtigste figuren uit de overgangsdagen van het Militair Gezag. Bij de bevrijding van Nederland in het anarchistische voorjaar van 1945 droeg hij zoveel petten dat hij later altijd de tel kwijtraakte als hij reconstrueerde voor wie en hoe lang hij had gewerkt. Hij was al in 1943 het vaste contact voor gestrande Amerikaanse piloten die achter de linies waren blijven steken, een jaar later werkte hij voor de Britse geheime dienst MI9, die de ontsnapping van vastgelopen geallieerde militairen uit de bezette gebieden organiseerde. Hij had de hand in de voorbereiding van de legendarische operatie Pegasus en ontsnapte later zelf via de Biesbosch naar Engeland om met hulp van Londen de ontsnappingsorganisatie in het bezette Nederland te verbeteren. Nog onder zijn illegale schuilnaam Joop van Amstel keerde hij - zonder militaire ervaring of training - als kapitein van de Canadese Field Security met de bevrijdingstroepen naar Nederland terug, ging in gelijke rang over naar het Militair Gezag en zette onder de paraplu van die pseudo-militaire organisatie het Bureau Bestrijding Vermogensvlucht op. In deze eigen creatie vatte hij met enkele ondergeschikte MG-officieren met onmiddellijk succes grote zwarthandelaren en fraudeurs in de kraag. De kapitein in Algemene Dienst Joop van Amstel (zijn eigen naam leek er niet meer in te gaan) werd in de staf van prins Bernhard opgenomen om met de volle instemming van de anders o zo voorzichtige minister van Financiën Lieftinck over de Nederlandse grens enkele gedurfde en onwettige huzarenstreken uit te halen. Eigenhandig 'organiseerde' hij voor Lieftinck in de Amerikaanse bezettingszone in Duitsland de ruim 64.000 spindoppen die de Duitsers bij de AKU in Arnhem hadden geroofd en bracht hij voor tientallen miljoenen nog andere geroofde oorlogsbuit naar Nederland terug. Toen de grootste opwinding van zijn avonturenbestaan enigszins tot bedaren was gekomen, maakte hij op een goed geregisseerde persconferentie (stijl-Loe de Jong) het nieuws wereldkundig dat de kunstschilder Han van Meegeren zojuist de grootste schilderijenzwendel aller tijden tegenover hem had toegegeven. Piller had Van Meegeren, die hij veertien dagen eerder had gearresteerd, na aanhoudend verhoor de bekentenis ontworsteld zowel de Emmaüsgangers te hebben gemaakt als nog zeven andere religieuze schilderijen die aan Vermeer waren toegeschreven. Graeham Warrack, de chef-arts van de Britse Airborne Divisie, die zijn ontsnapping mede aan de koelbloedige Piller te danken had, noemt hem in zijn boek over die vlucht door de Biesbosch “een moedige man met een snel verstand”. Andere Engelse auteurs, zoals de Canadees Leo Heaps (De gans is gevlogen) en de militaire chirurg Lipmann Kessel (Surgeon at Arms) hebben op grond van eigen ervaring zijn doortastende onverschrokkenheid en zijn leiderscapaciteiten geroemd en hem getypeerd als een Nederlander die in de benardste uren van de oorlog klaarstond om een paar honderd geallieerden, met gevaar voor eigen leven, uit de handen van de Duitsers te bevrijden. In de omvangrijke Britse literatuur over de ontsnapping van de geallieerde militairen door de vijandelijke linies worden Pillers heldendaden breed uitgemeten, maar al die boeken zien het meest bijzondere aspect van diens reddingswerk over het hoofd. Piller was een jood, die in de eerste plaats was ondergedoken om zijn eigen leven en dat van zijn vrouw, alsmede een joods jongetje dat hij uit Amsterdam had meegesmokkeld, te redden. Maar in zijn schuilplaats in Emst ontpopte hij zich als een ontsnappingsexpert die het leven van honderden anderen zou redden. Zo werd hij de merkwaardigste onderduiker uit de verzetsgeschiedenis van de Veluwe. Een 30-jarige geboren leider, die samen met het verzet op de Veluwe en zijn onafscheidelijke partner, de Engels-Nederlandse geheim agent Dick Kragt, een reddingslijn opzette die zijn exceptionele organisatorische kwaliteiten aan het licht brachten. Het was al uitzonderlijk dat Piller als joodse onderduiker anderen onderduik verschafte, maar nog krasser was dat hij