ELISABETH SLUIJTER.
Naam: Elisabeth Hendrica Sluijter.
Geboren: 18 Maart 1918 te Haarlem.
Nationaliteit: Nederlands.
Beroep: Leerling verpleegster.

Vader: Matthijs Sluijter, geboren 6 juli 1876 te Amsterdam.
Moeder: Elisabeth Hendrica van Gulik, geboren 31 Juli 1882 te Haarlem.

Adres: Tempelierstraat 6, HAARLEM.
15 Juli 1940, Ruysdaelstraat 58IIA, Amsterdam.
10 April 1941, Sarphatistraat 203II.
Augustus 1941, PB 462448.
15 April 1942, Kerstraat 235I.
15 September 1945, Temepelierstraat 6, Haarlem.


Source: Gemeente Archief Amsterdam.
12.15 uur H/M 
Vanaf haar woning brengen de rechercheurs Kolk en Bijlsma … … in opdracht van C.P Horack SD Den Haag   ELISABETH HENDRICA SLUIJTER   geboren Haarlem 18-3-1918 leerling verpleegster wonende Kerkstraat 235II achter. Staat niet …
Zij blijft in bewaring ter beschikking C.P. Horack.
Datum: 30-10-1942.


Bij de Rijksopsporingsdienst werd prompt de afdeling opgericht die de landelijke bestrijding van distributiefraude ter hand moest nemen. Rauter gaf de leiding van deze 'Gruppe Fünf aan een jonge commissaris van de recherche die twee maanden eerder naar Nederland was gezonden en bij de Sipo(SD) nog geen vaste functie had: de Oostenrijker Walter Julius Horak.

In 1912 geboren in Wenen leerde hij eerst voor machinebankwerker, bezocht vervolgens in de avonduren het gymnasium en studeerde rechten. De meeste tijd en aandacht besteedde hij echter aan de politiek. Horak was actief in een rechts-radicale studentenvereniging, sedert 1932 in de NSD AP en een aar later tevens in de SA. Hij leidde het leven van een nationaal-socialistische partijactivist: demonstreren, vechten en drinken.  Na de Anschluss solliciteerde Horak met succes naar een functie bij de politie in Beieren, kreeg een rechercheopleiding in Berlijn en ging in de zomer van 1940 in
Stuttgart aan de slag. Een jaar later werd hij naar Nederland gestuurd.

Amsterdamse rechercheurs die hem tijdens de bezetting leerden kennen, bevestigen dat Horak meer vechtjas was dan recherche chef. De Oostenrijker hield van actie en ging graag met hen op pad, hij was amicaal, hield veel van eten en drinken en verbroederde snel met het personeel.

Een van deze rechercheurs, C, verklaart: 'Horak was een moordkerel om mee te praten en om mee te v/erken. Een vent die ons ook zomaar eens meenam naar Zandvoort. Gewoon omdat Moll een keer zei: "Zandvoort: daar kom ik ook nooit meer."
Hij zei: "Hop, dan pakken we mijn auto en dan gaan we naar Zandvoort."
Wij zijn daar bunkers in geweest, al die gangen door. Daar heb ik nog een grote scčne meegemaakt. Er stond een kopje leeg op een tafel. De kerel die eruit gedronken had,
was niet te vinden. Hij [Horak] kwam niemand tegen. Tot hij hem wel tegen het lijf
liep: een grote kerel, met een mooi uniform. Toen vloekte hij die kerel zo stijf dat ik
dacht. Die krijgt een hartverlamming."
Cel 8C. Zij zit in ieder geval tot en met 10 november 1942 in bewaring.

Source: Gemeente Archief Amsterdam.