bij onraad niet alleen voor zichzelf en zijn even moedige vrouw ('Lies van Amstel') een veilig heenkomen zocht, maar ook zijn hele geallieerde huishouding bij ander betrouwbaar Veluws volk onder de pannen bracht. Warrack, Heaps en Kessel geven hoog op van het karakter van Piller. Een gewone Amsterdamse joodse jongen, die in de benarde toestand waarin het lot hen bijeenbracht over stalen zenuwen en grote gaven van geest beschikte. Hij bracht de Engelsen geduld en discipline, maar vooral geloof in het succes van zijn operatie bij. Op die eigenschappen kwam het ook aan, want het kostte maanden voordat de eerste goede gelegenheid om te ontsnappen zich aandiende. Niet elke eerste gelegenheid was de beste. De Amerikanen en de Engelsen verleenden Piller de hoogste onderscheidingen die voor verzetsmensen in West-Europa waren weggelegd. Van generaal Eisenhower kreeg hij de Medal of Freedom met de gouden palm, een onderscheiding die slechts aan enkele buitenlanders is verleend. Van koning George VI kreeg hij de eretekenen behorend bij de orde van het Britse Rijk (“honorary member of the civil division of our said Order”). De Nederlandse regering liet zich daarentegen van haar krenterigste kant zien: de Amerikaanse en Engelse eerbewijzen 'ontgingen' haar en het duurde tot 1951 voordat er een Bronzen Kruis en een Oorlogsherinneringskruis af konden. Piller had zich intussen al lang weer op de productie van zijn damesconfectie gestort (waar hij spoedig fortuin in zou maken) en liet zich daar nooit verbitterd over uit. Hij pantserde zich met ironie en hield het erop, dat “ze toch nooit geloofd zouden hebben dat een joodse jongen al die dingen had gedaan”.

ARIE, alias van Hilbert van Dijk, stichter KP Amsterdam.

Aldewereld, Johan. Gedurende de periode 1941-42 worden joodse burgers op grote schaal slachtoffer van valse beschuldigingen o.a. door de "Prijsbeheersing".  Johan Aldewereld komt op donderdag 12 juni 1941 voor in de arrestantenadministratie van de Amsterdamse politie, ongewoon is dat de reden van aanhouding pas op een later moment in de kantlijn is bijgeschreven.
Op 23 februari 1942 scheidt Johan van zijn joodse vrouw Christina Scheffer. Bij huwelijk met een joodse partner worden halfjoden tot de 'volledige joden' gerekend. Door de scheiding heeft Johan de status "Mischling 1 Graden" weer teruggekregen (half-joods). Bij een scheiding na 23 februari 1942 zou Johan als volledig joods worden beschouwd door de bezetter. Mogelijk is het een schijn-scheiding geweest.
Op 20 april 1942 wordt Christina zonder opgaaf van redenen aangehouden in het Paleis van Justitie in Amsterdam (mogelijk haalde ze haar scheidingspapieren op) en overgebracht naar de SD in Den Haag. Christina wordt op 26 oktober 1942 vermoord in Auschwitz.
Johan Aldewereld wordt op 8 mei 1942 slachtoffer van een antisemitisch politie-opsporingsbericht van de Sicherheitsdienst te Amsterdam, waarin hij zowel als 'jood' als 'heler van distributiebescheiden' wordt genoemd. Uit onderzoek van Mr. Brink (Officier v Justitie Amsterdam tijdens de oorlog) blijkt dat dit soort opsporingsberichten over joodse burgers hoogst onbetrouwbaar zijn. Op 19 mei 1942 wordt Johan in Amsterdam vanwege dit opsporingsbericht aangehouden en door de 'Rijksrecherche' overgebracht naar 'Raamweg 46 in Den Haag'.
In de Nederlandse kranten van 31 augustus 1942 wordt bericht over de veroordeling door de Duitse Obergericht-rechtbank van 11 verdachten van een vermeende 'bonnendiefstal te Beverwijk' in de nacht van 1 op 2 april 1942. Minimaal 5 verdachten zijn joods volgens het krantenbericht. Het krantenartikel bericht dat de Staatsanwalt (duitse aanklager) opmerkt dat de joodse verdachten 'meer dan wie dan ook in deze tijd reden hadden zich aan niets te vergrijpen'. Drie personen (waarvan twee vermeld als joods) worden ter dood veroordeeld omdat zij de inbraak zouden hebben gepleegd, de krant meldt verder als vermeend medeplichtige 'Johan Aldewereld (half-jood) 9 jaar', 'slager te Bussum' die als heler van de distributiebescheiden zou hebben opgetreden.
Johan heeft geen crimineel verleden en ook op basis van andere gegevens wijst alles erop dat hij slachtoffer is van valse beschuldigingen. Zo is Johan volgens het krantenbericht aangehouden op aanwijzing van een nationaal-socialist. De aangever is een aangehouden zuivelwinkelier uit Abcoude, die zelf veel geld aan de zwendel zou hebben verdiend. De 'foute' zuivelwinkelier verschuift de schuld naar Johan en biedt aan om ter strafvermindering als soldaat naar het oostfront te gaan. De winkelier krijgt 2 jaar, maar in de archieven is niet terug te vinden dat hij zijn straf daadwerkelijk heeft uitgezeten.
Als de drie vermeende hoofddaders terecht worden gesteld, spreekt het nieuwsbericht inmiddels over drie joodse ter dood veroordeelden. De niet-joodse J.P.C. wordt ook als joods genoemd.  De Beverwijkse Bonnenkraak is de tweede grote bonnenzaak in de media, in de eerste grote zaak (de zgn Amsterdamse bonnendiefstal rondom boekhouder T.) wordt ook verwezen naar joodse verdachten. Beide zaken waren schijnprocessen tegen joodse verdachten waarbij de bezetter propagandeert dat de heersende voedseltekorten te wijten zijn aan deze vermeende daders. 
Op 6 november  1942 wordt Johan opgesloten in Kamp Amersfoort.
Op 2 maart 1943 wordt Johan overgebracht naar Kamp Vught als vermeende 'ASO' op verzoek van de Sicherheitsdienst (gevangene 2043). Op 14 juli 1943 wordt Johan gedwongen uitgeschreven uit het bevolkingsregister van Amsterdam als zijnde 'vertrokken met onbekende bestemming'. Op 24 september 1943 wordt Johan te werk gesteld in Buitencommando Moerdijk, een werkkamp behorende bij Kamp Vught.
Op 6 januari 1944 komt Johan in het strafblok van Kamp Vught terecht. Op 4 maart 1944 wordt hij als gevangene overgebracht naar concentratiekamp Bergen-Belsen.
Op 19 december 1944 komt Johan aan in Buchenwald als gevangene 65030. Johan keert na de oorlog terug naar Amsterdam.
In de kampadministratie van Buchenwald staat Johan als 'Misch 1 G' (half-joods) vermeld, maar op zijn inschrijvingsformulier in Buchenwald doet Johan zich voor als kwartjoods door te schrijven dat zijn vader half-joods is en zijn moeder 'arisch'.
Op zijn inschrijvingsformulier in Buchenwald geeft Johan aan dat zijn opsluiting is gerelateerd aan zijn aanhouding in Amsterdam op 17 mei 1941, vermoedelijk bedoelde hij 19 mei 1942.

Johan Aldewereld (geboren 12-08-1904 te Watergraafsmeer) staat in een "Signaleringsbericht" van het verzet daterend van eind 1944-begin 1945 als vermeende verrader die als rechterhand van de beruchte Johnny de Droog een aantal Brabantse verzetsgroepen zou hebben geïnfiltreerd. Johan komt echter niet voor in naoorlogse reconstructies van de verraadszaken van De Droog, die speelden tussen medio 1942 en voorjaar 1945. Gezien Johans joodse achtergrond en zijn langdurige ononderbroken opsluiting sinds mei 1942 tot mei 1945 moet het met zekerheid gaan om een pijnlijke persoonsverwisseling met SD-er Bert Brüne, de werkelijke rechterhand van De Droog. Zie Index A-Z.
Het politie-opsporingsbericht uit 1942 lijkt aan de basis te liggen van deze vergissing door het verzet danwel identiteitsroof door Brüne (die meerdere valse namen hanteerde). De Droog en Brüne gebruikten de opsporingsberichten met hun eigen (of andermans?) beeltenis om vertrouwen te wekken tijdens infiltratie in het verzet. En zo komt Johan op pijnlijke wijze voor in het LO-LKP herdenkingsboek van het voormalig verzet.
Bron:
https://www.joodsmonument.nl/nl/page/613138/johan-aldewereld---echtgenoot-van-christina-scheffer
Timmerman, slager, slachtoffer van de oorlog.